Bestuur en landdag van Friesland
Friesland was samengesteld uit drie goën die ieder in grietenijen waren verdeeld, en enige niet zeer aanzienlijke steden bevatten. De steden hadden een regering die niet veel afweek van die van de Hollandse. Aan het hoofd van de plattelandsdistricten of grietenijen stond de grietman, met soortgelijke bevoegdheid als die der schouten en baljuwen in andere provincies. Sedert de Saksische hertogen was het aanstellen van die officieren een voorrecht van de landsheer.
Iedere go had haar eigen volksvergadering, waarop behalve de volmachten van de dorpen (soms van de grietenijen), en de afgevaardigden van de steden, nog enige prelaten en edelen plachten te verschijnen. De landdag was een samenkomst der drie go-vergaderingen, die ieder een stem hadden.
Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander,
Staatsinstellingen (ed. 1922), 96-99.