Dordrecht


Dordrecht tijdens de Tachtigjarige Oorlog

Dordrecht speelde in de beginfase van de Tachtigjarige Oorlog een belangrijke rol in de politiek. Als eerste stad van Holland had de rijke Merwestad een vooraanstaande positie binnen de Staten van Holland. Dit leidde ertoe dat Dordrecht zich ontwikkelde tot de vergaderstad van Holland, zoals tijdens de Eerste Vrije Statenvergadering (1572) en de Unie van Dordrecht (1575), en later tijdens de Synode van Dordrecht (1618/1619). Daarnaast was Dordrecht tijdens de oorlog bij uitstek een strategische plaats, omdat het aan de frontlinie lag. De Hollandse stad lag nog net in veilig gebied, maar dichtbij de Zuidelijke Nederlanden. Tijdens vredesonderhandelingen, zoals bijvoorbeeld in Breda in 1575, fungeerde Dordrecht als uitvalsbasis voor de Hollandse delegatie.

In de meeste Hollandse steden geldt de Beeldenstorm als begin van de Tachtigjarige Oorlog. In Dordrecht was er weinig oproer in 1566. Er zijn wel berichten dat op 23 augustus een groep beeldenstormers de Grote Kerk binnendrongen. Zij richtten schade aan, maar de functionarissen van de kerk hadden uit voorzorg veel kostbaarheden verhuisd. De volgende dag konden zij deze alweer in de kerk opstellen, omdat het stadsbestuur de wacht hield. Deze adequate aanpak van de crisis kwam zelfs Margaretha van Parma ter ore, en zij complimenteerde Dordrecht dat ze een beeldenstorm had weten te voorkomen.

Het stadsbestuur van Dordrecht was gematigd in deze periode. Er dienden zowel katholieken als protestanten, hoewel de protestanten niet openlijk hun geloof beleden. Een van hen was Cornelis Pietersz van Beveren (1524-1586). Hij werd in 1570 raad van de stad. Zijn geloof verborg hij letterlijk, zijn Bijbel lag in een schuilplaats in de schoorsteen van zijn huis. Tevens speelde hij informatie over op hand staande arrestaties van ketters door aan zijn vrouw en dochter, die vervolgens mensen waarschuwden. Van Beveren stond dan ook lijnrecht tegenover de in 1571 nieuw benoemde schout: Jan van Drenckwaert. Van Drenkwaert volgde de katholieke Adriaen II van Blijenburg op die zijn functie had neergelegd, omdat hij de plakkaten tegen ketterij niet langer wilde naleven. De fanatieke katholiek Van Drenckwaaert had geen scrupules, hij vervolgde de protestanten in zijn stad vol overgave. Willem van Oranje noemde hij ‘Prins Avontuer’ en hij martelde zijn gevangenen graag. De protestante glasschrijver en schilder Jan van Cuyck Woutersz kreeg opdracht de schout als rechtvaardige rechter af te beelden in de gedaante van de Bijbelse koning Salomon. Op 28 maart 1572 werd Van Cuyck op het Nieuwe Werk levend verbrand. Ook Adriaenken Jansdr van Molenaarsgraaf stelde Van Drenckwaert als ketter terecht.

Nadat de geuzen op 1 april 1572 Den Briel (Brielle) innamen, sloten steeds meer steden zich aan bij de opstand van Willem van Oranje. De meeste deden dit niet vrijwillig. Het was een chaotische situatie waarin steden snel een keuze moesten maken. Dat bleek ook in Dordrecht. De geuzen naderden de stad en blokkeerden de waterwegen. De stad kreeg vervolgens de keuze: meedoen met de opstand of een aanval riskeren. Binnen de stad waren inmiddels veel aanhangers van Willem van Oranje, waaronder Adriaan van Blijenburg III – de zoon van de voormalige schout – die geheime contacten met de prins onderhield. De stad hield al langere tijd de poorten gesloten, ook voor de doortocht van de troepen van de landsheer. Op 23 juni vaardigden zij Cornelis van Beveren uit om te onderhandelen met de geuzen. Twee dagen later, op 25 juni, ging Dordrecht over naar de opstand van Willem van Oranje. De vrije scheepvaart, het behoud van de kerkelijke goederen, en de eerbieding van de rechten van de burgers kreeg de stad als wisselgeld voor deze overgave. Onder de lindeboom in de Kloveniersdoelen vond al snel de eerste gereformeerde preek in Dordrecht plaats. Cornelis van Beveren werd benoemd tot burgemeester, de eerste die gereformeerd was.

