Does, Jan van der, heer van Noordwijk


(Janus Dousa)

Nederlands edelman, dichter en militair

Noordwijk, 6 december 1545 – ‘s-Gravenhage, 8 oktober 1604

Jan, of Johan, van der Does, heer van Noordwijk. Rijksmuseum Amsterdam , objectnummer: RP-P-OB-48.691

Biografie

Jan van der Does stamde uit een adelijk Hollands geslacht, maar verloor al op vijfjarige leeftijd zijn ouders Johan van der Does, heer van Noordwijk, Langeveld en Kattendijke en diens tweede vrouw, Anna van Nijenrode. Hij kwam onder de hoede eerst van zijn grootvader Frans van Nijenrode, daarna van zijn oom Werner van der Does, die hem voor zijn opleiding in Lier en Delft onderbrachten. Daarna studeerde hij in Leuven, Dowaai en Parijs. In 1566 keerde hij terug naar Holland om zijn heerlijkheid Noordwijk te besturen; in hetzelfde jaar trouwde hij met Elizabeth van Zuijlen van Nijeveld. Hoewel hij het Verbond der Edelen had ondertekend, ging zijn belangstelling voornamelijk uit naar humanistische studies, in het bijzonder naar de Neolatijnse poëzie. Hij publiceerde onder zijn verlatiniseerde naam Janus Dousa. Hij mengde zich niet in de politieke en religieuze troebelen van zijn tijd – hij liet zowel katholieken als protestanten in zijn bezittingen hun gang gaan – en legde in 1567 de nieuwe eed van trouw aan de koning af. In 1570 werd hij hoogheemraad van Rijnland en zag hij zich voor het eerst beschreven als lid van de Ridderschap in de Staten van Holland. In verband met de landgangen van de Watergeuzen werd het hem in zijn Noordwijkse bezitting te gevaarlijk en vestigde hij zich in zijn stadswoning in Leiden.

In 1572 koos ook hij voor de Opstand en sindsdien was hij een belangrijke steun voor Oranje. In december 1572 was Jan van der Does een van de leden van het gezantschap naar koningin Elisabeth van Engeland, om haar om steun in de vorm van geld en manschappen te verzoeken. Toen Leiden door Francisco de Valdez werd ingesloten bevond Van der Does zich in de stad.en nam hij een actief aandeel in de verdediging. Nadat bij een eerste uitval hopman Andries Allertsz was gesneuveld, nam Van der Does het bevel op zich van het legertje vrijwillige stadssoldaten. Overigens is het beleg van Leiden met name een relaas van insluiting en uithongering geweest en was er maar zelden sprake van uitvallen en gevechten van man tot man. Toch vond er onder aanvoering van Jan van der Does een belangrijke uitval plaats naar de Boshuizer schans, op 29 juni 1574, waarvan de burgers terugkeerden met afgehouwen hoofden en oren. Tijdens het beleg nam Jan van der Does met zijn oudere neef Jacob van der Does deel aan het crisisberaad dat van tijd tot tijd werd gevoerd. Hierin waren de neven Van der Does altijd de haviken die tot volhouden vermaanden en van onderhandelingen met de vijand niets wilden weten. Geestverwanten vonden zij in de commissaris van de prins, Dirk van Bronkhorst , en in de stadssecretaris Jan van Hout. Kort na de dood van Bronkhorst op 6 september 1574 benoemde de prins de neven Van der Does tot zijn commissarissen. Zij en Jan van Hout waren de vuurvreters die met de soms weifelende burgemeester Pieter Adriaensz. van der Werff de stad Leiden tot het einde toe voor de prins en de vrijheid wisten de behouden.

Toen na het ontzet duidelijk werd dat Leiden de vestigingsplaats zou worden van de eerste universiteit van de rebellen, werd Van der Does een van de drie curatoren.Onvermoeibaar heeft hij zich toen ingezet voor de uitbouw van de universiteit, o.a. door het aantrekken van beroemde geleerden als Justus Lipsius en Scaliger. Zelf verklaarde Van der Does dat het aantrekken van Lipsius belangrijker was geweest dan zijn rol tijdens het beleg. Sinds 1585 was Dousa tevens bibliothecaris van de universiteit en werd hij benoemd tot historiograaf van Holland als opvolger van Hadrianus Junius. Hiervoor kwam het goed van pas dat hij een jaar later ook benoemd werd tot charterbewaarder van Holland. Zijn geschiedschrijving van Holland beperkt zich echter tot de middeleeuwse geschiedenis en strekt zich niet uit tot de jaren van de Opstand. Tenslotte werd hij in 1591 raadsheer in de Hoge Raad, waardoor hij naar Den Haag verhuisde. Naast zijn talloze ambtelijke verplichtingen vond hij toch nog tijd om een groot oeuvre aan gedichten en commentaren op klassieke schrijvers na te laten.

