Haarlem

Haarlem had zich aan het eind van de Middeleeuwen ontwikkeld tot een belangrijk economisch en bestuurlijk centrum in het Noorden van Holland. Deze relatieve machtspositie werd aan het einde van de vijftiende eeuw ondermijnd door de centralisatiepolitiek van respectievelijk de Bourgondische hertog en de Habsburgse vorsten, die hun gebieden vanuit Brussel bestuurden. Zij verlangden hoge belastingen van de steden. Net als verschillende andere Nederlandse steden kwam het Haarlemse stadsbestuur door deze belastingdruk in de financiële problemen. In 1492 nam de vorst maatregelen om deze druk te verlichten, al moest de stad in ruil daarvoor concessies doen: ze verloor een deel van haar bestuurlijke autonomie. Onpopulaire belastingen en een politiek van centralisatie kenmerkte na Karel V ook het beleid van Filips II. Voor het stadsbestuur van Haarlem was het één van de redenen om zich aan te sluiten bij de Opstand.

Een tweede bron van onvrede die aan deze beslissing bijdroeg was de stellingname van de stad in de geloofskwestie. De stad maakte al kennis met de Reformatie, toen een Augustijner monnik, binnengesmokkeld door bakker Jan Mathijszoon, de ideeën van Luther in de St. Bavo verkondigde. Buiten de stadsmuren werden hagenpreken gehouden, en binnen de muren werd de katholieke eredienst bespot en geestelijken belaagd. Toch werd de situatie pas echt grimmig in de jaren dertig, toen de beweging van de anabaptisten een brede aanhang vond in de stad. De eerdergenoemde Jan Mathijszoon ontpopte zich als een ‘profeet’ en stichtte samen met de bekende Jan van Leiden een ‘Nieuw Jeruzalem’ in de stad Munster. Het Hof van Holland trad in 1534 echter hard op, waarbij dopers uit Haarlem en Amsterdam in Haarlem op het Sant terecht werden gesteld. De dopers hielden zich hierna rustig en doken onder.

Het stadsbestuur besloot ondertussen de problemen bij de bron aan te pakken, en onder invloed van de humanistisch georiënteerde elite van stad werden er pogingen gedaan om het kerkelijk leven te verbeteren. In 1536 werd de Bisschop van Utrecht een residentie aangeboden en in 1559 werd na een bisschoppelijke herindeling Nicolaas van Nieuwland als bisschop aangesteld over het nieuw gevormde bisdom Haarlem. De St. Bavo werd bovendien een kathedraal met een eigen kapittel kanunniken. De geestelijkheid werd strenger beoordeeld op geschiktheid. Met de verschillende maatregelen hoopte de kerk de gelovigen tot grotere devotie te inspireren en de hervormers de wind uit de zeilen te nemen. Prediking van hervormde ideeën werd verboden en de protestantse Hendrik van Brederode , heer van het naburige kasteel Brederode, werd verzocht om preken op zijn grondgebied zo ver mogelijk bij de stad vandaan te houden.

Door adequaat in te spelen op de gebeurtenissen kon het stadsbestuur voorkomen dat er in Haarlem een Beeldenstorm plaatsvond; toch verbeterde de situatie van de hervormingsgezinden na augustus 1566. Willem van Oranje wist, waarschijnlijk mede dankzij de inzet van Dirck Volckertszoon Coornhert , toenmalig secretaris van het College van Burgemeesters van Haarlem, het stadsbestuur namelijk te bewegen vrijheden toe te staan aan de protestanten in de stad. In oktober 1566 werd vlak buiten de stadsmuur een houten noodgebouw opgericht waarin de protestantse dienst was toegestaan. De komst van de Hertog van Alva, in 1567 gooide echter roet in het eten. De noodkerk werd gesloten en Coornhert werd opgepakt. Bovendien bood de Bisschop van Haarlem in 1570 zijn ontslag aan en zijn opvolger, Godfried van Mierlo, werkte volledig volgens de lijn van Alva.

