Pacificatie van Gent
Bij de Pacificatie van Gent van 8 november 1576 behielden Holland en Zeeland uitdrukkelijk hun verworven zelfstandigheid en hun bijzondere Unie tegenover de andere provincies, waarmee zij vrede sloten en waarmee zij zich verbonden om de aloude vrijheid te verdedigen. De prins van Oranje werd niet slechts als stadhouder van de koning erkend, maar zelfs bevestigd in de volle macht, die hem door de Staten van beide gewesten was opgedragen, totdat, na het vertrek van de Spanjaarden, door de Staten-Generaal anders beschikt zou zijn. De steden van Holland en Zeeland, die zich tot dan toe buiten de Unie hadden gehouden, voegden zich toen, na verkregen satisfactie, onder het bestuur van de prins.
Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander,
Staatsinstellingen (ed. 1922), 164-166.