Foreest (Forestus), Nanning (Nannius) van

Alkmaar, 1529 – ‘s-Gravenhage, 3 oktober 1592

Deze telg uit het bekende Alkmaarse geslacht studeerde in Leuven bij Petrus Nannius en werd al spoedig in Alkmaar secretaris van de stad. Hij ging over tot de Hervorming. Dat was de reden waarom hij in 1568 werd verbannen met verbeurdverklaring van goederen. Na de omwenteling van 1572 keerde hij terug en had hij als pensionaris van Alkmaar een leidende functie bij de verdediging van de stad tegen de Spaanse belegeraars. Daarbij vond hij gelegenheid de gebeurtenissen op schrift te stellen. Nadien vervulde hij menige belangrijke functie voor stad en Staten.

1.1. Brevis narratio de obsidione Alcmariana , quam post hebdomades septem, anno 1573 Hispanus cum magno suo damno atque ignominia dimittere coactus est. Delphis 1574 [24 pp.; 8]

1.2. Een cort verhael van de strenghe belegheringhe ende aftreck der Spangiaerden van de stadt Alcmaer gheleghen in Holland . Die welcke de Spangiaerts nae dat syse int jaer MDLXXIII seven weecken lanck beleghert hadden niet sonder haer groote schade ende schande hebben moeten nalaten. Delft 1573; Alkmaar 1644; Haarlem 1739.
In de laatste druk wordt vermeld: `waar by koomen de onuitgegeeve aanteekeningen van een ander ooggetuigen’.
Blijkens de titelpagina is de Nederlandse uitgave een vertaling van de Latijnse. Maar opvallend genoeg is het jaar op de titelpagina van de Nederlandse uitgave 1573, terwijl de Latijnse pas in 1574 verscheen. In 1573 was het werk door Van Foreest wel voltooid (de opdrachtbrief in de Latijnse uitgave is gedateerd: 13 oktober); mogelijk is de Nederlandse uitgave naar het handschrift gemaakt, of is 1573 een drukfout.

1.3. Kort verhaal van het beleg van Almaar. Een ooggetuigenverslag . Ingeleid door H.F.K. van Nierop. Hertaald door M. Joustra (Alkmaar: Regionaal Archief, 2000)

Literatuur

De Wind, 185-186; Van der Aa, VI, 167-168; NNBW, I, 881-882; Haitsma Mulier/Van der Lem, nr. 168.