Rechtspraak in Friesland
Op het platteland van Friesland stond de rechtspraak in civiele zaken bij eerste aanleg aan de grietman, door de landsheer gekozen. Alleen heel geringe zaken waren aan de dorpsrechter overgelaten. Burgemeester en regeerders van de steden hadden gelijke bevoegdheid als de grietman. De criminele rechtspraak was aan het Hof overgebracht, door Albrecht van Saksen in 1494 opgericht, en door Karel V bevestigd. Het sprak bovendien recht in alle civiele zaken bij appèl, en in eenige bij eerste aanleg.
Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander,
Staatsinstellingen (ed. 1922), 137-139.