Op 19 juli 1572 kwam het in Dordrecht tot de eerste georganiseerde Statenvergadering van de opstandige Hollandse steden: de Eerste Vrije Statenvergadering. Terwijl de Staten van Holland officieel door de landvoogd bijeen waren geroepen in Den Haag, kwamen zij illegaal bijeen in Dordrecht om te praten over de opstand. Dit was op verzoek van Willem van Oranje, die zelf niet aanwezig kon zijn uit vrees voor zijn veiligheid. Eerder had hij Gouda verzocht de vergadering te organiseren, maar zij vonden dat Dordrecht het eerste recht had. Daarop verstuurde Dordrecht de uitnodiging aan de Hollandse steden: een daad van verzet want officieel mag alleen de koning via zijn landvoogd een vergadering bijeen roepen. Opvallend is dat niet alleen de zes stemhebbende steden worden uitgenodigd: Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda, maar ook de kleinere steden zelfs als ze nog niet voor de opstand hadden gekozen. Velen komen niet: Amsterdam, Delft, Rotterdam, Schiedam, Heusden en Geertruidenberg zijn nog koningsgezind, anderen voelen de dreiging van de regeringstroepen waaronder Woudrichem, Schoonhoven, Brielle en Woerden.

Van 19 tot 13 juli vergaderden de Ridderschap van Holland en de steden Dordrecht, Haarlem, Gouda, Leiden, Gorinchem, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnickendam, Medemblik en Oudewater in het oude Augustijnenklooster (nu Het Hof van Nederland). Daarbij schoven aan Willem van der Marck, heer van Lumey, en Philips van Marnix van Sint-Aldegonde, respectievelijk als aanvoerder van de watergeuzen en als afgezant van Willem van Oranje. Het was een geheime vergadering, vooral bedoeld om de positie van Lumey in Holland vast te leggen en in te dammen. Daarnaast was het van groot belang dat de steden gingen meebetalen aan de opstand. Tijdens de Eerste Vrije Statenvergadering werd vastgelegd dat de steden financieel gingen bijdragen, dat Willem van Oranje opnieuw stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht wordt, dat Lumey gouverneur van Holland wordt onder Willem van Oranje en dat er vrijheid van godsdienst en geweten zal heersen totdat de Staten-Generaal hier anders over zouden beslissen. Alle wensen van Willem van Oranje worden zo ingewilligd en vastgelegd in de notulen van de vergadering (nu in het Nationaal Archief).

De vrijheid van godsdienst hield niet lang stand. De katholieke kloosters worden ontbonden, de kerken aan protestanten toegewezen. De kerken worden eveneens ontdaan van katholieke elementen, hoewel een beeldenstorm uitblijft. Veel kerkgoederen komen in handen van families of openbare instellingen zoals de doelen en het stadhuis terecht. Desalniettemin is Dordrecht in het najaar van 1572 een protestantse stad geworden waar de gereformeerden de dienst uitmaken. Cornelis van Beveren doet wel zijn best de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen, en hij lijkt in die opzet goed geslaagd. Voor katholieken zoals Jan van Drenckwaert was het tij voorgoed gekeerd. Zij vertrokken, geregeld met hun hele familie, naar de Zuidelijke Nederlanden. Prominente families zoals Van Drenckwaert, Van der Lindt en Oem verdwenen hierdoor voorgoed uit de Dordtse politiek. Ook nieuwe families vestigden zich nu in Dordrecht. De bekendste is waarschijnlijk de familie Trip. In 1590 verhuisde Elias Trip naar Dordrecht, later gevolgd door zijn broer Jacob. Samen startten zij een handel in ijzerwaren, met name in wapens. Een goudmijn in oorlogstijd. Elias verhuisde naar Amsterdam, net als de zonen van Jacob die daar in 1660 het Trippenhuis bouwden.

