Patrimoniale en niet-patrimoniale gewesten
Het woord patrimonium betekent zoals bekend: vaderlijk erfdeel. Met de patrimoniale gewesten worden de Nederlandse gewesten bedoeld die onder Filips de Goede bijdroegen aan de bede in het kader van de Staten-Generaal. Met de niet-patrimoniale gewesten bedoelt men doorgaans de gewesten die Karel V aan de Nederlanden toevoegde: Friesland (1534), Utrecht (Neder-Sticht) met Overijssel en Drenthe (Over-Sticht) (1528), Groningen (1536) en Gelre (1543).