Landdag van Gelderland


Gelderland bestond uit vier kwartieren, die ieder een eigen bestuur en afzonderlijke dagvaarten hadden. De drie kwartieren van Nijmegen, Roermond en Arnhem (de Veluwe) werden vertegenwoordigd door ridderschap en steden, het graafschap Zutphen door bannerheren, ridderschap en steden. De landdag was de samenkomst van de dagen der kwartieren. Hij werd slechts zelden gehouden, alleen op beschrijving van stadhouder en raden. De stemmende steden der vier kwartieren waren negentien in getal.

Toelichting

[…]
Onder Karel V daalde de macht der bannerheren, omdat nu de keizer, op wie zij zich moesten beroepen, dezelfde persoon was als de hertog over wie zij zich zouden willen beklagen. Ook Filips II oefende zonder voorbehoud de oppermacht over hen uit, zodat zij, behalve in rang, aan gewone edelen gelijk werden. Er waren er thans nog vier: de heren van Bronkhorst, Berg, Bahr en Wisch. Daarentegen rees onder Karel V het aanzien der kleinere steden. Aan de huldiging van Filips II in 1549, die in ieder kwartier afzonderlijk plaats had, namen deel: in het kwartier van Nijmegen: Nijmegen, Tiel en Bommel. In dat van Roermond: Roermond, Venlo, Gelder, Stralen, Wachtendonk en Erkelens. In de graafschap Zutphen: Zutphen, Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo. Op de Veluwe: Arnhem, Harderwijk, Wageningen, Hattem en Elburg. Het grootste gedeelte van wat men het Gelders Overkwartier noemde, ligt al eeuwen in Duitsland (Gelder, Stralen, Wachtendonk, Erkelens).

Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander, 
Staatsinstellingen (ed. 1922), 91-92.