​Jozef Scheerder

Vlaams historicus

Gent, 29 mei 1911 – Gent, 3 december 2000

Biografie

Jozef  (“Jef”) Scheerder liep school in zijn geboortestad Gent, waar hij in het Sint-Barbaracollege bij de paters jezuïeten de Grieks-Latijnse humaniora volgde. In 1933 schreef hij zich als geschiedenisstudent in aan de Vlaamse afdeling van de Katholieke Universiteit van Leuven, waar hij in 1937 als licentiaat in de Letteren en de Wijsbegeerte (groep B, Geschiedenis) afstudeerde met een verhandeling over Opkomst en verspreiding van het Calvinisme te Gent .

J. Scheerder begon zijn beroepsloopbaan als leraar aan het Collège Cardinal Mercier in Braine-l’Alleud (Eigenbrakel). Daarna was hij achtereenvolgens leraar aan de Koninklijke Athenea van Kortrijk en van Sint-Niklaas. Na een korte onderbreking na de Tweede Wereldoorlog kon hij in het Koninklijk Atheneum van Genk als geschiedenisleraar aan de slag. Gedurende enige tijd (1959-1961) was hij ook docent geschiedenis aan de lerarenopleiding van de Provinciale Middelbare Normaalschool in Hasselt. Naast zijn opdracht als leraar was Scheerder ook wetenschappelijk actief. Toen in 1947 aan de Leuvense hoogleraar Léon Van der Essen (1883-1963) een huldealbum ( Miscellanea historica in honorem Leonis Van der Essen , Brussel, 1947, 2 dln.) werd aangeboden, was J. Scheerder redactiesecretaris van deze bundel waarin een bijdrage van zijn hand over “het drie miljoen goudguldensrekwest van 1566″ is opgenomen. Hij publiceerde eerder ook De Inquisitie in de Nederlanden in de XVIe eeuw (Antwerpen, 1944 – 112 blz.). Nadien volgden een bijdrage over het Archivo General de Simancas ( Wetenschappelijke Tijdingen , 12 (1952), p. 375-379) en Het Zuiden na 1648 (Nijmegen, 1955 – 308 blz.), het vierde volume in de vierdelige Geschiedenis der Nederlanden die onder redactie van prof. dr. Louis G.J. Verberne (1889-1956) het licht zag.

Jozef Scheerder heeft dikwijls getuigd dat hij dankbaar en trots was dat hij aan de Katholieke Universiteit van Leuven in het Nederlands had kunnen studeren. Als overtuigd katholiek en Vlaamsgezind student engageerde hij zich tijdens zijn studententijd in de door hem mee opgerichte Historische Kring en in het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Als stichter en als eerste voorzitter van de Vereniging Historici Lovanienses (VHL), bracht hij in 1936 de Vlaamse Leuvense afgestudeerden in de geschiedenis samen. Hij was ook de oprichter en gedurende decennia de redacteur van Tijdingen uit Leuven , het contactblad dat de VHL sinds 1945 voor de leden uitgeeft. Toen in 1965 de “Unie van de Lovanienses” werd opgericht, behoorde Scheerder tot de stichtende leden en werd hij secretaris van deze overkoepelende vereniging van Vlaamse afgestudeerden van de Leuvense universiteit. In 1972 mocht Scheerder ter gelegenheid van zijn terugtreden als VHL-voorzitter uit de handen van de Leuvense rector Piet De Somer (1917-1985) het huldeplaket van de KU Leuven ontvangen. Hiermee wilde de Leuvense Alma Mater haar verdienstelijke alumnus speciaal eren. De Vereniging Historici Lovanienses bood hem in 1987, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van zijn afstuderen een huldealbum aan.

Scheerder moedigde jonge historici altijd aan bij hun onderzoek en het deed hem zichtbaar genoegen wanneer (Leuvense) doctorandi en jonge doctores voor hun werk in binnen- en buitenland erkenning kregen. Zijn vriendschap met dr. Jozef Goossenaerts (1882-1963), de ijveraar voor de ontwikkeling van de Wetenschap in Vlaanderen, was aan deze ingesteldheid niet vreemd. Scheerder hield van Leuven, van Vlaanderen en van de Vlaamse volkscultuur. In dit verband dient ook zijn vriendschap met dr. Jozef Weyns (1913-1974), Vlaams heemkundige en oprichter van het Openluchtmuseum Bokrijk, alsook zijn lidmaatschap van het Verbond voor Heemkunde en van het Centrum voor de Studie van Land en Volk van de Kempen te worden vermeld.

