Rotterdam, gelegen nabij de monding van de Maas, was rond het jaar 1400 een stadje met naar schatting tussen de twee- en drieduizend inwoners en behoorde daarmee tot de kleinere steden van Holland en Zeeland. Delft en Dordrecht hadden twee tot drie keer meer inwoners. De haringvisserij was voor de economische ontwikkeling van Rotterdam belangrijk: de gerelateerde bedrijvigheid stimuleerde de Rotterdamse koopvaart ook buiten de seizoensgebonden vangst. In de loop van de zestiende eeuw groeide de stad tot dertienduizend inwoners. Na een uiterst gewelddadige confrontatie met het Spaanse leger koos Rotterdam in 1572 toch aarzelend de zijde van de Opstand. Achteraf is dit de beste keus gebleken. De stad heeft naar verhouding weinig geleden onder de oorlog en herstelde heel snel. Vanaf de jaren 1580 begon een periode van spectaculaire economische expansie.
De bloedplakkaten van Alva druisten sterk in tegen het beleid dat het Rotterdamse stadsbestuur steeds had gevoerd in godsdienstzaken. Het religieus klimaat in Rotterdam was bijzonder tolerant en er waren relatief veel doopsgezinden – vijf tot tien procent van de bevolking. De houding van de libertijnse pastoor van de Sint-Laurenskerk, Huibert Duifhuis (pastoor van 1557 tot 1572), heeft hier belangrijk aan bijgedragen. Duifhuis pleitte voor vrijheid en verdraagzaamheid en liet de eigen parochianen zelfs grote vrijheid in hun religieuze opvattingen. Het stadsbestuur is gedurende de zestiende eeuw verschillende malen berispt door het Hof van Holland wegens het toestaan van verboden boeken afkomstig uit de omgeving van Duifhuis. De magistraat stond zelf echter op goede voet met Duifhuis. Over de keuze voor de Opstand was de magistraat dan ook uiterst verdeeld.
De overgang van Rotterdam naar de geuzen is niet geweldloos verlopen. Op 7 april 1572 nam een kleine groep geuzen Delfshaven in en sloegen de beelden en orgels in de kerk tot puin. Vervolgens vielen de geuzen diezelfde dag nog Rotterdam aan. Rotterdam bood echter weerstand waarop de geuzen zich terug trokken. De Spaanse overheid vreesde dat vanuit Delfshaven Delfland en Schieland onder water gezet zouden worden, waardoor Delfshaven een goede uitvalsbasis zou worden voor een aanval op Delft. Via Rotterdam moest daarom Delfshaven terug veroverd worden.
Op 8 april stond een Spaans leger onder leiding van Bossu voor de poorten van Rotterdam. De Rotterdamse bevolking wilde de Spanjaarden niet binnen laten. Het stadsbestuur, dat door medewerking aan de Spanjaarden de handel zeker hoopte te stellen, zat in een impasse. In de vroege morgen van 9 april kwam er met bemiddeling van Duifhuis een oplossing: het volk stond de Spanjaarden toe de stad in te gaan op voorwaarde dat de soldaten in kleine groepen zouden binnen komen. Toen de poorten open gingen en het Spaanse leger met veel meer man binnen drong dan afgesproken probeerde de bevolking hen tegen te houden. Spaanse soldaten richtten daarop een bloedbad aan onder de burgers zonder dat Bossu ingreep. De cijfers over het aantal doden variëren sterk: Bossu sprak van honderd, andere bronnen spreken van drie- tot vijfhonderd slachtoffers.