Het stadsbestuur was het echter niet eens met de berechting van haar burgers. In juni 1572 (het Geuzenjaar) keerden enkele bannelingen samen met Gerard van Berckenrode, commissaris van Willem van Oranje, terug in Haarlem. Vervolgens besloot de stad op 4 juli Filips II als heer te erkennen, maar Willem van Oranje te steunen als stadhouder. Haarlem koos hierbij vóór de Opstand en vóór de religievrede. Vervolgens werd, op 17 juli, de Onze-Lieve-Vrouwekapel op Bakenes in de stad ingericht voor de gereformeerde eredienst.

Voor Haarlem betekende deze keuze ook meteen oorlog. In december 1572 verscheen Don Frederik, de zoon van Alva, met een leger voor de stad en begon aan een lange belegering. Zeven maanden later, op 13 juli 1573, gaf de stad zich uiteindelijk over. Symbool van het uitputtende beleg werd Kenau Simonsdochter Hasselaer, een dappere weduwe die twee vrouwenvendels zou hebben aangevoerd in de strijd tegen de Spaanse belegeraars. De beëindiging van het beleg werd duur betaald; de stad moest plundering afkopen met een bedrag van 240.000 gulden. Verder werden er naar schatting 1700 mensen omgebracht bij de inname, vooral soldaten die de stad verdedigd hadden. Verder moeten er 600 tot 700 burgers en soldaten zijn omgekomen tijdens het beleg. Na de overgave werd er een Spaans garnizoen in de stad gelegerd, wat opnieuw voor veel kosten en problemen zorgde toen door hun toedoen in 1576 een grote brand uitbrak. Toen in 1577 de stad in handen kwam van Willem van Oranje en de soldaten wegtrokken, verkeerde de stad nog steeds in een ellendige toestand.

Na 1577 was de oorlog voor Haarlem wel voorbij en kon er begonnen worden aan de wederopbouw. De herstelkosten werden geschat op 1.4 miljoen gulden en de Staten van Holland werd om steun gevraagd. Deze verstrekten de stad in 1581 een subsidie. Tegelijkertijd kreeg de stad de beschikking over de goederen uit de katholieke kerken en kloosters. Deze maatregel betekende het einde van de religievrede die in 1577 opnieuw was ingesteld. Om de economie te stimuleren kreeg de stad bovendien vrijstelling van belastingen. Veel Vlaamse en Waalse vluchtelingen kwamen vervolgens op het financieel gunstige klimaat van Haarlem af, en vooral de val van Antwerpen in 1585 leidde tot een instroom van geschoolde ambachtlieden die met name de textielnijverheid deden opbloeien. Als gevolg daarvan was de stad aan het eind van de 16 e eeuw aan uitbreiding toe. Erg vernieuwend ging de stadsbestuur hierbij niet te werk. De nieuwe wijken werden op oude klooster- en industrieterreinen gebouwd zonder de structuur van het stratenpatroon te verbeteren, en ook de vestingwerken werden op oude wijze herbouwd. Pas in 1642 werd besloten tot een nieuwbouwwijk buiten de stad, maar deze werd nooit gerealiseerd. De toestroom van immigranten nam daarna ook af, en in de loop van de zeventiende eeuw zou de textielindustrie stagneren.

Aan de religievrede die in Haarlem heerste na het akkoord van Veere in 1577, kwam zoals gezegd uit financiële nood een einde. Toch is het religieuze klimaat in Haarlem altijd mild gebleven. Toen in 1578 de St. Bavo werd gezuiverd van de katholieke relieken en gelovigen daarbij werden gemolesteerd (de ‘Haarlemse Noon’), was dit het initiatief van het geuzenleger dat op dat moment in de stad verbleef en niet van de lokale bevolking. Bisschop Van Mierlo is na die gebeurtenis de stad uitgevlucht, maar het stadsbestuur en de vroedschappen bestonden tot 1618 uit personen met verschillende religieuze achtergronden. De katholieken werden bovendien nooit uitgesloten van het bestuur of andere functies. De Katholieke Kerk verloor in Holland in 1581 al zijn rechten als publieke kerk, maar de gelovigen zelf werden in Haarlem niet vervolgd.

