Zierikzee


Zierikzee in het centrum van de Opstand

Inleiding in het Stadhuismuseum te Zierikzee tijdens de presentatie van het boek van Raymond Fagel over Cristobál de Mondragón op 16 juli 2020.

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog werd beëindigd. In die bange oorlogsjaren werd teruggegrepen op nationale symbolen, op wat Nederland tot een natie had gemaakt: Oranje, het Wilhelmus, de Geuzen. Ze waren onlosmakelijk verbonden met onze onafhankelijkheidsstrijd en de Tachtigjarige oorlog. Juist die periode leende zich ervoor om verbanden te smeden tegen de gemeenschappelijke vijand; voor Spanje werd nazi-Duitsland ingewisseld.
De Opstand en onze strijd tegen de Spaanse koning gaven nieuwe inspiratie. Ik wil u meenemen naar die periode en in enkele grove lijnen de situatie schetsen toen Zierikzee zich in het centrum van de Opstand bevond. Het was een Opstand tegen het wettig gezag, een daad van revolutie die naar de toenmalige normen algemeen afgewezen werd, maar niet te vermijden was. Het begrip van de Tachtigjarige oorlog gebruiken we nog wel, maar dan wel met de nodige nuanceringen.
Onder keizer Karel V waren de Nederlanden tot een geheel gebracht. Die bestuurlijke eenheid was echter een gevel waarachter zich sterk verdeelde gewesten en bevolkingsgroepen bevonden. Het derde kwart van de zestiende eeuw bracht grote onrust op politiek, economisch en kerkelijk terrein. Het was de centralisatiepolitiek van Karel V en nog meer zijn zoon koning Filips II die tot weerzin leidde. De adel zag zijn belangen aangetast en de steden hun privileges. De katholieke kerk, sterk gesteund door de landsheer, was gedesintegreerd. De felle vervolging van degenen die aangetrokken werden door de Hervorming wekte brede weerzin. De steeds sterkere belastingdruk raakte grote delen van de samenleving en nog sterker was de economische terugslag in 1571 als gevolg van de slechte oogst. Dat in combinatie met een koning die van geen wijken wilde weten en niets anders wenste dan gehoorzaamheid en onderwerping. Het zorgde voor een onafgebroken reeks van conflicten en uiteindelijk verzet tegen de regeringspolitiek.
Tolk van het verzet tegen de harde politieke lijn werd prins Willem van Oranje, die zich gedwongen zag ook het geweld boven het gesprek te kiezen. Het optreden van de vertegenwoordiger van de Spaanse koning, de hertog van Alva, kenmerkte zich door een reeks van blunders, de term is van de historicus Woltjer. Daarmee had Alva het tegenovergestelde bereikt; zijn politiek faalde op alle fronten. De voorstanders van een gematigde politiek kregen de wind in de zeilen maar dat kon niet verhinderen dat een burgeroorlog onvermijdelijk was. 1572 werd een cruciaal jaar. Onbedoeld veroverden de geuzen Brielle. Toen ging het snel. Vlissingen was de tweede stad, Veere de derde en Zierikzee de vierde, die zich, na aandrang, onder het gezag van prins Willem stelden. Vele steden volgden het