Dordrecht ontwikkelde zich tot de vergaderplaats van Holland. Hoewel de Staten van Holland in meerdere plaatsen vergaderen, en Willem van Oranje rondreist met zijn hofhouding, is Dordrecht wel een geliefde plek. In januari 1575 vinden er vredesonderhandelingen plaats in Breda. De Staten van Holland vergaderen in die tijd opnieuw in het Hof in Dordrecht. In juni 1575 sluiten Holland en Zeeland in het Hof zelfs de Unie van Dordrecht. Dit wordt gezien als een voorloper van de Unie van Utrecht (1579) en is een verbond tussen de gewesten Holland en Zeeland dat ze samen optrekken tegen de regeringstroepen en Oranje erkennen als stadhouder. Het Hof is de vergaderplek binnen Dordrecht. De oude refter van het Augustijnenklooster fungeert als vergaderlocatie, Oranje en de belangrijkste gasten slapen om de hoek in de Berckepoort. Dat Willem van Oranje Dordrecht belangrijk vindt, blijkt ook aan zijn bezoek aan het Heilig Avondmaal in de Grote Kerk in 1574 – hier bewijst Oranje voor het eerst dat hij calvinist is geworden.

Als eerste stad van Holland – het belangrijkste gewest binnen de Republiek – had Dordrecht een vooraanstaande positie. In de oorlog kreeg het belangrijke opdrachten. Zo gaven de Staten van Holland opdracht tot de bouw van de zwarte galei, een groot oorlogsschip dat de koopvaardijvloot moet beschermen. Het is een bijzonder schip dat wordt geroeid in plaats van gezeild. Daarnaast kwamen regelmatig belangrijke ambtenaren uit Dordtse families. Zo kreeg Johan Berck (1565-1627) geregeld het verzoek tot gezantschappen, onder andere naar Engeland en Denemarken en was hij ambassadeur van Venetië. Paullus Merula (1558-1607) kreeg de titel van officiële historieschrijver van het land in 1598. Helaas werden zijn geschriften niet gepubliceerd vanwege de geheime informatie die ze bevatten. Cornelis Willemsz van Beveren (1591-1663) – de kleinzoon van burgemeester Van Beveren – was gezant naar Denemarken, raad van de Staten van Holland en West-Friesland, en gedeputeerde voor de Staten-Generaal.

In 1617 vereerden de Staten Generaal de stad door de Nationale Synode aan Dordrecht toe te wijzen. Deze Synode van Dordrecht was zowel nationaal als internationaal een de belangrijkste protestantse kerkvergadering. Het was bovendien de eerste keer dat meerdere landen bijeenkwamen om samen een uitspraak te doen over de toekomst van het gereformeerde geloof. Dordrecht was zo trots dat het deze vergadering had mogen organiseren dat zij schilder Pauwels Weyts de Jonge opdracht gaven tot het vastleggen van de vergadering. In 1621 werd het werk voltooid en kwam prominent op het stadhuis te hangen.

