Gevechten om de schansen aan de Schelde

door Willem van Ham

De oevers van de Schelde ten noorden van Antwerpen met de daar gelegen polders waren strategisch van groot belang, niet alleen voor het bezit van de grote stad Antwerpen maar ook om een belangrijke vesting als Hulst te kunnen beheersen of in te kunnen nemen. De aanleg van vestingwerken op strategisch aantrekkelijke punten en het onderwaterzetten van polders waren daartoe het meest geëigend. De eerste inundaties vonden al in de jaren tachtig van de zestiende eeuw plaats. Pas na 1591 kon men gaan denken aan het herwinnen van het langdurig onder water staande polderland, maar de meeste polders zijn in 1632 opnieuw ondergezet. De polders van Lillo, Stabroek en Zandvliet moesten op hun drooglegging zelfs wachten tot 1651, drie jaar na de Vrede van Munster.
        Op initiatief van Marnix van Sint-Aldegonde, burgemeester van Antwerpen van 30 november 1583 droeg het stadsbestuur de bouw van de forten op aan de linkeroever van de rivier bij het Vlaams Hoofd (Veer), Liefkenshoek, de Boerenschans en de Boerinneschans (langs de gelijknamige kreken en sluizen bij Oosterweel), de schans op de Blokkerdijk (Melsensluis), Tholouse en de Loopschans. De polders van Borgerweert, Melsele en Kallo werden onder water gezet. De forten bij Lillo en Oosterweel aan de rechteroever liet de stad Antwerpen eveneens verder versterken.
 

In juli 1584 betrok de hertog van Parma een hoofdkwartier te Beveren en besloot Antwerpen te belegeren. Ter voorkoming van een aanval op Zuid-Beveland lieten de Staatsen de dijken van Saeftinge doorsteken, waardoor bijna het gehele Land van Waas onder water liep.
        De graaf van Mansfeld werd opgedragen, Liefkenshoek te omsingelen en in te nemen, en Mondragon het fort Lillo. Parma liet twee nieuwe forten oprichten: Sint Marie aan de linkeroever en Sint Filips aan de rechter. Havermans (zie Literatuur) dateert de forten anders.
        Tussen de forten Sint Filips en Sint Marie liet Parma de befaamde schipbrug bouwen waarmee hij de stad van versterkingen vanuit Holland en Zeeland afsloot. Bovendien kwamen er nog schansen bij te Burcht, Sint Barbara bij Oordam, Sint Andries en de redoute Trinitatis. Ook de Kauwensteinse dijk liet Parma versterken.
        Als tegenmaatregel liet Odet de la Noue, heer van Téligny bij Burcht tegenover Antwerpen een fort bouwen. Parma liet daarop de Parmase vaart of Parmakanaal aanleggen van Kallo tot aan de Moervaart in de richting van Gent. In maart 1585 was de doorvaart op de Schelde volledig geblokkeerd. Op 3 april gelukte het de Staatsen om Liefkenshoek en zijn satellieten te herwinnen. De stad Antwerpen moest zich op 17 augustus overgeven.
 

Bij latere aanvallen van de Staatsen in de richting van Antwerpen werd andermaal getracht, de waterstaatkundige situatie te beheersen door het doorsteken van polderdijken, het onderhouden van inundaties en door het aanleggen van vestingwerken op strategische locaties.
        In het vooruitzicht van een hervatting van de oorlog (1621) lieten de Spanjaarden tegen het einde van het Twaalfjarig Bestand forten aanleggen aan de linkeroever bij Verrebroek, Kallo, met hun satellieten, respectievelijk het fort Haesop bij Verrebroek en de schans Steenland bij Kallo. Bovendien kwam nog het fort Isabella in de Borgerweertpolder tot stand.
        De omwalling van Zandvliet en de bouw van bijbehorende forten was een logisch vervolg. Een en ander speelde zeker een rol bij de mislukte Spaanse verrassingsaanval met sloepen door het Verdronken Land van Zuid-Beveland in 1627. Die viel samen met het beleg van Groenlo door Frederik Hendrik. In de nabijheid van Berendrecht lagen de Blauweschans, Sint-Filips (op de oude dijk naar Blauwgaren, later genoemd Pijp in ’t Riet), Sint-Ambrosius (later ter plekke van de Neerhoeve) en de schans aan de noordzijde van de Berendrechtsedijk. Volgens Havermans hebben de vestingwerken onder Berendrecht slechts een kort bestaan gekend. Zij komen echter voor op de herhaalde malen herdrukte kaart van Zandvliet en omgeving (Bergen op Zoom/Antwerpen/Hulst) waarvan de eerste editie in 1627 verscheen.
 