De gereformeerde kerk, nu de nieuwe publieke kerk, kon na de oorlog beginnen aan de opbouw van een gemeenteleven. In 1580 kreeg zij de St. Bavo toegewezen voor de eredienst. Dat Haarlemmers op religieus gebied niet de harde lijn volgden blijkt ook uit de steun die de stad bood aan de remonstranten in 1609. Als reactie greep prins Maurits in 1618 hard in, en werd het complete stadsbestuur vervangen door contraremonstranten. Dit nieuwe bestuur zou nog lang van invloed blijven in de stad, aansturend op een oorlogszuchtiger beleid en vermindering van religieuze tolerantie. In 1622 werden dan ook stedelijke milities ingezet in Overijssel, en de oorlogsbelastingen zouden in 1624 nog tot een opstand leiden, de ‘Boterkrijg’. Uiteindelijk werd ook Haarlem oorlogsmoe en stemde voor vrede. Na het tekenen van de Vrede van Munster op 5 juni 1648, werd in Haarlem dan ook gefeest.

H. Cornelisse

Naslagwerken

1545-1575: Stedenatlas Jacob van Deventer : 245 stadsplattegronden uit 1545-1575 – schakels tussen verleden en heden / Reinout Rutte en Bram van Nieuwenhuyze ; cartografie Yvonne van Mil. – Bussum : THOTH ; Tielt : Lannoo, 2018: p. 340-341.

1612: Beschryvinghe van alle de Neder-landen door Ludovico Guicciardini, vermeerderde uitgave, p. 197, 199-200.

Nijhoff/Van Hattum, Bibliotheek van Noord-Nederlandsche plaatsbeschrijvingen tot het einde der 18de eeuw. ‘s-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1953 > nr. 4-6 (S. Ampzing), nr. 48 (S. de Bray), nr. 54 (G. van Oosten de Bruyn), nr. 228-230 (J. van Oudenhoven), nr. 275-278 (Th. Schrevelius), nr. 299 (G. Tysens), nr. 327 (J. van Westerhoven).

Bronnen

Het beleg en de val van Haarlem volgens Emanuel van Meteren

Primaire literatuur

Liedeken op het Haerlemsche beelden-levgen-myrakel inden Bloemendaelschen appelboom: Op de stemme. Sal ik noch langer in heete traenen, etc. (Haarlem 1628). UB Leiden, plaatsingscode THYSPF 3382.

Newe Zeitung : Warhafftige vnd Erbärmliche Newe Zeittung, was sich verlauffen vnd zugetragen hat vor Harlem vnnd inn der Stadt, von dem Neundten Julij, biß auff den vierundzwentzigsten, auch wie der Duca de Alba die Stadt eingenommen hat, auch dem Printzen in die achttausent Mann erschlagen, alle Munitzion, Brouiant vnd Geschütz genommen, auch wie er nachmals in Harlem an Weib vnd Kindern gehandelt hat ; Item, Wie auch die Spanier den ersten Augusti ein anlauff für Delff gethon haben, vnd eilffhundert in dem anlauff geblieben, darinn der Printz jetziger zeit ligt M.D.LXXiii (Nidernwesel, Johannem Drueß [1573]). UB Leiden, plaatsingscode PAMFLT 1573: 3.

Ampzing, S., Den lof van Haerlem (Haarlem 1616). UB Leiden, Leeszaal Bijzondere Collecties, plaatsingscode THYSIA 1893.

Ampzing, S., Beschrijving ende lof der stad Haerlem in Holland (Haarlem 1628). UB Leiden, Lees zaal Bijzondere Collecties, plaatsingscode 398 B 15.

Coornhert, D. Volkertszoon, Politieke geschriften : opstand en religievrede, onder red. van J. Gruppelaar (Amsterdam 2009). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 8603 C 12.

Heussen, F.H.L., van, Batavia sacra, sive res gestae apostolicorum virorum, qui fidem Bataviae primi intulerunt (Brussel 1714). UB Leiden, Leeszaal Bijzondere Collecties, plaatsingscode 1132 A 9.

Heussen, F.H.L., van, en H. van Rijn, Oudheden van Kennemerland, Amstelland, Noord-Holland en West-Friesland , in: Kerkelijke historie en outheden der zeven vereenigde provincien, deel 4 (Leiden 1726). UB Leiden, Leeszaal Bijzondere Collecties, plaatsingscode 1413 D 27: 1.