De aanloop naar de Synode was lang en complex. Aan het begin van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) – maar eigenlijk al daarvoor – kwamen de tegenstellingen binnen de Republiek op scherp te staan. Politiek ontstonden er facties voor vrede en voor het voortzetten van de oorlog. Op religieus vlak ontstond er discussie over de toekomst en richting van de gereformeerde kerk. Er ontstonden twee kampen: remonstranten (arminianen) en contraremonstranten (gomaristen). Het dispuut lijkt met een hedendaagse blik te gaan over details binnen de gereformeerde geloofsbeginselen, maar in de zeventiende eeuw leidde dit conflict tot een diepe scheur binnen het gereformeerde geloof. Simpel gezegd waren de remonstranten voor een rekkelijke opvatting van de kerkleer en de predestinatie – de voorbestemming van de mens voor God. Ook vonden zij dat meer mensen zich thuis moesten kunnen voelen binnen de gereformeerde kerk. De gereformeerde kerk was namelijk een publieke kerk, en geen staatskerk waar alle inwoners van de Republiek automatisch lid van waren. Zij werden politiek gesteund door raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt. De contraremonstranten waren strikter in de leer. Toen stadhouder Maurits hen steun betuigde in 1617 sloeg de weegschaal om in het voordeel van de contraremonstranten. Deze politieke keuze door de legerleider maakte een snel einde aan het conflict mogelijk. Maurits liet Oldenbarnevelt oppakken voor hoogverraad, zette remonstrantse stadsbesturen af en organiseerde een Nationale Synode.

Op 13 november 1618 verwelkomde de Staten-Generaal in Dordrecht de meer dan 100 gedelegeerden die de toekomst van de gereformeerde kerk in de Republiek mochten bepalen. De opening was in de Grote Kerk, de vergaderingen vonden plaats in de Kloveniersdoelen. Meer dan een halfjaar discussieerden professoren, predikanten en politici over het gereformeerde geloof. De helft van de gedelegeerden bestond uit politici, onder andere vertegenwoordigers van de Staten-Generaal. Daarnaast waren er buitenlandse vertegenwoordigers uit Engeland, Zwitserland, Geneve en de Duitse gebieden Hessen, De Palts, Bremen en Embden. De Fransen waren ook uitgenodigd, maar mochten niet verschijnen van hun katholieke koning. Tot slot waren er gedelegeerden uit alle zeven provincies – predikanten en ouderlingen van de kerk. Zij zaten op de achterste bankjes. Het was namelijk een politieke vergadering over een religieus onderwerp. Dat was ook te zien aan de twee voorzitters: de belangrijkste vertegenwoordiger van de Staten-Generaal (Martinus Gregorii) en de gekozen voorzitter door de Synode zelf (Johannes Bogerman). In het midden van de zaal mochten zes weken lang de remonstranten aan een tafel aanschuiven als gedaagden in een proces. In januari stuurde voorzitter Bogerman hen weg, waarna de overige sessies werden besteed aan het onderbouwen van het wegsturen van de remonstranten. Pas op 6 mei werd de Synode afgesloten, opnieuw in de Grote Kerk. Een week later, op 13 mei, werd Oldenbarnvelt op het Binnenhof onthoofd.

De belangrijkste besluiten van de Synode van Dordrecht waren eenvoudig. De remonstranten werden voorgoed de kerk uit gezet. De contraremonstrantse leer werd vastgelegd in de zogenaamde Dordtse Leerregels, die nog steeds een van de Drie Formulieren van Enigheid vormen. Vervolgens werd vastgelegd dat iedereen godsdienstonderwijs zou krijgen, zowel jongens als meisjes. En er werd besloten dat er een nieuwe Nederlandse vertaling van de Bijbels zou komen vanuit de grondtalen. Deze Bijbel was in 1637 gereed en staat bekend als de Statenbijbel, gefinancierd door de Staten-Generaal.