Anton van der Lem

Website

Een netwerk aan de basis der Leidse universiteit

Handschrift

J. Dousae Album Amicorum (1563-1597).
Plaatsingscode UB Leiden: BPL 1406

facsimile: Een netwerk aan de basis van de Leidse universiteit : het album amicorum van Janus Dousa / facs.-uitg. van hs. Leiden UB, BPL 1406 met inl., transcriptie, vert. en toelichting door Chris L. Heesakkers. – Leiden : Universiteitsbibliotheek Leiden ; Den Haag : Jongbloed, 2000. – 2 dl. ; 16 cm. Titel alleen op titelblad van dl. 2. In cassette

Bijzonderheden

Boek uit de bibliotheek van Jan van der Does:

Corte beschrijuinghe van de strenghe belegheringhe ende wonderbaerlijcke verlossinghe der stadt Leyden in Hollandt … – Van den auteur Ian Fruytiers verbetert ende vermeerdert, met byvoeginghe alle der brieven die aen en vander stadt gheschreuen zijn. – Ghedruct tot Delft : [s.n.], 1577. – 34 bl. ; in-4 (20 cm). – A-H 4 I 2
Bladen aan beide zijden bedrukt. – Knuttel 227. v.d. Wulp 258.
Plaatsingscode UB Leiden: 1498 D 10: Witdoorschoten met aant. in hs. van Jan Dousa. Fol. 17-20 ontbr., doch zijn met de pen bijgeschreven

Literatuur

A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden IV (Haarlem, 1858) 214-219

Biographie Nationale de Belgique : niet opgenomen

Nationaal Biografisch Woordenboek : niet opgenomen.

Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VI (Leiden, 1924) 425-429 (P.J. Blok)

E.O.G. Haitsma Mulier, G.A.C. van der Lem, Repertorium van Geschiedschrijvers in Nederland 1500-1800 (‘s-Gravenhage, 1990) nr. 146.

Chris L. Heesakkers, ‘Propaganda poética en la Guerra de Flandes. Dos odas y una sátira latinas de Janus Dousa’. In: Revista de Estudios Latinos, Número 9, 2009, 149-190.

Chris Heesakkers, `”Hoe Noordwijks is Janus Dousa?”. Lezing uitgesproken op 11 november 2004 ter gelegenheid van de vierhonderdste sterfdag van Janus Dousa’, in: Kernpunten (Mededelingenblad van Vereniging “De Oude Dorpskern” te Noordwijk) 20 (2005) nr. 64, p. 4-12.

Janus Dousa, 1604-8 oktober-2004 : ter herdenking op 8 oktober 2004, 400e sterfdag van Jan van der Does, heer van Noordwijk / [samenst. catalogus: Rudi van Maanen en Benata Hengstmengel]. – Leiden : Gemeentearchief, 2004. – Ongepag. ; 21 cm. Expositie 5 t/m 19 oktober 2004, objecten uit Universiteitsbibliotheek, Stedelijk Museum De Lakenhal en Gemeentearchief Leiden. – Omslagtitel.

Een welbesteed leven en een vroom verscheiden : lijkrede op Janus Dousa (1604) / Petrus Bertius ; ingeleid, uitgegeven, vertaald [uit het Latijn] en van noten voorzien door Chris L. Heesakkers en Wilhelmina G. Heesakkers-Kamerbeek. – [S.l. : Florivallis], 2004. – 59 p. : ill., portr. ; 21 cm

Bertius’ Lijkrede op Janus Dousa verscheen 8 oktober 2004 bij gelegenheid van diens 400-ste sterfdag. – Bevat ook de Latijnse tekst o.d.t.: Petri Bertii Oratio de vita et obitu nobilissimi viri domini Iani Dousae …. – Met index, lit. opg. ISBN 90-75540-25-6

‘Generum mihi fata dederunt’ : ‘Het lot schonk mij een schoonzoon’ : Janus Dousa en Friesland / Chris L. Heesakkers. – Ljouwert [Leeuwarden] [etc.] : Fryske Akademy. – (FA ; nr. 928)
In: Speculum Frisicum : stúdzjes oanbean oan Philippus H. Breuker: (2001), p. 79-94. Met lit.opg.