Johannes Gysius geeft in zijn Oorsprong en voortgang der Neder-landtscher beroerten ende ellendicheden (1616) een lijst met de namen van belangrijke burgers die zijn vermoord. De magistraat van de stad heeft later bij het restaureren van de Oostpoort, waardoor de Spanjaarden naar binnen waren gedrongen, tot een eeuwige gedachtenisse deser moort een gedicht aangebracht:
‘Den Grave van Bossu met de Spaengiaerts bloetgierigh
In ‘t Iaer t’seventich twee Aprilis negende dagh,
Langs hier, als vriend, in quam, en hebben gants schoffierigh,
Seer jammerlick vermoort, veel Burgers met geclagh.’ (Gysius, 472)
Vanwege de strategische ligging van Rotterdam aan belangrijke waterwegen bleef een Spaans garnizoen in de stad gelegerd. Pastoor Duifhuis moest vluchten om aan vervolging te ontkomen. Steeds meer steden kozen ondertussen de kant van de Geuzen. Na Brielle volgden ook Vlissingen, Gouda, Dordrecht, Leiden en Gorinchem. Alva beoordeelde de toestand in zuidelijk Holland dan ook als onhoudbaar, waarop op 25 juni 1572 het leger van Bossu uit Rotterdam vertrok.
Officieel was Rotterdam nog aan de zijde van de koning, maar daar kwam op die zelfde dag verandering in. De Staten van Holland waren kort tevoren bijeengekomen in Dordrecht, waar Rotterdam verstek had laten gaan. Maar nu zochten de Staten Rotterdam op en dwongen zij het stadsbestuur een keuze te maken. Twee stadsbestuurders namen hun ontslag en onthielden zich van stemming, terwijl negen bestuurders overtuigd kozen voor de prins. De verdeeldheid onder bestuurders over aansluiting bij de Opstand had allerlei redenen. Uiteraard betekende aansluiting ook dat de stad zou gaan bijdragen aan de oorlogskosten terwijl een goede afloop van deze oorlog nog uiterst onzeker was. Daarnaast had men in Rotterdam geen al te hoge dunk van de geuzen omdat Lumey vrijwel onmiddellijk na zijn aankomst op 25 juli 1572 gepoogd had de Laurenskerk leeg te halen om zijn soldaten te betalen.
Na de aansluiting bij de Opstand keerden vele ballingen terug in de stad en werden de goederen van hen die met de Spanjaarden waren mee gevlucht verkocht om de oorlog te financieren. De situatie bleef nog lang uiterst onzeker: in Vlaardingen en Capelle aan den IJssel, nog geen vijftien kilometer bij de stad vandaan, zaten tot november 1574 Spaanse troepen. Voor het Ontzet van Leiden in oktober 1574 werden bovendien de dijken bij Delfshaven doorgestoken. Daardoor waren de opbrengsten van de landerijen ten Noorden van Rotterdam tot 1576 zeer gering. Toch herstelde Rotterdam heel snel van de geleden schade. Doordat Amsterdam tot 1578 koningsgezind bleef en daarom volledig was afgesneden van de zee, profiteerde Rotterdam een korte periode van extra handel. Economisch gezien ging het de stad eind zestiende eeuw voor de wind: er arriveerden duizenden vluchtelingen uit Gent en Antwerpen nadat die steden door Parma waren ingenomen in 1584 en 1585. Zij brachten kennis, handelsnetwerken en kapitaal mee naar Rotterdam. Eind zestiende eeuw moesten de haven en de stad flink worden uitgelegd, en in 1621 telde Rotterdam maar liefst negentienduizend inwoners.
Pieter Verkaik / Erika Kuijpers
Naslagwerken
1545-1575: Stedenatlas Jacob van Deventer : 245 stadsplattegronden uit 1545-1575 – schakels tussen verleden en heden / Reinout Rutte en Bram van Nieuwenhuyze ; cartografie Yvonne van Mil. – Bussum : THOTH ; Tielt : Lannoo, 2018: p. 316-317.
1612: Beschryvinghe van alle de Neder-landen door Ludovico Guicciardini, vermeerderde uitgave, p. 227-228.
Nijhoff/Van Hattum, Bibliotheek van Noord-Nederlandsche plaatsbeschrijvingen tot het einde der 18de eeuw. ‘s-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1953 > nr. 64 (A. van den Burgh), nr. 163-164 (J. Kortebrand), nr. 193 (J. Lois), nr. 195 (G. Manheer), nr. 295-297 (G. van Spaan), nr. 308 (D. Verzijde), nr. 324 (E. van Welsenes)
Literatuur
Secundaire bronnen
Bakker, J., De Groote of Sint Laurenskerk te Rotterdam (Lochem 1942). Plaatsingscode UB Leiden: 1250 A 22.