Voor Dordrecht was de Synode van grote betekenis. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog had de stad nog geen wapenfeit gekend waarmee het regionaal en nationaal goed voor de dag kon komen. Waar Leiden het ontzet kon vieren en Naarden zich beriep op slachtofferschap, miste Dordrecht een goed verhaal waarmee de stad haar belang voor de Republiek kon onderstrepen. De Synode maakte dit gemis ruimschoots goed en bevestigde (nogmaals) de politieke positie binnen Holland en de Republiek. Daarvoor tastte Dordrecht dan ook graag diep in de buidel. Hoewel de Staten-Generaal de kosten grotendeels vergoedde, waren velen binnen Dordrecht bereid kost en inwoning voor gedelegeerden te organiseren. Bovendien organiseerde de stad vele banketten. En, vlak voordat de gedelegeerden vertrokken, kregen zij allemaal een gouden (buitenlanders) of zilveren (Nederlanders) penning mee naar huis. Die waren geslagen bij de Munt van Holland, gevestigd in Dordrecht.

Marianne Eekhout

(met dank aan Jan Alleblas)

Bekende Dordtenaren uit deze tijd

Dordrecht was de geboorteplaats van een aantal bekende figuren tijdens en na de Tachtigjarige Oorlog, waaronder Broer Cornelis, oftewel Cornelis Adriaensz. Brouwer (1521-1581), Tieleman Jansz. Van Bracht (1625-1664) en Wilhelmus Lindanus (1525-1588)

Broer Cornelis was een controversiële katholieke prediker die het grootste deel van zijn leven doorbracht in Brugge. Hij vertrok uit zijn geboortestad als minderbroeder voor de Tachtigjarige Oorlog begon, maar preekte na 1566 tegen alles wat protestant was. Hij was bijzonder controversieel, werd beschuldigd van opruiing en zou seksueel pervers zijn. Hij werd het onderwerp van seksueel getinte illustraties, waarvan de bekendste het schilderij door Cornelis Cornelisz van Haarlem dat in 1591 werd geschilderd.

Tieleman van Bracht was de zoon van een lakenkoper en actief in de Vlaamse doopsgezinde gemeente in Dordrecht. Hij werd vooral bekend vanwege zijn uitgave van het doopsgezinde martelaarsboek Het bloedigh tooneel der Doops-Gesinde, en weereloose christenen (1660). Dit werd een standaardwerk over de vervolgingen van wederdopers en doopsgezinden. In sommige delen van Amerika is het nog steeds een bron van religieuze inspiratie. In Dordrecht was Van Bracht ook bekend als dichter over politieke en religieuze kwesties.

Wilhelmus Lindanus kwam uit de Dordtse familie Van de Lindt. Op het moment dat de oorlog uitbrak was bisschop van Roermond. Daarvoor had hij dienst gedaan als bestrijder van ketterij in Friesland en Holland, en daarvoor is hij in protestants Nederland nog steeds het meest bekend. In 1566 kwam hij naar Dordrecht, en in 1568 wijdde hij de door brand verwoeste Nieuwkerk. In 1569 keerde hij onder druk van Alva terug naar Roermond. In 1572 moest hij vluchten voor de troepen van Willem van Oranje die de stad plunderden en 23 geestelijken ombrachten (de martelaren van Roermond). `Hij keerde terug, maar moest in 1576 opnieuw vluchten, nu vanwege een Spaanse bezetting. Omdat hij de Pacificatie van Gent niet steunde, kon hij niet terug naar Roermond. Hij reisde naar Rome en Madrid, waar hij steun van de respectievelijk de paus en koning Filips II ontving. Na terugkeer bleef hij actief in verschillende plaatsen in Brabant. In 1587 werd hij als bisschop overgeplaatst naar Gent, waar een reorganisatie nodig was na het calvinistische regime aldaar. Daar overleed hij in 1588. In de katholieke wereld gold Lindanus als een van de beste theologen van zijn tijd. Hij bestreed de protestantse Reformatie actief in woord en daad en hij bevorderde zowel de katholieke leer als de kerkelijke tucht in de geest van het concilie van Trente (1545-1563). Zijn portret is onder andere terug te vinden op een recent opgedoken familieportret. De familie Van der Lindt bleef bijna geheel trouw aan het katholieke geloof en verruilde Dordrecht voor de Zuidelijke Nederlanden.

