​Karel van Arenberg (1550-1616), graaf van Arenberg


Biografie

Karel van Arenberg was de zoon van Vliesridder en Gronings gouverneur Jan van Ligne ​ (1525-1568) en de rijke erfdochter Margaretha van der Mark-Arenberg (1527-1599). Zijn vader stierf in 1568 op het slagveld nabij Winschoten toen hij de koninklijke troepen leidde, waarna de slag bij Heiligerlee in het nadeel van de Habsburgers uitviel. Zijn moeder gebruikte evenwel meteen haar contacten in Brussel en Wenen om te zorgen dat Karel belangrijke opdrachten kreeg. Zo kon hij al een jaar nadien namens de Brusselse landvoogd naar het Franse hof om er de koning en diens moeder te feliciteren met hun overwinning op de protestantse legers en nadien kreeg hij een ordonnantiebende met koninklijke soldaten onder zijn bevel.

Als nieuwe chef de famille, die volgens de bepalingen van het ouderlijke huwelijkscontract voortaan de naam Arenberg van moederzijde verderzette, verkeerde Karel in vorstelijke kringen. In 1570 begeleidde hij Anna van Oostenrijk, de toekomstige echtgenote van Filips II, naar het Spaanse hof; in 1572 verbleef hij aan het Franse hof om daar het koningspaar geluk te wensen met de geboorte van een dochter. In 1573 mocht hij bij de keizer de nieuwe landvoogdij van Requesens aankondigen, en dat deed hij in 1576 ook namens landvoogd Don Juan van Oostenrijk. Hij hield onderweg steeds halt bij het stamslot; in april 1576 verhief de keizer dat reichsunmittelbare territorium Arenberg tot prinselijk graafschap, met een zetel en stemrecht in de Rijksdag, zodat Karel in 1582 in eigen naam én die van Filips II deelnam aan de Rijksdag van Augsburg. De transregionale familie hield zo steeds meerdere ijzers in het vuur op het politieke schaakbord van Europa.

Hoewel Karel van Arenberg in 1580 naast het stadhouderschap in Groningen en Friesland greep, werd hij door landvoogd Alexander Farnese toch steeds meer ingeschakeld in diens veldtochten, onder meer in 1582 in het beleg van Oudenaarde. In 1584 ontving hij als één van de weinige aristocraten uit de Nederlanden de keten van het Gulden Vlies, in navolging van zijn vader. In 1587 was hij bevelvoerder over het beleg van Sluis en werd hij gouverneur van de havenstad. In die periode tipte Farnese hem ook als de op één na meest bekwame generaal om de Armada vanuit de Nederlanden te helpen coördineren. In de plaats daarvan werd hij de meest vooraanstaande koninklijke gezant die begin 1588 in Broekburg vredesonderhandelingen aanknoopte met Engelse diplomaten. In 1590 volgde hij dan weer Farnese in diens door de koning opgedragen veldtocht in Frankrijk. De eer die hem in deze periode werd toebedeeld door de respectievelijke landvoogden, zoals een positie als gentilhombre de la cámara (kamerheer) in 1596, dienden vooral om de aristocraat nog nauwer aan de Spaanse kroon te binden. Ook werd hij diplomaat in de Frans-Spaanse vredesonderhandelingen in Vervins in 1598, waar hij de Franse koning Hendrik IV ontmoette van wie hij de heerlijkheid Edingen zou overkopen. Karel van Arenberg vooral onder de aartshertogen verder triomferen. In de jaren 1599-1600 werd hij zowel lid van de Raad van State, admiraal ter zee als oppervalkenier.

Karel van Arenberg huwde pas op 36 jaar in 1587. Zijn moeder had eerst andere partners op het oog, zoals Louisa van Vaudémont (1553-1601), die uiteindelijk met de Franse koning Hendrik III trouwde, of Sybilla van Kleef-Gulik-Berg (1557-1627), uit een familie die net als de Arenbergs een aantal reichsunmittelbare territoria bestuurden. Uiteindelijk verbond hij zich met Anna van Croÿ (1564-1635), de oudste dochter van Filips, derde hertog van Aarschot, die zich te pas en te onpas als protagonist in de Opstand had geprofileerd. De alliantie diende beide families goed: het huis Arenberg kon zich verder zuidelijk verankeren, met goederen aan beide zijden van de Frans-Habsburgse grens; het huis Croÿ had een eventuele uitweg voor de huwelijksperikelen bij de erfopvolger die gescheiden van zijn protestantse vrouw leefde. Het huwelijk bracht twaalf kinderen voort, waarvan vijf zonen en vijf dochters de kindertijd overleefden.

Violet Soen

25 juli 2020

Literatuur

V. Soen, ‘Arenberg tijdens de Opstand in de Nederlanden: Van de Slag bij Heiligerlee tot de Akte van Afstand (1568-1598)’, in: Mark Derez, Soetkin Vanhauwaert en Anne Verbrugge (ed.), Arenberg: Portret van een familie, verhaal van een verzameling , Brepols, Turnhout, 2018, 88-95 en andere bijdragen in deze tentoonstellingscatalogus.

C. Maes-De Smet, ‘Margarethe van der Marck-Arenberg (1527-1599), in P. Neu (ed.), Arenberger Frauen. Fürstinnen, Herzoginnen, Ratgeberinnen, Mütter, Koblenz, 2006, 26-53.

M. Marini, ‘Anna van Croy (1564-1635)’, in P. Neu (ed.), Arenberger Frauen. Fürstinnen, Herzoginnen, Ratgeberinnen, Mütter, Koblenz, 2006, 84-109.​

D. Raeymaekers, One Foot in the Palace. The Habsburg Court of Brussels and the Politics of Access in the Reign of Albert and Isabella, 1598-1621, Leuven, Leuven University Press, 20