voorbeeld. Slaagde Alva erin de opstand in de oostelijke gewesten te onderdrukken, in Holland en Zeeland was dat maar zeer ten dele het geval. Weliswaar was het beleg van Haarlem succesvol, maar tevergeefs werd geprobeerd Alkmaar en Leiden te veroveren. Het overwicht van de geuzen op het water vormde een belangrijk onderdeel van het succes tegen het Spaanse bewind. Dat was ook een cruciale factor bij de verovering van Middelburg door de troepen van prins Willem in 1574. De Spaanse bevelhebber had gedreigd de stad in brand te steken en zich vechtend een uitweg te banen. Daarop bond prins Willem in en bood gunstiger voorwaarden aan voor de capitulatie. Die Spaanse commandant was Cristóbal de Mondragón die zo doende ook in woorden een goed strijder was.
Zo zijn we aanbeland in het jaar 1575. Duidelijk was dat de opstandige gewesten zich konden handhaven. De Spaanse schatkist was ondertussen uitgeput, niet alleen vanwege de kosten voor de troepen in de Nederlanden maar ook vanwege de strijd tegen de Turken. In die omstandigheden knoopte de nieuwe landvoogd Requesens onderhandelingen aan in het voorjaar van 1575. Maar die konden onmogelijk succesvol worden. De Spaanse eis dat alle Hervormingsgezinden Holland en Zeeland moesten verlaten en dat overal de katholieke kerk hersteld diende te worden, was volstrekt onaanvaardbaar. Daarom werd de strijd hervat. De Spaanse strijdmacht kende zijn eerste succes met de verovering van Oudewater in augustus.
Een maand later begaf een grote strijdmacht zich op weg met als doel de verovering van Zierikzee. Daardoor zou een wig worden gedreven in het opstandige gebied en moest de onderwerping vlotter kunnen verlopen. Het bevel was in handen van een oude bekende, Cristobál de Mondragón. Het toen ondiepe Zijpe werd eind september 1575 doorwaad, ook Mondragon trok een deel van zijn kleren uit om zijn manschappen te vergezellen. Binnen de kortste keren waren Duiveland en Schouwen bezet. Alleen de bezetting van het versterkte Bommenede bood verzet. De inmiddels bekende tactiek van het inunderen werd ingezet waardoor het eiland grotendeels onder water kwam te staan. De Spaanse troepen werden gedwongen op afstand te blijven en de stad uit te hongeren.
Aller ogen in de Nederlanden waren in deze maanden op Zierikzee gericht. Het verlies van de stad zou een gevoelige nederlaag betekenen voor de zaak van de opstandige gewesten. Hun zaak hing samen met het lot van Zierikzee. Maar ook voor het Spaanse gezag was er veel aan gelegen. Het bezit van Zierikzee zou de deur openen naar het veroveren van de andere opstandige steden. Vooral het prestige woog hier. Het beleg vergde het uiterste van Mondragón en zijn mannen die bovendien al lange tijd geen soldij hadden ontvangen. Prins Willem deed veel om de stad te behouden. De pogingen tot ontzet faalden en bij een daarvan kwam een van zijn trouwste manschappen, admiraal Louis de Boisot, de man die Leiden bevrijdde, om het leven.