Marianne Eekhout

Links

Dordrechts Museum

Het Hof van Nederland

Naslagwerken

1545-1575: Stedenatlas Jacob van Deventer : 245 stadsplattegronden uit 1545-1575 – schakels tussen verleden en heden / Reinout Rutte en Bram van Nieuwenhuyze ; cartografie Yvonne van Mil. – Bussum : THOTH ; Tielt : Lannoo, 2018: p. 298-301.

1612: Beschryvinghe van alle de Neder-landen door Ludovico Guicciardini, vermeerderde uitgave, p. 12, 194-196.

Nijhoff/Van Hattum, Bibliotheek van Noord-Nederlandsche plaatsbeschrijvingen tot het einde der 18de eeuw. ‘s-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1953 > nr. 17 (M. van Balen), nr. 28 (J. van Beverwijck), nr. 44 (L. van den Bosch), nr. 226-227 (J. van Oudenhoven).

Literatuur online

Notulen van de Eerste Vrije Statenvergadering – Nationaal Archief, Archief Staten van Holland, nummer toegang 3.01.04.01, inventarisnummer 324B, via www.nationaalarchief.nl zijn de scans te raadplegen (ook via Wikipedia)

Regionaal Archief Dordrecht (RAD) – Biografisch Woordenboek, via https://www.regionaalarchiefdordrecht.nl / Collectie / Ontdek de geschiedenis, onder andere: Broer Cornelis, Adriaen II en Adriaen II van Blijenburg, Cornelis Pietersz. van Beveren, Tieleman van Bracht, Jan van Drenckwaert, Wilhelmus Lindanus, Paullus Merula, Jacob en Elias Trip, Familie Berck (dit woordenboek wordt aangevuld)

Willem van Oranje en de eerste Vrije Statenvergadering 1572 Dordrecht, tekst: Judith Pollmann, red. Coen Tamse, Prins Willem de Eerste herinneringsstichting, Den Haag, 2019 (pdf beschikbaar via academia.edu / Judith Pollmann)

Literatuur

Synodestad. Dordrecht 1618-1619, tekst: Fred van Lieburg, Prometheus, 2019

Katholieke kerkgoederen in gereformeerd Dordrecht, tekst: Marianne Eekhout, in: Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis, jg 21, 2018.

Het Hof van Nederland, red: Iris Knapen en Liesbeth van Noortwijk, Dordrecht, Wbooks, 2015 (met hoofdstukken over het Augustijnenklooster, Eerste Vrije Statenvergadering en de Synode)

Calvijn & Dordrecht : plaatsen van herinnering / tekst: Fred van Lieburg ; foto’s: Herman A. van Duinen. – [Dordrecht] : Stichting Behoud Grote Kerk Dordrecht, 2009. – 48 p. : ill. ; 24 cm. ISBN 978-90-803378-5-5

In 21 stappen vrij onverveerd. Constitutionele topstukken van het Nationaal Archief. Tekst: M. Berendse, Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2009

Dordrecht 1572 : serie van 12 folders rond de Eerste Vrije Statenvergadering, 2007-2008, tekst: uitgave door Erfgoedcentrum DIEP, uitgebreid overzicht van de gebeurtenissen voor en na 1572 in Dordrecht (Dordrecht, RAD, archiefnummer 489, inventarisnummer 27105)

1572 Dordrecht: De Eerste Vrije Statenvergadering steunt prins Willem van Oranje, tekst: Thimo de Nijs, in: Het bijzondere van Holland; een geschiedenis van Holland in 25 verhalen, Hilversum, Verloren, 2005

Geschiedenis van Dordrecht van 1572 tot 1813 / red.: Willem Frijhoff, Hubert Nusteling, Marijke Spies. – Dordrecht : RAD ; Hilversum : Verloren, 1998

Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 / Jan van Herwaarden … [et al.]. – Dordrecht : Gemeentarchief Dordrecht ; Hilversum : Verloren, 1996

Protestantization in the Northern Netherlands : a case study: the classis of Dordrecht, 1572-1640 / John Paul Elliott. – [S.l. : s.n.], 1990

Dordt voor de prins : een historisch verhaal uit de dagen van Dordrechts overgang naar de zijde van Oranje, 1572 / door J. Snoep Jr.. – Zwijndrecht : Van den Berg, cop. 1985

Predikantenperikelen in Dordrecht : 1572-1579 / Th.W. Jensma. – [S.l. : s.n.], [1982] (Dordrecht : RAD)

Tussen deeg en degel : een strip en nog wat, of De woelige Dordtse dagen van het voorjaar 1572 / verteld door Ruud Ringers ; getekend door Pat Andrea. – Dordrecht : Comite Statenjaar 1972, cop. 1972

De eerste Statenvergadering / door Jan van de Maas. – S.l. : s.n., 1923. – 8 p. ; 17 cm. – Overdruk: Dordrechtsche Courant, 6 mei 1922. – Jan van de Maas is pseudoniem van J.L. van Dalen. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 10486 )

Dordrecht in 1572, bronnenpublicatie : transcriptie van de Handelingen der Eerste Vrije Statenvergadering te Dordrecht in 1572 en hiermede verband houdende vergaderingen / door Th.E. Jensma. – Dordrecht : Gemeentelijke Archiefdienst, 1972. – 21 p. ; 30 cm. – Stencilwerk. – Inkompleet; plan tot uitgave niet uitgevoerd. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 31314)

Opstand en onafhankelijkheid : Eerste Vrije Statenvergadering Dordrecht, 1572 : catalogus Augustijnenkerk Dordrecht 29/6 – 8/10 1972

Notulen van de Eerste vrije statenvergadering van Holland, gehouden te Dordrecht van 19 – 23 Juli 1572. – [S.l.] : [s.n.], [ca. 1972]

Opstand en onafhankelijkheid : eerste Vrije Statenvergadering Dordrecht 1572 / [inl. catalogus Jan Juliaan Woltjer]. – Dordrecht : Werkgroep tentoonstelling “Opstand en onafhankelijkheid”, 1972

Vries, Th. De, De man met de twee levens, novelle uit het revolutiejaar 1572; manuscript geschreven in opdracht van het ‘Comité herdenking Statenvergadering 1572’ te Dordrecht, 1971; 2 delen (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 150, inventarisnummer 2114)

Tekst van de rede ter herdenking van de Eerste Vrije Statenvergadering, uitgesproken in de Grote Kerk te Dordrecht op 13 juli 1967 : met een inleiding door de burgemeester van Dordrecht / door J. van der Hoeven. – Dordrecht : Gemeente Dordrecht, 1967. – 20 p. : foto, facs. ; 21 cm. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 24985)

Notulen van de Eerste Vrije Statenvergadering van Holland gehouden te Dordrecht van 19-23 Juli 1572. – Dordrecht. : s.n., circa 1965. – 24 p. ; 22 cm. – Stencilwerk. – Extract uit het Archief van de Staten van Holland, berustend in het Algemeen Rijksarchief te ‘s-Gravenhage, inventaris nr. 324. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 20428)

Programma’s en herdenkingsbijeenkomsten voor de Hoffeesten, gehouden naar aanleiding van de Eerste Vrije Statenbvergadering in de jaren 1950-1970 (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 21103, 40736, 21121, 31269

Dordrecht wordt geus / T.S. Jansma : in: Economisch-historische opstellen geschreven voor Z.W. Sneller ter gelegenheid van zijn 25-jarig hoogleeraarsjubileum 5 April 1922-1947. – Amsterdam : Paris, 1947, pp. 32-51