Höe von Höenegg, M., Beweeglijcke brieff, gheschreven aen den vorst van Lichtensteyn, by […] Mathias Hoe. Waer inne hy klaecht over de reformatie ende verjaginghe der pastoren (Haarlem 1631). UB Leiden, Leeszaal Bijzondere Collecties, plaatsingscode THYSPF 3733.

Schrevelius, T., Harlemias, ofte, om beter te seggen, de eerste stichtinghe der stadt Haerlem, het toe-nemen en vergrootinge der selfden : hare seltsame fortuyn en avontuer in vrede, in oorlogh, … harde beginselen van d’eerste Reformatie …, de tijden van Lycester… en wat dies meer is (Haarlem 1648). UvA, Bijzondere Collecties, plaatsingscode O 06-1205.

Schrevelius, T., Harlemias, of Eerste stichting der stad Haarlem; haar toeneemen en vergrooten; zeldzaame avontuur in vrede, oorlog en belegeringen; harde beginzelen van de eerste reformatie; politieque raadslagen; scheuringe in de kerke; de tyden van Lycester … : Vermeerdert met historiesche aantekeningen tot den jaare 1750 (Haarlem 1754). VU Amsterdam, Oude Drukken, plaatsingscode XR.00292.

Sterlincx, P., Een corte waerachtighe beschrijvinghe van alle Gheschiedenissen, Aenslaghen, Stormen. Schermutsingen, ende Schieten voor de vrome Stadt Haerlem in Hollandt gheschiet : mitsgaders … (Delft 1574). UB Leiden, Leeszaal Bijzondere Collecties, plaatsingscode THYSIA 2376.

Verwer, Willem Janszoon, Memoriaelbouck. Dagboek van gebeurtenissen te Haarlem van 1572-1581 . Van aantekeningen, noten en index voorzien door J.J. Temminck (Haarlem, 1973) . UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 2864 F 7.

Secundaire literatuur

De herdenking van het beleg van Haarlem, 1572-1972 (Z.pl., 1973).

Beleg en verdediging van Haarlem in 1572-1573 : van dag tot dag verhaald (Haarlem, 1896).

Voor Haarlem : 1573 : oorspronkelijke historische novelle / door den schrijver van De wezenlijke lotgevallen van Klaasje Zevenster (‘s-Gravenhage, [1868]).

Adriaenssen, ‘De Brabantisering van Haarlem in 1579-1609’, in: Noordbrabants historisch jaarboek 24 (2007) (pp.) 102-135. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode G 1384.

Bijker, S., Godsdienstvrijheid in Haarlem tijdens de Nederlandse Opstand (manuscript 1996). Stichting stadsbibliotheek Haarlem en omstreken, Bibliotheek Centrum : 3 Q 93 MAGAZIJN.

Bonger, H., Leven en werk van D. V. Coornhert (Amsterdam 1978). VU Amsterdam, Oude Drukken : XS.00679.

Bots, P.M., De oude kloosters en abdijen van het tegenwoordige bisdom Haarlem (Rijssenburg 1882). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 2003 E 20.

Briels, J., De Zuidnederlandse immigratie in Amsterdam en Haarlem omstreeks 1572-1630 : met een keuze van archivalische gegevens betreffende de kunstschilders (Utrecht, 1976). UB Leiden, plaatsingscode 3443 G 28.

Bueren, T., van, Tot lof van Haarlem, : het beleid van de stad Haarlem ten aanzien van de kunstwerken uit de geconfisqueerde geestelijke instellingen (Hilversum 1993). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode G 1452 17.

Bulte, M. en A. Neeven, Garnizoensstad Haarlem (Haarlem 1992).

Burch, H. E., Kenau Hasselaar, de heldin van Haarlem : een verhaal tijdens Haarlem’s beleg in 1573 . (Utrecht, [1890]).

J. van de Capelle, Belangrijke stukken voor geschied- en oudheidkunde : zijnde bijlagen en aanteekeningen betrekkelijk het beleg en de verdediging van Haarlem in 1572-73 (Schoonhoven, 1844). UB Leiden, plaatsingscode 1173 B 35.

