Wignacourt, Maximiliaan de, of: Vignacurtius

Zuidnederlands dichter, hoveling en geschiedschrijver

Atrecht, ca. 1560 – Leuven, november 1620

Biografie

De levensbeschrijving van Wignacourt is door Bernard Vermaseren gereconstrueerd, vooral op basis van de opdrachten in de letterkundige werken van deze schrijver. Wignacourt studeerde in Leuven, o.a. bij Lipsius, die daar van 1 juli 1576 tot begin maart 1578 doceerde. Hij trad in 1582 in Londen in dienst van Bernardino de Mendoza, gezant van de Spaanse kroon in Engeland. De ambassadeur voorzag hem van een aanbevelingsschrijven voor Granvelle, bij wie Wignacourt zich in 1583 in Madrid meldde. Vermoedelijk door deze kwam hij in hofdienst bij Filips II, aan wie hij een jaar later in San Lorenzo de Escorial de dichtbundel aanbood: Hymni de sacrosancto eucharistiae sacramento. In 1585 publiceerde hij in Zaragoza een gedicht in het Latijn en het Frans op het huwelijk van Doña Catalina, tweede dochter van Filips II, met de hertog van Savoye. Een jaar later, na de dood van Margaretha van Parme, bood Wignacourt aan haar zoon, Alexander Farnese, hertog van Parma, een aantal verzen over Margaretha aan. Met publicaties als deze kon Wignacourt niet in zijn levensonderhoud voorzien en ook verschillende verzoekschriften leverden niets op. In 1591 was hij opnieuw in dienst van Mendoza, die toen als ambassadeur van de Spaanse kroon in Parijs ook aan zijn eigen geschiedwerk van de gebeurtenissen in de Nederlanden werkte. In de jaren 1593-1595 was Wignacourt meestal ziek, al publiceerde hij in 1594 een gedicht op het overlijden van Margaretha van Parma. Vervolgens werd hij enigzins gesteund door de Luikse bisschop Ernst van Beieren, door de pauselijke gezant in Brussel Ottavio Mirto Frangipani en door Christoffel d’Assonleville, raadsheer te Brussel. Blijkens de hieronder vermelde brief van Lipsius uit 1602 verbleef Wignacourt toen aan het Brusselse hof, zonder een bevredigende werkkring of dito inkomen. Hij was van plan om de verzamelde werken van zijn oom, de rechtsgeleerde Franciscus Balduinus uit te geven. Het eigen geschiedwerk van Wignacourt is een katholieke interpretatie van de gebeurtenissen: het toelaten van twee verschillende godsdiensten en vooral het streven van Willem van Oranje waren de oorzaken van de ellende. Zijn Discours vatte hij in 1598 ook nog eens samen in dichtvorm.

Anton van der Lem
(op basis van de door Vermaseren bijeengebrachte gegevens)

Historisch werk

Discours sur l’Estat des Pays Bas : auquel sont deduictes les causes de ses troubles, et calamitez, et leurs remedes / par Maximilian de Wignacourt, gentil-homme de sa maiesté. – A Arras : De l’Imprimerie de Guillaume de la Riuiere, 1593. – XVI, 112 p. ; in-8. Met drukkersmerk op den titel.
Plaatsingscode KB Den Haag: Knuttel 898a

Max. Vignacvrtii Patrit. Atreb. Nvbilib. C.R.M. Adlecti in res Belgicas … : qua summa euentuum ab initio tumultuum descripta; seditionum et calimitatum caussae recensentur: et iisdem sua remedia, ad felicem Remp. in veri Principis Imperio instaurandam, subiiciuntur. Ad Sereniss. Philippvm Hispaniarum Principem. – Antverpiae : Ex officina typogra. Andreae Baxcij, 1598. – 30 p. : ill. ; in-4. Cum superiorum permissu. – Zie: Foppens, Bibl. Belg., II, 88.
Plaatsingscode KB Den Haag: Knuttel 1024

Bron

Eén brief van Maximilien de Vignacourt aan Justus Lipsius (1547-1606), gedateerd 9 november 1586, gepubliceerd in: Iusti Lipsi epistolae. Pars II: 1584-1587 / M.A. Nauwelaerts, iuvante S. Sué. – Brussel : Paleis der Academiën, 1983, nr. 502, pp. 314-315
Plaatsingscode UB Leiden, origineel: PAP. 4

Literatuur

De katholieke Nederlandse geschiedschrijving in de 16e en 17e eeuw over de opstand / B.A. Vermaseren. – 2e dr., met aanvullingen. – Leeuwarden : Dykstra, cop. 1981. – LI, 320 p. ; 23 cm. –  (Nederlandse herdrukken ; 2). Fotomechanische herdr. van de oorspr. uitg.: Maastricht : Van Aelst, 1941. – Ook verschenen als proefschrift Nijmegen. – Met lit. opg., reg.. ISBN 90-70522-02-0. Zie pp. 132-134 (waarop deze biografische schets is gebaseerd),

Geschichte der neulateinischen Lyrik in den Niederländen vom Ausgang des fünfzehnten bis zum Beginn des siebzehnten Jahrhunderts / von Georg Ellinger. – Berlin [etc.] : De Gruyter, 1933. – viii, 334 p. ; 24 cm. –  (Geschichte der neulateinischen Literatur Deutschlands im sechzehnten Jahrhundert ; III, 1. Abt). Met index. Zie pp. 271-272

Robert Fruin, ‘Het voorspel van den Tachtigjarigen Oorlog’, in: idem, Verspreide Geschriften I (Den Haag , 1900), p. 350, n. 2

Bibliotheek der Nederlandsche geschiedschrijvers / door S. de Wind …. – Te Middelburg : bij de gebroeders Abrahams, 1835. – XXIX, 608, 31 p. ; 22 cm. Zie pp. 277-278