dutch_bronnen_1572 07 13 ned.html

Instructie voor Filips van Marnix van Sint-Aldegonde, vertegenwoordiger van prins Willem van Oranje op de eerste, vrije Statenvergadering van Holland
13 juli 1572

Toelichting : In juli 1572 riep Dordrecht, als oudste stad van Holland, op eigen gezag de zustersteden uit Holland bijeen om te beraadslagen over de situatie. Vele steden hadden zich na 1 april voor de prins verklaard, waaronder het genoemde Vlissingen. Andere steden hielden de kant van de koning, als Amsterdam, of waren door de koninklijke stadhouder Boussu met geweld weer onder gezag van de koning gebracht (Rotterdam). Lodewijk van Nassau was erin geslaagd Bergen in Henegouwen te verrassen, waar hij op hulp van de Franse hugenoten wachtte. Alva hield zijn leger in het Zuiden om de dreiging die van Bergen uitging te neutraliseren en om voorbereid te zijn op een tweede inval van Oranje, later dat jaar. Voorlopig moest Alva de steden in het Noorden dus ongemoeid laten, die zo de gelegenheid kregen zich te organiseren. Marnix was in Dordrecht aanwezig als vertegenwoordiger van de prins, die de instructie ondertekende in zijn legerkamp te Kaldenkirchen, even ten zuidoosten van Venlo.

Vindplaats : R.C. Bakhuizen van den Brink, Cartons voor de geschiedenis van den Nederlandschen vrijheidsoorlog (2 dln., ‘s-Gravenhage, 18983) 190-194. Engelse vertaling in: E.H. Kossmann, A.F. Mellink, Texts concerning the revolt in the Netherlands (Cambridge, 1974)

Copie
Instructie ende bericht voor Joncher Philips van Marnix, heere van St. Aldegonde etc. gecommitteerde mijn genadigen heere ende voerst, den Prince van Orangien, om de stadt van Dordrecht van zijne V.G. wegen te trecken ende aldaer in de versamelinghe der staten sulck uyt te richten als zijne V.G. hem bevolen ende belast heeft.
I. In den eersten: nademael de staten ende gecommitteerde der omliggende steden in de stadt van Dordrecht tegen den XVden des maents July bescheyden ende verschreven voirgenomen hebben te verhandelen van de gemeyne regeringe des Landts, soo sal de voergen. gecommitteerde van weegen zijne V.G. bij hem aenhouden, dat zij eensamer ende gelijcker handt besluyten te bekennen sijne v.G. voer den generalen gouverneur ende lieutenant des Conincx, over Hollandt, Zeelandt, Vrieslandt ende Sticht van Vuytrecht alzoo hij te voeren geweest, ende daer toe van de Co. Mat. wettelijck ende behoerlijck is gecommitteert geweest, sonder dat naederhandt eenyge wettelijcke ende der costumen ende rechten des landts gelijckformighe afstellinge oft veranderinge sy naegevolght.
II. Item dat daer beneven zij besluyten, hoedat zij sich metten anderen landen ende provincien zullen vergelijcken ende overeendragen des aengaende, dewijle de andere landen noeyt en hebben sijne V.G. voer haeren gouverneur gehadt ende nyettemin als een voerneempste gelidmaet der generale staten des Landts, schuldich wesende het landt van de vreempde tyrannen ende onderdruckeren in zijne oude rechten ende privilegien te beschermen ende te beschutten, hem als haren beschermer ende in affwesen der Co. Mat. als haer hooft oyck bekennen ende daervoer aensien.
III. Item dat zijne v.G. meyninge ende begeerte is dat zij den welgeboren Grave van der Marck, Heere van Lumey etc. bekennen ende ainnemen voir den generalen Lieutenant ende Stadthouder in der Graeffschepe van Hollandt, als daer toe gecommitteert nde ingevest wesende van wegen Sijner V.G.
IV. Met sulcker conditie ende aenhanck, dat de voorschr. Grave van der Marck sal gehouden sijn sich te schicken ende reguleren nae inhoudt der commissie, die zijne v.G. hem tot dyen eynde heeft toegeschickt.
V. Ende dat zijn Lieutenantsampt tot geenen nadeel strecken en sal den anderen particulieren gouverneurs die van zijne V.G. besundere commissien van gouverneurs in eenyge steden hebben ontfangen.