Het proces van verdere fortenaanleg en bewapening ging door toen de Staten in 1628/1629 de linie van Bergen op Zoom naar Steenbergen lieten aanleggen. Een invasie te land en te water in Westelijk Staats-Brabant in 1631 eindigde met de Slag op het Slaak en liep daardoor voor de Spaanse partij eveneens op een complete mislukking uit.
        Een latere toevoeging aan deze fortengroep was de bouw van het fort Pimentel in de Oosterweelpolder, op last van Emmanuel de Pimentel de Ferie, gouverneur van het kasteel van Antwerpen. Het werd onder het bewind van keizer Jozef II in 1782 gesloopt.
        Het bruggenhoofd rond Zandvliet was echter niet voor niets gebouwd. Het belang van deze vesting als rugdekking bleek bij de Staatse invallen richting Antwerpen in 1638-1640 die eveneens zonder gevolg bleven. Een van de meest gevoelige nederlagen voor de Staten-Generaal vormde de slag bij Kallo in 1638. Kennelijk was aan weerskanten de grens bereikt en deze werd toen ook letterlijk getekend.

Literatuur

De Antwerpse Noorderpolders in de 16de en 17de eeuw door P. Guns, [Borgerhout z.j.].

‘Deser landen crijchsvolk’. Het Staatse leger en de militaire revoluties 1588-1688 door Olaf van Nimwegen, Amsterdam 2006.

‘Enkele bevindingen bij bodem-, gebouwen- en landschapsonderzoek in de voormalige Antwerpse Noorderpolders’ 4e deel Oude militaire werken, door R. Havermans, in: De Noordgouw. Cultureel tijdschrift van de provincie Antwerpen 14 (1974) 2, 49-77.

Historische evolutie van het polderlandschap langs de linker Schelde-oever door P. Guns [Borgerhout-Antwerpen] 1973.

Kauwensteinse dijk, slagen bij de

Deze dijk, oorspronkelijk ’s-Hertogendijk genoemd, werd later geheten naar het landgoed Kauwenstein. In 1584 liet Parma de dijk versterken met aan de Scheldeoever de Kruisschans (fort Santa Cruz) en de schansen of redouten Sint Joris (de la Motte), Paalschans, Sint Jacob (of Santiago), de Zwarte Schans, Sint Victor (of Victoria) en het Pekgat (bij Stabroek). De eerste slag om de dijk, in mei 1585, was erop gericht de doorvaart vanuit het noorden door het elimineren van deze hindernis te herstellen. Parma bleef meester van de dijk en liet deze herstellen. De tweede slag had plaats in 1632 onder leiding van de Staatse legeraanvoerder Willem van Nassau. Hij veroverde daarbij de Kruisschans en de Sint Jacobsschans. Hij liet de dijk bij eerstgenoemde schans doorsteken.

Literatuur

De Antwerpse Noorderpolders in de 16de en 17de eeuw door P. Guns, [Borgerhout z.j.].

‘Enkele bevindingen bij bodem-, gebouwen- en landschapsonderzoek in de voormalige Antwerpse Noorderpolders’ 4e deel Oude militaire werken, door R. Havermans, in: De Noordgouw. Cultureel tijdschrift van de provincie Antwerpen 14 (1974) 2

Kruisschans (fort Santa Cruz)

Exterritoriale schans ten noorden van Antwerpen, gelegen aan de rechteroever van de Schelde, buiten de grenzen van de Republiek. Volgens Havermans heeft de Spaanse legeraanvoerder Mondragon in1583 opdracht gegevens tot de aanleg van deze schans. Volgens andere schrijvers werd het fort 1584 opgericht op bevel van Parma aan de Kauwensteinse dijk. Het was een vierhoekige schans met vier volledige bolwerken. De Kruisschans werd in 1632 voor de Staten-Generaal veroverd door graaf Willem van Nassau en bleef in bezit van de Republiek.

Literatuur

De Antwerpse Noorderpolders in de 16de en 17de eeuw door P. Guns, [Borgerhout z.j.].

‘Enkele bevindingen bij bodem-, gebouwen- en landschapsonderzoek in de voormalige Antwerpse Noorderpolders’ 4e deel Oude militaire werken, door R. Havermans, in: De Noordgouw. Cultureel tijdschrift van de provincie Antwerpen 14 (1974) 2, 56-58.

Hedendaagsche Historie, of Tegenwoordige Staat van alle volkeren, XIIde deel, Vervolgende de Beschryving der Vereenigde Nederlanden (…), Amsterdam, bij Isaak Tirion, 1740, 320.

Frederik Hendrik-schans

Exterritoriale Staatse schans ten noorden van Antwerpen, gelegen onder Berendrecht buiten de grenzen van de Republiek. Volgens Havermans werd het fort in 1628 gebouwd door het Staatse leger onder prins Frederik Hendrik. De schans had vier bolwerken en werd aan de noordzijde gedekt door een hoorn- of kroonwerk. Het fort is in 1786 gesloopt.

Literatuur

‘Enkele bevindingen bij bodem-, gebouwen- en landschapsonderzoek in de voormalige Antwerpse Noorderpolders’ 4e deel Oude militaire werken, door R. Havermans, in: De Noordgouw. Cultureel tijdschrift van de provincie Antwerpen 14 (1974) 2, 68-70.

Hedendaagsche Historie, of Tegenwoordige Staat van alle volkeren, XIIde deel, Vervolgende de Beschryving der Vereenigde Nederlanden (…), Amsterdam, bij Isaak Tirion, 1740, 320.