Capelle, J. van de, Het beleg en de verdediging van Haarlem in 1572-73 (Haarlem 1886).

Dorren, G., Eenheid en verscheidenheid : de burgers van Haarlem in de Gouden Eeuw (Amsterdam 2001). UB Leiden, plaatsingscode 8709 C 33.

Eekhout, Marianne, De kogel in de kerk : herinneringen aan het beleg van Haarlem, 1573-1630. In: Goed/fout; [met bijdragen van Carolina Leduzzi … et al.]. Speciaal nr. van: Holland, vol. 43 (2011), afl. 2, pag. 108-119.

Eekhout, Marianne, ‘Leven tussen hoop en vrees : het belang van het nieuws tijdens de belegeringen van Haarlem en Leiden (1572-1574)’, in: Tijdschrift voor mediageschiedenis, vol. 10 (2007), afl. 1, pag. 4-22, 122. Met samenvatting in het Engels.

Ekama, C. Beleg en verdediging van Haarlem in 1572-1573 (Haarlem 1876).

Enschedé, A.J., Verslag over de geschiedenis van het St. Elizabeths of Groote Gasthuis (Haarlem 1860). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 669 B 23.

Enschedé, A.J., Verslag over de geschiedenis en den eigendom van eenige godshuizen (Haarlem 1861). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 669 B 24.

Essen, L. van der, Kritisch onderzoek betreffende de oorlogvoering van het Spaans leger in de Nederlanden in de XVIe eeuw, nl. de bestraffing van opstandige steden (Brussel 1950-1960).

Gelder, H.A., van, Het menniste Haarlem, bijdragen tot eene geschiedenis der Doopsgezinde Gemeenten te Haarlem, ten dienste van den kerkeraad der Vereenigde Doopsgezinde Gemeente te Haarlem (Haarlem 2000). UvA, Bijzondere Collecties OTM: HB-Mennon.Zl: Z9.3H.

Gelderen, M., van, The Political thought of the Dutch Revolt 1555-1590 (Cambridge 1992). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 3917 F 10.

Gerdes. E., Op weg naar Haarlem : een verhaal voor jongelieden tijdens Haarlems beleg, 1572-1573 (Nijmegen [1889]).

Graaff, J.J., ‘Plaatsbeschrijving der S. Bavo-kerk te Haarlem’, in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 4 (1876) (pp.) 1-121. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode G 178.

Graaff, J.J., ‘Bijzonderheden voor de kerkelijke geschiedenis van het Haarlemse bisdom ontleent aan de levens der Haarlemsche “Maechden van den Hoeck” beschreven door Trijntgen Jans Oly (overleden 29 maart 1651)’, In: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 10 (1882) (pp.) 295-308. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode G 178.

Heijden, M. van der, ‘De kosten van het Beleg van Haarlem, 1572-1593’, in: Holland : regionaal-historisch tijdschrift 35 2 (2003), 63-75. UB Leiden, plaatsingscode G 855.

Hoevenaars, W., ‘Zekere proostdij te Haarlem, St. -Antonis Boomgaard genoemd en aan de abdij van Mariënweerd onderhorig, komt aan het St. -Elisabeths gasthuis dier stad 1542- 1544’, in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 18 (1890) (pp.) 166- 171. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode G 177.

Hoogland, A.J.J., ‘De Dominicanen te Haarlem’, in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 15 (1888) (pp.) 101- 171. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode G 178.

Hulshof, A., ‘Extracten uit de rekeningen van het schoutambacht van Haarlem betreffende wederdopers (1535-1539)’, in: Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap 41 (1920) (pp.) 198-220. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode S 1722 12366.

Huurdeman, P., Het beleg van Haarlem (Alkmaar, [1980]).

Kerk, H.J., van de, De Haarlemse drukkers en boekverkopers, 1540-1600 (Den Haag 1941). UB Leiden, Gesloten Magazijn, collectie Dissertaties, plaatsingscode DISUTR 1941: 28.

Kleijntjens, J. en H.F.M. Huijbers (red.) Documenten over den beeldenstorm van 1566 in de Boergondische monarchie , deel. 1: Haarlem (Tilburg 1929). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 3517 A 2, betreft 1.

