Rechtspraak in Gelderland
De kwartieren van Gelderland waren in ambten verdeeld, die ieder hun nedergerechten of banken, meestal met criminele zowel als met civiele rechtspraak in eerste aanleg, bezaten. De Overbetuwe en het kwartier van de Veluwe hadden ieder hun eigen appellationsgericht. Van de rechtbanken der steden was geen eigenlijk appèl. De mindere steden gingen echter wel bij de rechtbank van een aanzienlijker stad, vooral van Zutphen, “vonnis halen”. Het Hof, door Karel de Stoute ingesteld, en door Karel V in 1547 hersteld, had in onderscheiden zaken bij eerste aanleg rechtspraak, uitsluitend of met andere rechtbanken concurrerende. Het Hof was niet in staat een algemeen appèl te verwerven.
Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander,
Staatsinstellingen (ed. 1922), 130-131.