Scheiding van Noord en Zuid / Unies van Brussel, Atrecht en Utrecht
De samenwerking van de dus schijnbaar herenigde gewesten was van korte duur. De Unie van Brussel (9 januari 1577) toonde reeds dat niet allen hetzelfde doel beoogden. De poging om onder aartshertog Matthias van Oostenrijk, en later onder Anjou, een vrije Nederlandse staat te vestigen, die slechts in naam van Filips II afhankelijk zou zijn, mislukte. Hoe langer hoe verder dreven de twee partijen uit elkaar. Tenslotte sloten de Waalse gewesten een afzonderlijke Unie van Atrecht (6 januari 1579), en verzoenden zij zich met de Spaanse regering op voorwaarden die niet voor allen aannemelijk waren in de Vrede van Atrecht (17 mei 1579). – Daarentegen sloten Holland en Zeeland met Gelderland, Utrecht en de Ommelanden de Unie van Utrecht op 23 januari 1579. Deze, een uitbreiding van de vroegere Unie tussen Holland en Zeeland, won gedurig nieuwe leden, en omvatte na verloop van tijd de meeste gewesten en steden die de landsheer bleven weerstaan. Eindelijk, toen het bij de vredesbesprekingen te Keulen was gebleken dat voor hen een vergelijk met Filips onmogelijk te treffen was, verklaarden zij hem vervallen van de heerschappij (bij de Acte van Verlatinge, 26 juli 1581).
Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander,
Staatsinstellingen (ed. 1922), 167-173.