Als jonge afgestudeerde maakte Jozef Scheerder vóór de Tweede Wereldoorlog enkele reizen naar het buitenland. Later, vanaf de jaren 1950, werd Spanje zijn geliefd reisdoel. Hij deed er onderzoek in Madrid en in Simancas en kwam op die manier in contact met een aantal Spaanse vakgenoten. Jozef Scheerder voelde zich als “heelnederlandse Vlaming” goed thuis in Nederland. Hij was lid van het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht (het latere Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap).

De belangstelling van Jozef Scheerder ging op de eerste plaats uit naar de tijd van de Reformatie en van de Opstand in de Nederlanden in de 16 de eeuw, vooral dan te Gent. Scheerder was een leerling van de Leuvense kerkhistoricus en hoogleraar Albert De Meyer (1887-1952) en hij noemde zich dan ook op de eerste plaats “kerkhistoricus”. Hij was een kenner van de inquisitie en van het protestantisme in de Nederlanden. Speciaal bestudeerde hij de Beeldenstorm, een beweging die hij karakteriseerde als “kerkzuiverend en door religieuze motieven ingegeven”. De bekendheid met de context waarin de repressie door Alva’s Raad van Beroerten was doorgevoerd, stelde J. Scheerder in staat om in 1964 in de Revue d’Histoire Ecclésiastique een stevig onderbouwd recensieartikel te schrijven over Le Conseil des Troubles. Liste des condamnés (1567-1573) (Brussel, 1961) van dr. Alphonse L.E. Verheyden (1913-1998). Hij wees daarbij op tekorten en zwakheden (o.a. doublures bij de namen) in het indrukwekkende werk en gaf ook aan waar verder onderzoek nodig was. In 1966 organiseerde hij, samen met kerkhistoricus prof. dr. Michel Dierickx s.j. (1909-1967), in Leuven een symposium over “De Beeldenstorm in de Nederlanden in 1566″. Hij presenteerde er ook de eerste voorlopige resultaten van het onderzoek dat tot een proefschrift zou leiden. Volgens hem was de Beeldenstorm in Gent “geen spontane uiting van de volkswoede, (…) geen maatschappelijke opstand (…) en nog veel minder ‘een afleiding van de aanval van de bezitlozen op de geldkisten der burgers’ (Kuttner)”.

Zijn voltijdse opdracht als leraar, het feit dat hij een gezin met echtgenote en vijf kinderen had, en zijn neiging tot perfectionisme leidden er toe dat het werk aan het proefschrift moeizaam vorderde. Uiteindelijk behaalde Scheerder in 1971 aan de KU Leuven de doctorstitel met Het Wonderjaar te Gent, 1566-1567 . Promotor was de Leuvense kerkhistoricus prof. dr. J.-M. De Smet (1916-1996). De studie werd ex aequo bekroond met de Prijs voor Geschiedenis van de Provincie Oost-Vlaanderen 1971. Bij die gelegenheid zegde de Gentse hoogleraar Adriaan Verhulst (1929-2002) o.a. het volgende: “Het werk van de heer Scheerder munt uit door zijn betrouwbaarheid: de feiten en gebeurtenissen werden met de grootst mogelijke nauwkeurigheid vastgesteld, zodat een zeer grote objectiviteit werd bereikt (…). Bij de lectuur ervan merkt men dat de auteur jarenlang heeft geworsteld met de bronnen van de opstand en het opkomend protestantisme, dat hij lang nagedacht heeft over de problematiek, omdat hij stond tegenover een onderwerp waarover door generaties historici de meest uiteenlopende versies en interpretaties werden naar voren geschoven, waarbij beurtelings het accent werd gelegd op de religieuze, de politieke of de sociaal-economische factor. Indien de heer Scheerder voor de religieuze en deels ook politieke factor opteerde, dan deed hij dit niet dan na een genuanceerd tegen elkaar afwegen van al deze factoren. Het werd aldus een gerijpt werk van jaren, dat de bekroning vormt van een lange loopbaan als historicus. Men moet de schrijver hulde brengen voor de moed die hij opbracht op zijn leeftijd, om over het onderwerp dat hem al heel zijn leven bezig hield, tot klaarheid en tot een gefundeerd oordeel te komen”. In zijn studie heeft dr. J. Scheerder niet enkel tal van onuitgegeven bronnen gebruikt. Hij heeft ook terecht de aandacht gevestigd op het grote belang van de kroniek van Marcus Van Vaernewijk ( Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden en voornamelick binnen Gendt 1566-1568 (uitg. F. Van der Haeghen), 5 dln., Gent, 1872-1881) voor de door hem bestudeerde periode.

