Marnix van Sint-Aldegonde, Filips van

Brussel, tussen 8 maart en 20 juli 1540 – Leiden, 15 december 1598

Nederlands edelman, calvinistisch politicus en schrijver

Biografie

Het geslacht Marnix stamde oorspronkelijk uit Savoye. Toen in 1507 Margaretha van Savoye, beter bekend als Margaretha van Oostenrijk, landvoogdes van de Nederlanden werd, kwam de overgrootvader van Jan en Filips van Marnix met haar mee om in haar dienst carrière in de Nederlanden te maken. Door de gunst van het huis Habsburg raakte het huis Marnix gegoed in de Vrijgraafschap Bourgondië en de Nederlanden. Filips trok uit de erfenis de heerlijkheid Sint-Aldegonde in Henegouwen, zijn oudere broer Jan de heerlijkheid Toulouse ten oosten van Dôle. Beide broers studeerden achtereenvolgens in Leuven, Dôle en Genève. Vooral het kleine jaar in de stad van Calvijn zou van doorslaggevende betekenis zijn geweest voor beider keuze voor de Hervorming: bij Jan vooral met het zwaard, bij Filips meer met de pen. Jan was een van de initiatiefnemers van het Verbond der Edelen , maar ook Filips behoorde tot de ondertekenaars van het Smeekschrift dat op 5 april 1566 werd aangeboden aan de landvoogdes. Na het uitbreken van de Beeldenstorm schreef Filips er een verdediging van, al hield hij die in portefeuille. Zijn broer Jan was voor gewapende actie, maar vond de dood met zijn mannen in de Slag bij Oosterweel.
Kort daarop koos Filips voor de ballingschap en kwam hij via Bremen in dienst van de calvinistische keurvorst van de Palts. In ballingschap schreef hij ook een venijnige quasi-verdediging van de katholieke kerk, de Byencorf , waarin hij flink de draak stak met het katholieke geloof en de katholieke geloofspraktijken. Nadien kwam Marnix in dienst van Willem van Oranje, die Marnix’ pen goed kon gebruiken in de propagandakrijg die de Opstand in de Nederlanden eveneens was. Dat Marnix ook de schrijver van het Wilhelmus zou zijn geweest is een mening die thans nog maar door weinigen wordt aangehangen. Marnix vertegenwoordigde Oranje op de eerste vrije Statenvergadering van Dordrecht in 1572. Een jaar later raakte hij echter in gevangenschap bij de verdediging van Rotterdam tegen de Spanjaarden. Onmiddellijk liet Oranje de vijand weten dat Marnix geen haar gekrenkt mocht worden: alle onrecht hem aangedaan zou gewroken worden op Boussu, ‘s konings stadhouder van Holland, die tijdens de Slag op de Zuiderzee (oktober 1573) in handen was gevallen van de rebellen.
Na Marnix’ vrijlating vertegenwoordigde hij de opstandige gewesten o.a. op de Rijksdag van Worms, waar hij steun probeerde te verwerven bij de Duitse vorsten. Met veel tegenzin aanvaardde hij in 1583 de functie van burgemeester van Antwerpen, alleen omdat Oranje het wenste. Op dit terrein lag echter niet de kracht van Marnix. Binnen de stad kon hij niet het hoofd bieden aan de slagers, die hun vee buiten de stadspoorten op de hun toekomende weiden wilden laten grazen, terwijl het doorsteken van de omringende dijk van levensbelang was voor de toevoer naar de stad van levensmiddelen en militaire goederen over de Schelde. Bovendien zou Marnix gevoelig zijn geweest voor het succes van de prins van Parma, Alexander Farnese, die met militaire pressie maar tegelijk met menselijkheid en vergevingsgezindheid steden en personen wist te verzoenen met de koning en verbinden aan zichzelf. Marnix zwichtte voor de druk van binnenuit, maar niet voor de verleidingen van Farnese. Hij tekende op 17 augustus 1585 de eervolle overgave van de stad, maar bedong voor zichzelf de vrije aftocht. In Zeeland trok hij zich terug op zijn buiten bij West-Souburg, waar hij zich wijdde aan zijn humanistenbibliotheek en zijn tuin.
Herhaaldelijk was Marnix er met zijn scherpzinnigheid in geslaagd om in geheimschrift gestelde brieven van de vijand te ontcijferen. Dit talent bracht hem weer in de aandacht van het landsbestuur van de Republiek, dat hem opnieuw als diplomaat aantrok. Bovendien kreeg hij de opdracht de Bijbel in het Nederlands te vertalen, waarvoor hij zich in de universiteitsstad Leiden vestigde.Hij bracht het echter niet verder kwam dan het boek Genesis, meer tijd gevend aan een uitvoerige – vier delen! – Franse heruitgave van zijn Byencorf . In diezelfde jaren liet hij zich van een meer onverdraagzame kant zien. De vrijheid die hij voor zichzelf en de calvinisten eiste, wilde hij niet geven aan meer radicale varianten van het christendom. In zijn Ondersoekinge ende grondelijcke wederlegginge van de geestdrijverische leere (1595) verlangde hij de doodstraf voor radicale gelovigen en doopsgezinden. In 1598 is hij overleden in Leiden. Zijn bibliotheek is er toen geveild en de catalogus van de openbare verkoop is de eerste bewaard gebleven catalogus in zijn soort geweest.
Na Willem van Oranje is er vermoedelijk geen figuur uit de zestiende-eeuwse Nederlanden geweest over wie in Noord en Zuid de meningen zo uiteenlopen als over Filips van Marnix van Sint-Aldegonde. In het Zuiden geniet Marnix faam om zijn anti-clericale opvattingen en zijn opkomen voor de belangen van de Nederlanden. Dat hij Antwerpen verloor aan Parma was om zo te zeggen la qualité d’un défaut . In het Noorden is Marnix vrijwel uitsluitend nog in protestantse kring geëerd als rechtgeaard calvinist en helper van de prins. In zijn Byencorf beantwoordde Marnix onverdraagzaamheid met onverdraagzaamheid. Dat was toen, in het heetst van de strijd en in aanmerking genomen de felle polemiek, nog te begrijpen. Dat hij dertig jaar later in zijn Ondersoekinge dezelfde toon aansloeg en de doodstraf eiste was in brede kringen in de Republiek al niet meer te dulden, laat staan te verontschuldigen. Marnix was toen al een man van het verleden geworden.