Na negen maanden moesten gouverneur Arend van Dorp en het stadsbestuur van Zierikzee besluiten tot capitulatie nadat de situatie uitzichtloos was geworden. Wat de geschiedenis in zou moeten gaan als een klinkende overwinning werd echter een grote deceptie. De ontevreden manschappen van Mondragón sloegen aan het muiten en plunderden nog niet aangetaste dorpen. Kort daarop lieten ze de stad en de twee eilanden Schouwen en Duiveland voor wat ze waren en trokken richting Brabant en Vlaanderen om zich met groot geweld toe te eigenen waarop ze meenden recht te hebben. Het waren uiteindelijk de eigen manschappen die het Spaanse gezag de grootst mogelijke nederlaag bezorgden. Na dit drama wilden de Nederlandse gewesten maar een ding: het vertrek van de Spaanse troepen. In 1576 werd de Pacificatie van Gent gesloten waarbij alle gewesten zich voor dit doel aaneensloten. Na twee jaar ging de eenheid echter alweer teloor. De Unie van Utrecht en de Unie van Atrecht leidde uiteindelijk tot de scheiding van Noord en Zuid. Het vredesverdrag van 1648, gesloten in Munster, bezegelde die scheiding.

Terug naar Zierikzee. Op 1 juli 1576 trok Mondragón met een deel van zijn troepen de stad binnen. Arend van Dorp, zijn manschappen en een deel van de burgers reisden naar Walcheren. Toen zij vanaf de schepen het silhouet van Zierikzee kleiner zagen worden, sprak gouverneur Van Dorp de verontschuldigende woorden, gemengd met veel ironie: ‘Zierikzee, Zierikzee, leid daar gij leid, ik heb er wel geweest en hebbe u een paksken op de hals gebracht, kon gij dat verdragen, zo zult gij van geluk mogen spreken’. De negen maanden van het beleg waren gekenmerkt door vele gevechten waarin momenten van opwinding werden afgewisseld door die van grote teleurstelling. Het beleg had veel gevergd van de verdedigers en nog meer van de inwoners. Ook nu bleek dat honger een scherp zwaard was.
In het Spaanse kamp was er grote blijdschap, zoals in Haarlem waar op 13 juli feest werd gevierd dat Zierikzee in handen was van de koning. De inwoners van Zierikzee zagen de prinselijke militairen vervangen door koninklijke manschappen. Voor hen begon de ellende opnieuw, nog in heviger mate dan tevoren. Een inwoner noteerde dat ze van het vagevuur in de hel terecht gekomen waren. Mondragón verloor de controle over zijn muitende soldaten en werd zelfs door hen in zijn woning opgesloten. Op 3 november verlieten hij en het geringe aantal soldaten, dat hem trouw was gebleven, Zierikzee. Vier dagen later, nadat troepen van prins Willem van Oranje waren gearriveerd, legde het stadsbestuur en de schutterij een nieuwe eed van trouw af aan de prins. De volgende dag, 8 november 1576 werd in Gent de Pacificatie gesloten.
Door de branden, plunderingen en het verwoestende water lag het eiland Schouwen als verloren. Ook Duiveland was geschonden uit de strijd gekomen. Het zou twee decennia duren voordat de stad en de eilanden de schade hadden hersteld en de schulden afbetaald. Een fraaie drinkschaal in het Stadhuismuseum symboliseerde het op adem komen van Zierikzee en Schouwen en Duiveland. Dat de stad zich snel wist te herstellen, was zeker te danken aan de inwoners en hun stadsbestuur dat nieuwe mogelijkheden aangreep. Ook dankzij het feit dat Zierikzee zich niet langer in het centrum van de Opstand bevond.
Ruim een kwart van de vernieuwde canon van de Nederlandse geschiedenis is aan de Opstand en de Oorlog tegen Spanje gewijd. Het is begrijpelijk dat in de Tweede Wereldoorlog teruggegrepen werd op die periode. Ons Wilhelmus, sinds 1932 ons officiële volkslied, heeft toen zijn algemene bijval gekregen. Zo dragen we, ook in Zierikzee, de geschiedenis met ons mee. Zoeken we tevergeefs naar een eerbetoon voor de man die Zierikzee negen maanden heeft verdedigd, Arend van Dorp, geheel anders is het met zijn tegenstander, Cristóbal de Mondragón. Zijn naam heeft in de loop van de eeuwen een goede klank behouden.
Toen de Zierikzeese notaris Johannes de Kanter Philipszoon op het eind van de achttiende eeuw de geschiedenis van zijn stad te boek stelde, wees hij op de positieve eigenschappen van deze Spanjaard. Hij was de man die zijn woord hield. De Kanter stelt de vraag of dit dan niet zijn plicht was en geeft zichzelf het antwoord: ‘Neen Leezer: maar wij bewonderen die deugd in eenen Spanjaard diens tijds. Doorblader vrij de Vaderlandsche geschiedenissen dier Eeuwe; ik twijffel of ge wel eenen tweeden Mondragon zult aantreffen: wiens braaf gedrag, vergeleeken met de snoodheeden, meineed en ontmenschte wreedheeden van andere Spaansche bevelhebbers, des te meer uitmunt’. Vanaf vandaag hoeven we niet meer de vaderlandse geschiedenissen te doorbladeren. Het boek van Raymond Fagel levert het bewijs: Mondragón was de goede Spanjaard!