Lipsius, Dousa and Jan van Hout : Latin and the vernacular in Leiden in the 1570s and 1580s / Chris Heesakkers. – Voorthuizen : Florivallis. In: Lipsius in Leiden : studies in the life and works of a great humanist on the occasion of his 450th anniversary: (1997), p. 93-120.

Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen : de Leidse Neolatijnse dichter Janus Dousa (1545-1604) / Chris L. Heesakkers ÿ& Wilma M.S. Reinders ; [red.: Jan Biezen]. – Leiden : Dimensie, 1993. – 107 p. : ill. ; 21 cm. – (Leidse opstellen ; 19). Opl. 1000 genummerde ex. – Deelnummer in colofon abusievelijk 17. – Met lit. opg. en reg. ISBN 90-6412-097-8

Praecidanea Dousana : materials for a biography of Janus Dousa Pater (1545-1604) : his youth / door Christiaan Lambert Heesakkers. – Amsterdam : Holland Universiteits Pers, 1976. – [VIII], 205, [VI] p. : ill. ; 24 cm Bevat ook aan of door Janus Dousa geschreven brieven uit de periode 1568-1572. – Bevat tevens een briefwisseling tussen Victor Giselinus en Janus Dousa. – Gedeeltelijk in bewerkte vorm eerder verschenen in: Lias, vol. 2(1975), p. 5-54 en 191-248. – Proefschrift (L.) Leiden. – Met bibliogr. en samenvatting in het Nederlands. ISBN 90-302-1208-X

Janus Dousa en zijn vrienden : leidraad bij een tentoonstelling georganiseerd door de Leidse Universiteitsbibliotheek in het Leidse Gemeentearchief van 20 augustus tot 15 september 1973 / door C.L. Heesakkers. – [Leiden] : Universiteitsbibliotheek, 1973. – 51 p. : ill. ; 21 cm. Tentoonst. i.h.k. van het 2e Intern. Congres voor Neolatijnse studiën te Amsterdam, 19-24 augustus 1973. – Met bibliografie. – Samenvatting van de inleiding tot de tentoonstelling in het Engels.

Het edele driemanschap Van der Werf, Dousa, Van Hout / G.D.J. Schotel. – Haarlem : Kruseman en Tjeenk Willink, 1874. – 63 p. : ill. ; 28 cm. Uitg. bij gelegenheid van het driehonderdjarig herdenken van Leiden’s Ontzet, in October 1874. – Ook beschikbaar in microvorm.

Laudatio Jani Dousae : cum subjunctis annotationibus / auctore Matthia Siegenbeek. – Lugduni Batavorum : V. Herdingh, 1812. – in-8. Saakes 5 (1812), p. 302.

Redenvoeringen / van Abraham Vereul. – Amsterdam : bij W. Holtrop, 1790. – [8], 175 p. ; in-8.Bevat: Lofrede op Janus Douza, den ouden, en: Lofrede op Jacobus Bellamy.

Choix de poésies, traduites du Grec, du Latin et de l’Italien. : Contenant la Pancharis de Bonnefons, les Baisers de Jean Second, ceux de Jean Vander-Does, des morceaux de l’Anthologie & des poëtes anciens & modernes, avec des notices sur la plupart des auteurs qui composent cette collection / Par M.E.T.S.D.T.. – A Londres : [s.n.], 1786. – 2 dl. ; in-12 E.T.S.D.T. is Édouard Thomas Simon.

Danielis Heinsii Lavdatio nobilissimi amplissimi clarissimi´que viri Iani Dovsæ, Nordovici ÿ& Cattendici toparchæ … academiæ Lugduno-Bat. curatoris, &c. : Accedunt ejusdem Manes Dousici, Elegia item funebris Josephi Scaligeri, ÿ& aliorum quædam. – Lvgdvni Batavorvm, : ex officinâ Ioannis Patii …, 1605. – 71 p. ; in-4. – A-I 4. Knuttel 1285.

Oratio de vita et obitu Iani Dovsæ … habita Lvgdvni Batavorvm post exsequias ejusdem / P. Bertii. – Lugdvni Batavorvm : ex officinâ Ioannis Patii, 1604. – 32 p. ; in-4