Anton van der Lem

Werken

Vraye Narration et Apologie des choses passées au Pays-Bas, touchant le Fait de la Religion, en l’An, M.D.LXVI … / [Door Philips van Marnix van Sint Aldegonde]. – [S.l.] : [s.n.], 1567. – 140 p. ; in-8. Ook beschikbaar in microvorm. – Knuttel 150.

De byencorf der H. roomsche kercke. – [S.l.] : [s.n.], [1574]. – [16], 268 bl. ; in-8
Auteur is: Philips van Marnix van Sint Aldegonde. – Met drukkersmerk van J. van Zuren, wiens materiaal naar Emden schijnt te zijn gegaan.
Plaatsingscode UB Leiden: 1177 G 34

Van de Byencorf verschenen vele heruitgaven.

Het boeck der psalmen Dauids. / Wt de Hebreische spraecke in Nederduytschen dichte, op de ghewoonlijcke Francoische wyse ouerghesett, door Philips van Marnix, Heere van St. Aldegonde, etc. – t’Antvverpen, : by Gillis vanden Rade, 1580. – [432] p. : muz. ; in-8. – A 8 A-Z 8 Aa-Cc 8m. De eerste coupletten op muziek gezet. – BT I, 495.

Trouwe vermaninge aende christelicke gemeynten van Brabant, Vlanderen, Henegou, ende andere omliggende landen, beyde die noch onder t’cruyce sitten, ende die buytens lants geweken zijn. Hier is by gevoecht t’Gebet Danielis, mitsgaders den LI ende CXXX. Psalmen Davids, wt de Hebr. tale naer den text, ende in dichte overgeset. – Gedr. tot Leyden : by Jan Paedts, 1589. – in-8 Ook beschikbaar in microvorm. – v.d. Wulp 726. – Machiels M-235.

