Op het Twaalfjarige Bestandt der Vereenigde Nederlanden
Uit: Vondel, Werken , I, 150.
Door Joost van den Vondel
Den Heemel krijgens zadt, erbermt sich onser quaalen:
Kastiljen wort beweegt den Vreede ons aan te biên,
De Staaten leenen ‘t oor, dies wy verwondert, zien
Het vreedemaakend volk genaaken onze paalen.
Naar onderling gesprek, opschorssing en lang draalen,
Vergunt men haar ‘t BESTANT voor jaaren twee en tien:
Op hope of met’er tijdt een Vreede-zon misschien
Den Nederlanden mocht geduuriglijk bestraalen.
NASSOU ontwaapent zich om ruste te verwerven,
Steekt op sijn dreigend staal, geschaart van’t veel doorkerven,
En’t Bondig Landt geniet de vruchten van sijn zweet,
Van vreugde golven vyers ten heemel opwaart vaaren,
Men offert lof en dank den Heere der Heirschaaren,
Die nu in loutre vreugt doet eyndigen ons leet.
I. v. V.