Huib Uil

16 juli 2020

Naslagwerken

1545-1575: Stedenatlas Jacob van Deventer : 245 stadsplattegronden uit 1545-1575 – schakels tussen verleden en heden / Reinout Rutte en Bram van Nieuwenhuyze ; cartografie Yvonne van Mil. – Bussum : THOTH ; Tielt : Lannoo, 2018: p. 274-275.

1612: Beschryvinghe van alle de Neder-landen door Ludovico Guicciardini, vermeerderde uitgave, p. 267-268.

Nijhoff/Van Hattum, Bibliotheek van Noord-Nederlandsche plaatsbeschrijvingen tot het einde der 18de eeuw. ‘s-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1953 > nr. 1 (I. Abrahamsen), nr. 262-264 (J.J. Reygersberch), nr. 215 (P. van Noemer), nr. 155-156 (J. de Kanter).

Literatuur

Een eiland na de Reformatie : Schouwen-Duiveland 1572-1700 / Fred van Lieburg. – Amsterdam : Bakker, 2011. – 366 p. : ill. ; 23 cm. – (Cultuurgeschiedenis van de Republiek in de 17e eeuw, ISSN 1389-2657)
Met lit. opg., reg. ISBN 978-90-351-3344-0

Zes unieke wandtapijten : strijd op de Zeeuwse stromen, 1572-1576 / C.A. van Swigchem, G. Ploos van Amstel ; [tek.: T. Brouwer … et al. ; vert. in het Engels: Robyn de Jong-Dalziel]. – Zwolle : Waanders, cop. 1991.

Het patriciaat in Zierikzee tijdens de Republiek / H. van Dijk en D.J. Roorda. – [Middelburg : Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen] ; Zierikzee : Zeeuwse Boekhandel [distr.], [1979]. – 126 p., 16 p. pl. : ill. ; 24 cm + vouwblad + folder. – (Archief, ISSN 0166-459X ; 1979)

Terugblik na vier eeuwen op het beleg van Zierikzee 1575-1576 / W.H. Keikes en H. Uil. – Zierikzee : Gemeentearchief Zierikzee [etc.], 1976

Zierikzee en zijn stadhuis / C. Postma. – Zierikzee : Lakenman & Ochtman, [1969]. – 91 p. : ill. ; 21 cm. Met lit.opg.

Antonio Carnero , ‘De beroemde tocht door het water naar Zierikzee’, fragment uit: idem, Historia de las guerras civiles que ha avido en los Estados de Flandes (Brussel, 1625), in: Johan Brouwer, Kronieken van Spaansche soldaten uit het begin van den Tachtigjarigen Oorlog (Zutphen, 1933) 238-251.

Ebbend getij, verhaal uit den heldenstrijd om Zierikzee in 1576 / door P. de Zeeuw J.Gzn. – Amsterdam : Bosch Jbzn, 1927

Het beleg van Zierikzee / Jan Pot. – Leiden, [1925]

De opperkapitein van Zierikzee : een verhaal uit het jaar 1572 / L. Penning. – Bruinisse : Van der Wal, [1922]

Een brief uit Oost-Duiveland, tijdens het beleg van Zierikzee in 1576 / door J. de Witte van Citters. – s.l., [ca.1870]. – 11p. ; 21cm. Overdr.uit Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, nieuwe serie,dl.5.

De Zierikzeesche vrijheidsdag : historische schets der gebeurtenissen te Zierikzee en in Schouwen en Duiveland, van 1572 – 1576 / Werther. – Zierikzee, 1872

Chronijk van Zierikzee, / Door J. de Kanter, Phil. z. … – Te Zierikzee, : bij Abraham de Vos, Jz. …, 1794. – vii, [1], 113 p. ; in-8`. Bevat ook: Uitmuntende en geleerde mannen, die te Zierikzee zijn geboren, of zig bij hunne stadgenoten verdienstelijk hebben gemaekt.