Ondersoeckinge ende grondelijcke wederlegginge der geestdrijuische leere, aengaende het geschreuene Woirt Godes, in het Oude ende Nieuwe Testament vervatet: Mitsgaders oock vande beproeuinge der Leeren aenden richtsnoer desseluen … / door Ph. de Marnix, Heer van S. Aldegonde. – In ‘s-Gravenhage, : By Aelbrecht Heyndricks zoon, 1595. – [12], 128 fol. ; in-8

Website

www.dbnl.nl

De meeste Nederlandstalige websites over Marnix zijn doorgaans apologetisch en verheerlijkend van inhoud en strekking.

Filips van Marnix en het Heilige Roomse Rijk

Compactdisc

Een CD met ‘Concert chez Philippe de Marnix’ is verkrijgbaar bij:

Emile Braekman
Société Royale d’Histoire du Protestantisme belge
braekmanem@skynet.be
0032 2 734 21 83

Literatuur

A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden XII (eerste stuk) (Haarlem, 1869) 264-282

Biographie Nationale de Belgique XIII (Bruxelles, 1894-1895) 800-844 (H. Vander Linden)

Nationaal Biografisch Woordenboek V (Brussel, 1972) 591-606 (R. van Roosbroeck)

Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek I (Leiden, 1911) 1307-1312 (A.E. Elkan) Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme : niet opgenomen

De literatuur over Marnix is overvloedig. De recentere literatuur vindt u in de bibliografie van Duits, de oudere in de biografie van A.A. van Schelven.

Een intellectuele activist : studies over leven en werk van Philips van Marnix van Sint Aldegonde / uitg. onder red. van Henk Duits en Ton van Strien. – Hilversum : Verloren, 2001. – 126 p. : ill. ; 24 cm
Met bibliogr., lit. opg., reg. ISBN 90-6550-669-1.

Hierin: Henk Duits, `Bibliografie van de Marnix-studie 1940-2000′, 106-121

De val van Antwerpen (1585), Marnix van Sint Aldegonde en de nieuwere geschiedschrijving / R.H. Bremmer. – Apeldoorn : Willem de Zwijgerstichting. In: Reformatorische stemmen: heden en verleden; D.H. Borgers … [et al.]: (1989), p. 51-78.

De eeuw van Marnix van St. Aldegonde : interuniversitair colloquium over 16de Eeuwse geschiedenis = The century of Marnix van St. Aldegonde : interuniversity colloquium on the History of the 16th century / voorzitterschap/presidency Michel Baelde [en] Herman van Nuffel ; [bijdragen van E.H. Waterbolk … et al.]. – Oostende : Toulon, 1982. – VII, 127 p. ; 23 cm. Een tweedaags colloquium, Mechelen, 28 en 29 september 1979. – Tekst afwisselend in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. – Met lit. opg. ISBN 90-70270-26-9

Marnix van Sint Aldegonde / door A.A. van Schelven. – Utrecht : Oosthoek, 1939. – XV, 238 p., [10] bl. pl. : ill. ; 24 cm. – (Groote figuren uit ons verleden ; 1)
Met lit. opg.

Deze tekst is gebruikt in Renaat Vanheusden, ‘Jan en Filips van Marnix’, Het Verbond. Grensverleggend tijdschrift voor Vlaams-Nederlandse samenwerking 21, nr. 10 (2009), 13-31.

La joyeuse histoire de Ph. de Marnix, Seigneur de Ste-Aldegonde, et ses amis : étude de moeurs, dédiée a tous ses admirateurs / par P.M. Alberdingk Thijm ; trad. [du néerlandais] de H. Ryckmans. – Paris ; Bruxelles : Société Générale de Librairie Catholique, 1877. – XI, 156 p. ; 22 cm Vert. van: De vroolijke historie van Ph. van Marnix, heer van Ste-Aldegonde, en zijne vrienden. – Leuven : Fonteyn, 1876. – Jaar van uitg. op omslag: 1878.