Kooij, Barbara, ‘Brieven van een Spaanse kapitein : brieven aan een vriend geschreven van 22 december 1572 tot en met 10 januari 1573’, in: Haerlem : jaarboek (2010), pag. 9-33. Kooij, Barbara, Spaanse ooggetuigen over het beleg van Haarlem (1572-1573) (Hilversum, 2018)

Koorn, F.W.J., Ach Lieve Tijd, 750 jaar Haarlem en de Haarlemmers (Haarlem 1984). KB Den Haag, aanvraagnummer: NL 24 D 6400.

Luitingh, J.C., De belegering van Haarlem, 1572-1573 : een verhaal uit den tachtigjarigen oorlog (Nieuw-Beijerland, 1933).

Mellink, A.F., De wederdopers in de Noordelijke Nederland, 1531-1544 (Leeuwarden 1981). UB Leiden, Gesloten Magazijn collectie Dissertaties, plaatsingscode DISADA 1953: 58.

Meurer, P., ‘Karten und Topographica des Nürnberger Kupferstechers Balthasar Jenichen’, Speculum Orbis. Zeitschrift für Alte Kartographie und Vedutenkunde 4 (1988-1993), Heft 1-2, Seite 21-62. Hierin onder nr. 25 een zeldzame vogelvluchtkaart van het beleg van Haarlem. UB Leiden, plaatsingscode DOUSA 17 0451-53.

Miert, L. van, ‘Jezuieten naar Haarlem ontboden, 1568’, in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 31 (1908) 443-449. Universiteitsbibliotheek van Tilburg, CBM C 04350.

Mous, A.Th., ‘Geschiedenis van het voormalig kapittel van de kathedrale kerk van St. -Bavo te Haarlem 1561-1616’, in: Archief voor de geschiedenis van de katholieke kerk in Nederland 4 (1962) 75-184, 295- 336; 6 (1964) 257-290; 8 (1968) 257-286; 11 (1969) 276-317. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode G 707.

Overmeer, W.P.J., De Hervorming te Haarlem : (historisch overzicht der jaren 1566-1581, bewerkt naar authentieke bronnen, benevens de afschriften van een aantal brieven van den Prins van Oranje aan de reegering te Haarlem, extracten uit de vroedschapsresolutien, enz.) (Haarlem, 1912) VU Amsterdam, Uitleen via HG 11e etage CW.01191.

Pettegree, A., Emden and the Dutch revolt, exile and the development of reformed protestantism (Oxford 1992) UB Leiden, Maatschappij der Nederlandse Letterkunde plaatsingscode 1026 G 21.

Rademakers, B., `De Const getoond. De beeldtaal van de Haarlemse rederijkerswedstrijd van 1606′, in: Reindert Falkenburg e.a. ed., Hof-, staats- en stadsceremonies : Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek / Netherlands Yearbook for History of Art 49 (1998) 129-183.

Spaans, J.W., Haarlem na de reformatie , stedelijke cultuur en kerkelijk leven 1577-1620 (Den Haag 1989). UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode 9610 D 7.

Spaans, J.W., ‘Cornelius Hagius, een katholiek priester in een protestantse republiek’, in: De zeventiende eeuw 10 (1994) (pp.) 29-35. UB Leiden, Open Magazijn: Kunstgeschiedenis, kast 14331, plaatsingscode Q 11319.

Spaans, J., ‘Opstand en Reformatie in Haarlem’ ,in: Beliën, H. en G. van Setten (red.), Dossier Geschiedenisdagen (Amsterdam 1995) (pp.). KB Den Haag, Aanvraagnummer: 6123 A 2.

Spaans, J., ‘Levensbeschouwende groeperingen’, in: Ree-Scholtens, G.F., van der (red.), Deugd boven geweld. Een geschiedenis van Haarlem, 1245-1995 (Hilversum 1995)(pp.) 198-220. UB Leiden, Maatschappij der Nederlandse Letterkunde plaatsingscode 1304 A 7.

Spaans, J., De levens der maechden : het verhaal van een religieuze vrouwengemeenschap in de eerste helft van de zeventiende eeuw (Hilversum 2012).

