Libertatis praesidium

Latijn. Vertaling: Bolwerk der vrijheid.

Devies van de Leidse universiteit, onder andere gevoerd als randschrift om het universiteitszegel.

Het sinds 1917 gebruikte zegel van de Universiteit Leiden met de zinspreuk Libertatis praesidium. Naast Minerva is links het wapen van Holland afgebeeld, rechts het wapen van prins Willem van Oranje en onderaan het wapen van Leiden.

Toelichting

Het devies is als randschrift om het zegel ingevoerd in 1917 door de toenmalige rector magnificus, Cornelis van Vollenhoven, hoogleraar in de rechtsgeleerdheid. Degene die als eerste de uitdrukking `bolwerk der vrijheid’ in het Latijn bezigde was de rector magnificus P. Hofman Peerlkamp in een rectorale oratie van 1839. Deze term trof de neerlandicus Matthias de Vries, die haar in het Nederlands herhaalde in 1863 bij het halve eeuwfeest van het Koninkrijk der Nederlanden, in zijn Toespraak tot de studenten der Leidsche Hoogeschool . Hij gebruikte de term opnieuw in het Latijn in 1874, het derde eeuwjaar van het beleg en ontzet van Leiden. In zijn diesrede van dat jaar wees hij als oorsprong van de term op de woorden van prins Willem van Oranje in een brief aan de Staten van Holland van 28 december 1574. De prins stelde daarin voor een universiteit op te richten “tot een vast stuensel ende onderhoudt der vryheyt”. Sinds dat eeuwjaar is de term populair geworden en in 1917 op voorstel van Van Vollenhoven officieel aangenomen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de term ook van toepassing geacht op de geschiedenis van de universiteit onder de nazi-bezetting. Een van de ramen in het groot auditorium van de universiteit kreeg een voorstelling in gebrandschilderd glas, waarin de spreuk een plaats kreeg.

Gebrandschilderd raam in het groot auditorium van de Leidse universiteit met de zinspreuk Libertatis praesidium. Afgebeeld in R.P. Cleveringa, hoogleraar rechtsgeleerdheid, die op 26 november 1940 protesteerde tegen het ontslag van de joodse hoogleraren. Daags daarna werd de universiteit door de bezetter gesloten.

Literatuur

H.J. de Jonge, `Ouderdom en herkomst van het devies der Leidse universiteit’, Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken 70 (1978) 143-146