VI. Item zullen oick de vergaerde staten ende gedeputeerde van de steden beraetslagen ende ordonneren de beste ende bequaemste middelen om te verzien op ‘t faict van de oirlogheschepen zijn v.G., op dat deselve ende over de gecommitteerde op deselve schepen goede wettelijcke ordeninge ende politie worde gestelt ende onderhouden; desgelycken oick over de gouverneurs, capiteynen, bevelhebberen ende andere gecommitteerden; item over de crijchsluyden ende andere op het landt, die binnen de graeffschepe van Hollandt van zijne V.G. eenich bevel ofte commissie hebben, ofte anderssins zijne V.G. ten dienste staen, eene goede loflijcke ordeninge ende politye tot bescherminge ende beschuttinge des lants, tot de alderminste overlastinge der ingezetenen ende borgeren, ende tot eene goede vereeninghe ende accordt aller standen onder den anderen werde ingestelt ende onderhouden.
VII. Ende dat tot dien eynde alle Gouverneurs, lieutenanten ende bevelhebberen, zoo generale als particuliere, onder malcanderen eene goede overeencominge ende correspondentie houden ende desselven gelijcken oyck die steden onder malcanderen.
VIII. Item sullen voorts beraetslagen ende ordonneren over de beste en bequaemste middelen, daerdoer de oude privelegien, rechten ende usantien der steden, die haer deur de Albanische tyrannnie ofte anderssins onttrocken ende afgescheydicht mochten zijn, wederom in heure wesen, bundicheyt, cracht ende onderhoudinge gebrocht ende gestelt mochten worden, navolgende die privelegien ende rechten, dye de Coninck de landen heeft geswoeren; sal daerenboven de voergenoemde gecommitteerde van sijner V.G. wegen der vergaderinge voerhouden en aengheven zijner v.G. meeninge nyet anders te wesen, dan dat onder de wettelycke ende loffelijcke regeringe des Conincks van Spaingien, als Hertoege van Brabant, Lothringe, ende Lemborch, Grave van Vlaenderen, Hollandt, Zeelant etc. de macht, auctoriteyt ende aenzien der Staten wederom mach in haer oude wesen gebracht ende gestelt worden, navolgende de privilegien ende rechten, die de Coninck den landen heeft gesworen, sonder dewelcke Staten zijne v.G. haer nyet vervoerderen en wil yet te doene ofte te bevelen dat de generaliteyt der Landen zoude cunnen nadeelich sijn ofte eenichzins aengaen.
IX. Begerende oick daer tegen, dat zij de staten aldaer vergadert sich verobligeren ende verbinden ende oick bij den anderen zullen aenhouden, in eghien accoort, appoinctement ofte vergelijcken te treden, het zij met den Coninck zelven, of met eenyge, die bevel oft Commissie van zijner mat. zouden willen oft cunnen voorwenden, noch oick yet anders te doen ofte te besluiten, het welcke de generaliteyt der Leden mochte aengaen, sonder zijne voersz. G. advys, consent ende verwillinghe daer op te hebben ende zijne v.G. daer inne te begrijpen, zoeverre zijne V.G. voir goet aensaege dat men zulcx dede.
X. Alsoo oyck zijne v.G. van zijnen weegen sich verbinden ende verobligeren wil sulcx nyet te doen noch te laeten doen, sonder advys ende consent der staten, oft immers des meestendeel de zelve, ende zonder de zelve staten ende landen daer innen te begrijpen, indien ende bij alzoo zij zulcks begeeren.
XI. Tot desen eynde sullen de staten aldaer vergadert ende de gedeputeerden der steden zijne v.G. eedt doen in handen des gecommitteerden zijner v.G., hem getrouw te wesen ende nyet te verlaten tot den eynde toe, maer hem bij te staen ende te hulpen met allen middelen, die hem moegelick zullen sijn ende dese voergenoemde poincten getrouwelijck te achtervolgen in alle heure deelen. Alzoo oick de voergenoemde gecommitteerde van zijner v.G. hun allen schut ende scherm ende onderhoudinge der voergehaelde puncten respectivelijck, soo vele als het zijne v.G. belangt, met eedplicht sal beloven ende toeseggen.