Bezemer, W., ‘Een heksenproces te Rotterdam in 1566’, in: Oud-Holland XI 11 (1893), p. 255-256. Plaatsingscode UB Leiden: V 1399. Ter inzage (Magazijn).
Bezemer, W., Rotterdam in de eerste dagen van april 1572 (1894).
Bezemer, W., ‘ Geloofsvervolgingen te Rotterdam, 1534-1539 ‘, in: Archief voor Nederlandsche kerkgeschiedenis VI (‘s-Gravenhage 1897), p.45-62. Plaatsingscode UB Leiden: V 832.
Bijlsma, R. Rotterdams welvaren 1550-1650 (‘s-Gravenhage 1918). Plaatsingscode UB Leiden: 1833 B 19.
Bonke, H., De kleyne mast van de Hollandse coopsteden: stadsontwikkeling in Rotterdam 1572-1795 (Amsterdam 1996).
Boom, H. ten , ‘ Rotterdam aan de vooravond van de Reformatie. Deel I. De Rooms-Katholieke kerk en haar instellingen ‘, in: Rotterdamsch jaarboekje 1 (1983), p. 199-237. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Boom, H. ten , ‘ Rotterdam aan de vooravond van de Reformatie ‘ in: Rotterdamsch jaarboekje 9, vol. 2 (1984), p. 185-209. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Boom, H. ten, ‘ Rotterdam aan de vooravond van de Reformatie. Deel III. Kloosters ‘ in: Rotterdamsch jaarboekje 9, 4 (1986), p. 209-227. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Boom, H. ten, ‘ Rotterdam aan de vooravond van de Reformatie. Deel IV. De zorg voor behoeftigen ‘ in: Rotterdamsch jaarboekje , 9, 5 (1987) p. 193-215. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Boom, H. ten, De Reformatie in Rotterdam 1530-1585 (Amsterdam 1987). Plaatsingscode UB Leiden: 9500 C 12.
Brouwer, A. en I. Vellekoop, Spaans benauwd – strijdende Geuzen en Spanjaarden in het Maasmondgebied 1568 – 1575 (Vlaardingen 1984). Plaatsingscode UB Leiden: 1296 C 16.
Callenbach, J.R., De eerste Hervormde prediking in de St.-Laurenskerk : bijdrage tot de vraag : Hebben de Hervormden deze kerk van Rome gestolen (Rotterdam 1922).
Callenbach, J.R., De Groote kerk te Rotterdam (Rotterdam 1910). Plaatsingscode UB Leiden: Leeszaal Bijzondere Collecties, BIBWAL G 517.
Diest Lorgion, E.J., Hubertus Duifhuis : een tafereel uit den tijd der Kerkhervorming (Groningen 1854). Plaatsingscode UB Leiden: 1151 C 26.
Eldermans, H.B., Raad van Beroerten. Veroordeelden uit Rotterdam, de Lier, ‘s- Gravenzande, Naaldwijk, Vlaardingen en uit andere plaatsen en gewesten. 1567-1569 . (Transcriptie) (1989).
Gerdes, E., Wibold de kloosterling: een verhaal voor de jongelieden, tijdens Bossu’s overrompeling van Rotterdam in 1572 (Nijmegen 188?).
Gouw, J.L. van der, ‘Schieland als koloniaal gebied van Rotterdam’ in: Rotterdamsch jaarboekje (1977), p. 235-254. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Jongh, J.W. de, De troepen van Bossu dringen Rotterdam binnen, 9 April 1572 (Groningen 1910).
Kalma, J.J., Huibert Duifhuis ( 1531-1581 ): priester-predikant tussen de partijen : bibliografie ( Leeuwarden 1987).