Toen Jozef Scheerder in 1971 promoveerde, was hij één van de beste kenners van de Beeldenstorm. Daarom vroeg een Nederlandse uitgever hem de synthese De Beeldenstorm (Bussum, 1974; tweede herwerkte druk: Bussum, 1978. 132 blz.) te schrijvn. In deze monografie benadrukt hij zowel het complexe als het religieuze karakter van de Beeldenstorm. Hij wijst er op dat de gezagscrisis en de ongunstige economische omstandigheden overal voorkwamen, maar – zo stelt hij – “de Beeldenstorm vond hoofdzakelijk plaats in die gewesten waar de hervormde godsdienst de meeste aanhangers telde, op die plaatsen waar de hagenpreken op grote schaal gehouden waren of waar de inwoners de hagenpreken bijgewoond hadden”.

Nadat hij de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, verliet Scheerder Limburg en vestigde hij zich in het Oost-Vlaamse kunstenaarsdorp Sint-Martens-Latem (bij Gent). Hij werd er een actief lid van de plaatselijke Davidsfondsafdeling, van de Latemse Kunstkring en van de Heemkring Scheldeveld, en publiceerde in 1991 “Documenten in verband met confiscatie van roerende goederen van hervormingsgezinden te Gent (1567-1568)” met gedetailleerde informatie over het bezit van 76 Gentse protestantse en/of hervormingsgezinde burgers behorend tot de betere sociale klasse. Deze bijdrage is een essentiële aanvulling bij zijn proefschrift dat toen nog niet in druk was verschenen. Dr. J. Scheerder werkte na de verdediging van zijn proefschrift, dat zoals in België gebruikelijk is niet in gedrukte vorm werd ingediend, nog gedurende vele jaren verder aan het persklaar maken van het manuscript. Hij hield daarbij rekening met op- en aanmerkingen die de juryleden hadden geformuleerd, herschreef een aantal passages, en verwerkte ook bevindingen van nieuw onderzoek. Daarnaast verzamelde hij gegevens voor een prosopografie van beeldenstormers en protestanten die in 1566-1567 in Gent actief waren geweest. Stilaan werd echter duidelijk dat ouderdom en ziekte de afwerking van zijn “levenswerk” zouden verhinderen en besefte hij dat hij er de uitgave niet meer van zou beleven.

Jozef Scheerder overleed op 3 december 2000 in zijn geboortestad Gent. Op zaterdag 9 december werd hij in de woonplaats Sint-Martens-Latem ter aarde besteld. Zijn archief en het archief van de Vereniging Historici Lovanienses vonden een goed onderkomen in het Universiteitsarchief van de KU Leuven. Zijn boeken betreffende de geschiedenis van de zestiende-eeuwse Nederlanden gingen naar de Universiteitsbibliotheek (nu KU Leuven Bibliotheken – Artesbibliotheek) van dezelfde universiteit. In een “In Memoriam” typeerde professor baron Raoul Van Caenegem (1927-2018), hoogleraar aan de Universiteit Gent en toenmalig voorzitter van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, dr. Jozef Scheerder als volgt: “Het zou verkeerd zijn te concluderen dat hij volledig in beslag werd genomen door zijn eigen onderzoekingen en zijn eigen persona . Hij was integendeel steeds bereid anderen, vakgenoten en liefhebbers, te helpen met inlichtingen, suggesties en daadwerkelijke hulp bij de redactie van hun pennenvruchten. Dr. Scheerder was een beminnelijk man en een graag geziene figuur in het Leie-dorp waar  hij de laatste dertig jaar van zijn leven heeft doorgebracht”.