XII. Voirder sal de voergenoemde gecommitteerde van zijner v.G. den voergenoemden Staten ende gedeputeerden aldaer vergadert voirhouden ende particulierlijck verhalen de staet ende gelegentheijt zyner v.G. Item die conditien op de welcken hij vergelijcken is met den Oversten ende Rentmeesters.
XIII. Ende daer op versoecken dat zij willen voir de stat van Dordrecht tsamen metten anderen gedeputeerden, een ieder voer de zijne, borgen wesen voer de betaelinghe van drye maanden, ofte immers an die steden aen houden dat zulcx in alle neersticheyt ende haest verricht worde.
XIV. Ende hyer en tusschen oick zoe vele penningen in haest met alder diligentie, elck eene stadt voer haer deel, up brenghen als het immer moegelijck is tot behoeff zijner voirscr. G. om de voirscr. betaelinghe aen te vangen.
XV. Verstaende dat zijne v.G. den voorscr. steden, die alzoo sullen borghe zijn, verbinden sal ende verobligeren alle de penningen, welcke men zoo te Vliessingen, tot Berghen in Henegouw ende elders waer het zij, zal cunnen, het zij bij bueten op den vijanden ofte andersins, becomen, soo verre tot dat zij hare betalinghe ende remborerseringhe daer op verhaelt zullen hebben. Ende dat alles wat zijnder v.G. van de voirscr. penningen lichten sal ende gebruycken tot de voergenoemde betaelinghe van den zelven, in afcortinge der principaele somme sal gereeckent worden.
XVI. Item dat zij zullen alle goede middelen overleggen ende te wercke stellen dat up wisselbrieven van zijne v.G. ghelt macht gelichtet werden tot behoeff der betaelinghe, het zij van wegen des ghelts, dat van elderen getelt mochte zijn, ofte eenyge waren ende coopmanscheepen dye op eenyghe andere plaetsse van zyner v.G. ware gelevert.
XVII. Sal him voirder de voergenoemde gecommitteerde voirhouden van weegen sijner v.G. dat zij willen goede correspondentie ende overeencominge houden met den anderen steden in Brabant, Vlaenderen, Henegouw ende in Gelderen, Overyssel, Vrieslandt etc. ende anderen landen liggende.
XVIII. Deselve vermanende met brieven ende andere bequaeme middelen ende met allen vliet aenhouden dat zij de vrijheid ende welvaerts des vaderlandts willen behertighen ende sich mede in den gemeyn verbondt ende accord begeven ende vuyt den handen der Spaignaerts, navolgende hare oude rechten ende privilegien, onder de gehoersaemheyt des Conincx ende bescherminghe zijner v.G. stellen.
XIX. Hun wel te verstaen ghevende den vasten onverbrekelycken bandt ende de nutticheyt, die dese eenicheyt den gantschen Lande brengen sal.
XX. Sal met hen oyck verhandelen over de beste ende bequaemste middelen om de andere overblijvende steden als Vuytrecht, Amsterdam, Rotterdam etc. hyer toe te brenghen ende te beweegen.
XXI. Item sal met hem oick verhandelen van regeerders ende gouverneurs der steden in Hollandt, begeerende daer in haeren raet ende advys ende dat sij zelve Edellieden noemen, die daertoe zouden bequaem wesen ende hem voirtdragende dengenen dye by zijne v.G. voirhanden zijn.
XXII. Item van de beste middelen om dye schepen die voer Amsterdam liggen van daer te crijgen .
XXIII. [Sal hun oyck antwoorde gheven aengaende den zone des Borgemeesters tot Dordrecht die ter Gouwe casteleyn is.]
XXIV. Sal oick met hen verhandelen hoe men op het alderbeste ende bequaemste sal moegen met den geestelickheyt ende anderen, dye sich van deze zaecke openbaer vianden vercleert hebben, sal moegen handelen, soo wel aengaende hare goederen als de personen. Aldus bij zijne v.G. gedaen tot Aldekercken in de voogdij van Geldren, opten derthiensten dach Julii anno vijftienhondert tzeventich ende twee.
Ende was ondergeteyckent Guille de Nassau, onder stondt noch geschreven Bruyninck. Naer voergaende collatien gedaen tegens synen originale is daer mede bevonden accorderende bij mij