Gastenboek met gekalligrafeerd titelblad en handtekeningen van bezoekers aan het Stadhuis t.g.v. de 37ste gedenkdag van de Eerste Vrije Statenvergadering op 19 juli 1947; 1 katern; bevat ook de handtekeningen van koningin Juliana en prins Bernhard (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 150, inventarisnummer 1152)

De eerste Statenvergadering te Dordrecht 19 juli 1572 : rede in de Grote Kerk te Dordrecht t.g.v. de 375-jarige herdenking op 19 juli 1947 / door P. Geyl. – S.l. : s.n., 1947. – 14 p. genummerd 7-20 ; 21 cm. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 10071)

Voor vaderlandt ende vrijheidt : openluchtspel op historische gegevens gebaseerd in twee tafrelen en een epiloog, geschreven ter herdenking van de eerste vrije Statenvergadering, welke in 1572 te Dordrecht werd gehouden / door J. van Randwijk. – Dordrecht : Morks, 1947. – 36 p. : afbeeldingen ; 22 cm. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 21287)

De overgang van Gouda, Dordrecht, Leiden en Delft in de zomer van het jaar 1572 / door J.C. Boogman : Tijdschrift voor geschiedenis 57 (1942) 81-112

Dalen, J.L. van, Sententiën over berouwvolle ketters; niet gepubliceerde bronnenuitgave over de door Franciscus Sonnius te Dordrecht gevoerde processen in de periode mei-juli 1555, begin 20e eeuw; 1 band + losse stukken; afschriften uit Stadsarchief 1200-1572, inventarisnummer X 21, blz. 642-696 (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 150, inventarisnummer 1576)

R.C. Bakhuizen van den Brink, ‘Eerste vergadering der Staten van Holland, 19 juli 1572’, in: idem, Cartons voor de geschiedenis van den Nederlandschen vrijheidsoorlog (2 dln., ‘s-Gravenhage, 1891-1898 3 ), p. 161-211

Te laat gevonden : novelle over de gebeurtenissen in het jaar 1572 / door J.L. van Dalen. – S.l. : s.n., 1898. – 71 p. : tekening Van der Nat ; 25 cm. – Uit: Europa (1898), II, p. 197-267. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 20190)

Dordrechts afval 25 junij 1572 / door G.D.J. Schotel. – Wageningen : Bronsveld, 1872. – 16 p. ; 23 cm. – In: Voor drie-honderd jaren; volks-bladen ter herinnering aan de schoonste bladzijden uit onze geschiedenis, 4e jg. nr. 6, p. 85-100 (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 20407 en 20703)

Uittreksels uit Resoluties van de vroedschap van Gouda van 12 juli en 21 oktober 1572 aangaande een vergadering van de Staten van Holland te Dordrecht op 19 juli 1572 en een dagvaart naar Dordrecht, 1572 (afdrukken 1972); 2 stukken (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 150, inventarisnummer 2543)

Belangrijke brief door Willem I, prins van Oranje, den 16 Mei 1572 uit Dillenborch geschreven aan zijne vrienden in Dordrecht met eenige geschiedkundige bijzonderheden tot dezelve betrekkelijk / uitgegeven door J. Smits Jz. – Dordrecht : s.n., ca. 1835. – 32 p. : facs. ; 21 cm. (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 489, inventarisnummer 10134, 20409 en 21155)

Ontwerpvonnis van de Raad van Beroerten tegen de Dordtse doopsgezinden Jan Wouterszoon van Cuyck en Adriaenken Jansdr, 1572 maart 8 (foto van origineel in ARA Brussel met transcriptie); 2 stukken. – Zie mr. J.J. Beyerman ‘Een vonnis van de Bloedraad over twee Mennonieten in 1572’ in Zuid-Hollandse studiën deel 2 (Dordrecht; RAD, Archiefnummer 150, inventarisnummer 2000)