Kort voor zijn overlijden hadden Jan Roegiers en Gustaaf Janssens aan Jozef Scheerder en aan zijn familie beloofd dat zij voor de uitgave van Het Wonderjaar te Gent zouden zorgen. Het werd een moeizaam werk dat door de drukke beroepsbezigheden van beide Leuvense historici niet opschoot. Jan Roegiers (1944-2013) overleed voortijdig, maar de uitgave werd in 2016 door Johan Decavele en door Gustaaf Janssens tot een goed einde gebracht. Het boek verscheen dat jaar in de reeks ‘Verhandelingen’ van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, de vereniging waarvan Jozef Scheerder vanaf 1962 bestuurslid en ondervoorzitter was geweest. Men kan zich afvragen of het zinvol is om een werk, dat in 1971 werd geschreven, na 45 jaar alsnog uit te geven. In het geval van het proefschrift van dr. Scheerder is het antwoord zonder twijfel: “Ja”. Het is en blijft een degelijke studie, gebaseerd op origineel bronnenonderzoek. Bovendien is bij de uitgave rekening gehouden met de aanvullingen en correcties die dr. Scheerder zelf voor het herwerken van zijn manuscript had voorzien en is de taal grondig nagekeken. De geannoteerde identificatie van 111 beeldenstormers en protestanten die in 1566-1567 in Gent actief zijn geweest en die Scheerder in de loop van de decennia na zijn promotie had samengesteld, is door de uitgevers als “Bijlage IV” aan het boek toegevoegd. In hun “Woord vooraf” situeren de uitgevers het werk van Scheerder binnen de historiografie betreffende de Beeldenstorm en verwijzen zij ook naar studies van anderen die na de verdediging van Scheerders proefschrift of na diens overlijden zijn verschenen.

Gustaaf Janssens

Publicaties van Jozef Scheerder

De publicaties van Jozef Scheerder betreffen hoofdzakelijk de Beeldenstorm en het protestantisme in Vlaanderen. Wat hij tot 1987 heeft gepubliceerd, wordt vermeld in  de bijdrga van G. Janssens, “Dr. J. Scheerder, historicus en alumnus lovaniensis”, in: Liber amicorum Dr. J. Scheerder. Tijdingen uit Leuven over de Spaanse Nederlanden, de Leuvense universiteit en Historiografie (red. A. Jans, G. Janssens e.a.), Leuven, 1987, p. 9-14. Nadien verschenen nog: “Documenten in verband met confiscatie van roerende goederen van hervormingsgezinden te Gent (1567-1568)”, in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 157 (1991), p. 125-242, en Het Wonderjaar te Gent 1566-1567 (uitg. J. Decavele & G. Janssens) (Verhandelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 36), Gent, 2016 (276 blz.) .

Over Jozef Scheerder

M. Dierickx, “De Beeldenstorm in de Nederlanden in 1566″, in: Streven , 19 (1966), p. 1040-1048.

G. Janssens, “Ten huize van Jef Scheerder”, in: Tijdingen uit Leuven , nr. 93 (1986), p. 7-9.

G. Janssens, “Dr. J. Scheerder, historicus en alumnus lovaniensis”, in: Liber amicorum Dr. J. Scheerder. Tijdingen uit Leuven over de Spaanse Nederlanden, de Leuvense universiteit en Historiografie , Leuven, 1987,  p. 9-14

G. Janssens, “In memoriam Dr. Jozef Scheerder 1911-2000″, in: Tijdingen uit Leuven , nr. 123 (2001), p. 5-7.

“Jozef Scheerder en Wouter Steenhout laureaten van de Prijs Geschiedenis”, in: Kultureel Jaarboek van de Provincie Oost-Vlaanderen 1972 , I, Gent, 1973, p. 75-82.

R.C. Van Caenegem, “In memoriam dr. J. Scheerder”, in: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent , Nieuwe Reeks, 55 (2001), p. 2.

J. Decavele & G. Janssens, “Scheerders Het Wonderjaar te Gent 1566-1567 na vijfenveertig jaar”, in: J. Scheerder, Het Wonderjaar te Gent 1566-1567 (uitg. J. Decavele & G. Janssens) (Verhandelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 36), Gent, 2016, p. 1-7.