Keesteren, J.C. van, De mumie van Rotterdam : een geschiedkundig romantisch tafereel uit den tijd der Spaansche beroerten in de Nederlanden . (Vertaling door Georg Doering) (Amsterdam 1830).
Kersbergen, A.C., De confessioneele kleur van de Rotterdamsche aristocratie na 1572 (Rotterdam 1941).
Litzau, J.G., Vier rederijkers-tafereelen aangaande den verraderlijken intogt der Spanjaarden in Rotterdam, op Dingsdag na Paschen, den 9 Apr. 1572 : opgesteld bij wijze van rederijkers-zinnespel (Rotterdam 1848).
Peijpers, W.N., In duizend vreezen en de Spanjaarden te Rotterdam, in 1572: historisch tooneelspel in 10 tafereelen (Rotterdam tweede helft negentiende eeuw).
Ratsma, P. & F.A.M. Schoone & B. Woelderink, Rotterdam tussen Spanjaard en Geus: herdenkingstentoonstelling 1572 (Rotterdam 1972).
Scheerder, G., De Contrareformatie te Rotterdam: de Leeuwenstraatse statie van de Paters Jezuieten 1610-1708-1800 (Rotterdam 1988). Plaatsingscode UB Leiden: T 1403 34.
Schoor, A. van der, Stad in aanwas – Geschiedenis van Rotterdam tot 1813 (Zwolle 1999). Plaatsingscode UB Leiden: 1315 B 901.
Teychiné Stakenburg, A.J. (1963), ‘Huibert Duyfhuis, Laatste pastoor der St. Laurenskerk’, in: Rotterdamsch jaarboekje 1 (1963) p. 205-221. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Unger, J.H.W. ‘Een vorstelijk bezoek te Rotterdam in 1549’, in: Rotterdamsch Jaarboekje 1 (1888), p.147-152. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Unger, J.H.W., ‘Het kerk- en stadszilver tot betaling van soldij opgeëist’ in: Rotterdamsch Jaarboekje 1 (1888) p. 167-169. Plaatsingscode UB Leiden: G 273. Ter inzage, collectie Open Magazijn: Geschiedenis, kast 14419.
Vos, K., ‘De Doopsgezinde gemeente’, in: Rotterdam in den loop der eeuwen deel 2 (Rotterdam 1907).
Zeeuw J. Gzn., P (1932), Huib, de broer van den watergeus : Rotterdam in 1572 (‘s-Gravenhage 1932).
Primaire bronnen
Kortebrant, J., 1572, de Spanjaarden in Holland (Rotterdam 1772).
Kortebrant, J., Jakob Kortebrants tweede eeuwgetijde der Rotterdamsche vrijheit (Rotterdam 1772). Plaatsingscode UB Leiden: 1222 B 17.
Plasse , Cornelis Lodewijcksz. van der, De Spaensche tiranije gheschiet in Neder-lant : waer inne te sien is, de onmenschelicke ende wreede handelinghen der Spaengiaerden …: voornamelijck in de steden, Naerden, Haerlem, Rotterdam … : als mede de schrickelijcke moordt tot Parijs aen die van de religie (Amsterdam 1621?).
Rivier, S., De Spanjaard buiten Rotterdam, verjaagd door de burgerlyke heldendaaden : treurspel (Rotterdam 1780). Plaatsingscode UB Leiden: 1092 C 56. Leeszaal Bijzondere Collecties.
Spaan, G. van, Beschrijvinge der stad Rotterdam en eenige omleggende dorpen (Rotterdam 1698). Plaatsingscode UB Leiden: 403 G 16. Leeszaal Bijzondere Collecties.
Vliet, A. van der , De Spanjaard binnen Rotterdam (Rotterdam 1772). Plaatsingscode UB Leiden: 1203 B 4 : 4.
De belangrijkste werken van deze lijst zijn Ten Boom – De reformatie in Rotterdam 1530 – 1585 en het Rotterdamsch Jaarboekje , welke over een periode van ruim honderd jaar vele publicaties kent met betrekking tot Rotterdam tijdens de periode van de reformatie.