Het stokje van Oldenbarnevelt

Op 13 mei 1619 werd op het Haagse Binnenhof Johan van Oldenbarnevelt onthoofd. Van Oldenbarnevelt was tijdens zijn leven landsadvocaat van Holland geweest, en in die hoedanigheid in feite de politieke leider van de Republiek. Tijdens het Twaalfjarig Bestand kwam hij als gevolg van de twisten tussen Remonstranten en Contraremonstranten ten val. Zijn conflict met onder andere stadhouder Maurits van Nassau eindigde in 1618 met Oldenbarnevelts arrestatie en zijn terdoodveroordeling wegens hoogverraad een jaar later.
Toen de landsadvocaat in de ochtend van 13 mei het schavot beklom, steunde hij op zijn later zo legendarisch geworden stokje. Oldenbarnevelts knecht Jan Francken was de eerste die dit detail in zijn memoires vermeldde. Nadat Joost van den Vondel in 1657 zijn gedicht Het Stockske van Joan van Oldenbarnevelt aan het ‘stockse’ wijdde, werd het een metafoor voor Oldenbarnevelts onrechtvaardige vonnis en ‘gerechtelijke moord’. Generaties Nederlanders zijn met Vondels gevleugelde woorden grootgebracht, waardoor het stokje onderdeel is geworden van de collectieve herinnering:

Dankzij Vondels gedicht en de overlevering van Jan Francken werd het stokje zelf een befaamd relikwie uit de vaderlandse geschiedenis. Al in de zeventiende eeuw waren er verschillende ‘orginele’ versies van het stokje in omloop. Aanvankelijk leden deze relieken een tamelijk onopgemerkt bestaan, omdat ze als particulier bezit in familiekring werden gekoesterd of vereerd. In de negentiende en twintigste eeuw kwamen deze stokjes – niet zelden voorzien van een ‘echtheidsverklaring’ – stuk voor stuk terecht bij musea en bibliotheken. Vandaag de dag zijn er drie stokjes bekend waarvan beweerd wordt dat zij Oldenbarnevelts persoonlijke bezit te zijn geweest. Het exemplaar in de Amsterdamse universiteitsbibliotheek beschikt echter over de beste papieren. In het Rijksmuseum prijken thans twee van de drie bekende stokjes broederlijk naast elkaar.

Geert Janssen

Literatuur

Het stokje van Oldenbarnevelt / Geert H. Janssen. – Hilversum : Verloren, 2001. – 95 p. : ill. ; 1720 cm. – (Verloren verleden ; 14)
Met lit. opg., reg. ISBN 90-6550-455-9

Het wonderlid van Jan de Witt en andere vaderlandse relieken / Wim Vroom. – Nijmegen : Sun, 1997. – 69 p. : ill. ; 21 cm
Lit.opg.: p. 39-43. ISBN 90-6168-619-9