Stempel , T. van der., Frederico de Toledo, of De Spanjaarden voor Haarlem (1573) : geschiedk. tooneelspel, in 5 tafereelen, voor rederijkers bewerkt (Amsterdam 1872).

Temminck, J., ‘Alva’s ondergang’, in: M. Pop-Jansen ed., Haarlemmer halletjes : grepen uit de geschiedenis van Haarlem en omgeving (Haarlem 2000), pp. 28-29.

Temminck, J. `De brand van 1576′, Jaarboek Haerlem 1977 (Haarlem, 1978) 319-322. UB Leiden, plaatsingscode G 487.

Temminck, J.J., `Haarlem in 1566 en 1567′, in: Jaarboek Haerlem 1971 (Haarlem, 1972) (pp.) 98-101. UB Leiden, Maatschappij der Nederlandse Letterkunde plaatsingscode G 487.

Temminck, J. J., `Het beleg van Haarlem’, Spiegel Historiael 8 (1973) 266-273. UB Leiden, plaatsingscode G 832.

Trembath, Peter H., ‘Haarlem in de 16e eeuw: voorspel van een opstand’, in: Haerlem : jaarboek (1974), pag. 187-266.

Valkenburg, C. van et al. (ed.), Men sagh Haerlem bestormen… , uitgegeven ter gelegenheid van de herdenking van het Beleg van Haarlem 1573-1973 en de hieraan gewijde tentoonstelling van 19 april t/m 17 juni 1973 in de Vleeshal, Vishal en de Hoofdwacht te Haarlem (Haarlem, 1973).

Veldman, I.M., Maarten van Heemskerck and Dutch humanism in the sixteenth century (Maarssen 1977). UB Leiden, Gesloten Magazijn collectie Opleiding Kunstgeschiedenis, plaatsingscode KUNSTG 65-N-Hee =1977-Veld.

Veldman, I.M., ‘Maarten van heemskercks visie op het geloof’, in: Bulletin van het Rijksmuseum 35 (1987) (pp.) 193- 210. UB Leiden, Gesloten Magazijn plaatsingscode V 4285.

Verheul, S., Naarstig en vroom. Vier eeuwen doopsgezinden in Haarlem 1530-1930 (Haarlem 1993). KB Den Haag, Aanvraagnummer: 4068808 DEPOTEXEMPLAAR.

Verkerk, C.L., ‘De parochie Haarlem en de religieuze stichtingen binnen haar grenzen’, in: Ree-Scholtens, G.F., van der (red.), Deugd boven geweld. Een geschiedenis van Haarlem, 1245-1995 (Hilversum 1995)(pp.) 63- 87. UB Leiden, Maatschappij der Nederlandse Letterkunde plaatsingscode 1304 A 7.

Vloten, J., van, Noord-Holland in ‘t Geuzen-jaar (manuscript 1878). Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer, locatie: A VLO N 6 KL.

Vloten, J. van, ed., `Duitsche aantekeningen betrekkelijk het beleg en de overgave van Haarlem, en andere punten uit de jaren 1572 en 1573, benevens eenige brieven die stad betreffende, van Oct.-Dec.1576′, Kroniek van het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht 16 (1860).

J.W. Wijn, Het beleg van Haarlem (Amsterdam, 1942).

Witt Huberts, Fr. de, Haarlem’s heldenstrijd, in beeld en woord 1572-1573 (Den Haag, 1946). UB Leiden, plaatsingscode 3702 B 8.

Woltjer, J.J., ‘ Het conflict tussen Willem Bardes en Hendrick Dirckszoon’, in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de geschiedenis van Nederland 86 (1971) 178- 199. UB Leiden, Maatschappij der Nederlandse Letterkunde plaatsingscode G 875.

Woltjer, J.J., ‘De Vrede-makers’, in: Tijdschrift voor geschiedenis 89 (1976) 299- 321. (UB Leiden, Maatschappij der Nederlandse Letterkunde plaatsingscode G 264).

Wijn, J., Het beleg van Haarlem . Voorzien van een voorwoord door J.J. Temminck (‘s-Gravenhage 1982) (oorspronkelijke editie: 1942).