Oproep tot eendrachtigheid
Uit: J. van Vloten, Nederlandsche geschiedzangen , II, 1864, 240.
Oorspronkelijke bron: A. Valerius, Nederlandtsche Gedenck-clanck , 1626.
De sterkste muur of wal, daar God door wil bewaren
Zijn kerk, zijn volck, en ‘t land, in stormen en gevaren,
Is eendracht, en te zijn, in doen, in laat, en daad,
Een zin, éen hert, éen ziel, éen wil, éen stem, éen raad.
De eendrachtigheid, die is de moeder van de krachten,
En ‘t grootste geweld, dat ooit wij bij elkander brachten,
Geen wapen doet zoo veel, geen oorlogstuig zoo sterk,
Ze is ‘t allerzwakste volk het sterkste bollewerk.