Geheime Raad (Conseil Privé) en Raad van Financiën

De Geheime Raad (conseil privé) had volgens zijn instructie en beschikkingen van later tijd het toezicht over het rechtswezen en het beleid der politie. Hij was regeringsraad en had zich van alle rechtspraak te onthouden. Hij bestond uit tien of twaalf rechtsgeleerden. De voorzitter moest dagelijks verslag geven van de gewichtigste zaken die in behandeling waren genomen.
De Raad van Financiën was belast met het beheer en de zorg voor het geldwezen van de staat. Hij bestond uit drie hoofden, aanzienlijke edelen, meestal vliesridders, een tresorier-generaal, twee of drie commiezen, een ontvanger-generaal, een secretaris (audiencier) en een griffier. 

Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander, 
Staatsinstellingen (ed. 1922), 111-114.