Algemeen Bestuur – Raad van State
Sedert de ordonnanties van 1 oktober 1531 berustte het algemeen bestuur bij een landvoogd, door een Raad van State bijgestaan, en regerend door middel van een Geheime Raad en een Raad van Financiën.
De Raad van State was een raadgevend, geen besturend lichaam. Volgens zijn instructie had hij te handelen over de grote en voorname aangelegenheden, die de staat, het bestuur en de regering van het land betroffen. Het aantal leden was onbepaald. De ridders van het Gulden Vlies hadden toegang tot zijn vergadering, en de landvoogd kon bovendien de voorname beambten van het land en de stadhouders van de provincies tot bijwoning oproepen. Er werd bij meerderheid van stemmen besloten, maar het stond de landvoogd in buitengewone gevallen vrij, zich aan het gevoelen van de minderheid te houden.
Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander,
Staatsinstellingen (ed. 1922), 109-111.