1566
Spotdicht op het leven in de vrouwenkloosters
Een kort, dic, vet paterken
De Clage vanden inquisiteur, meester Pieter Titelmanus
Ic alendich Inquisiteur/ ten dezen stonden/ waer
Van mynen God verlaten/ een machtich Heere
1567
Oranje vertrekt uit Antwerpen en verlaat de Nederlanden
Gy, Christenen allegare, Wat nieus wordt u bediet
Klacht over de nood der tijden
Wt liefde hiet, Dicht ick dit liedt
Den spaenschen coninck es comen int lant / Vivere papist
Een nieu liedeken van dij geusen
Den spaenschen coninck es comen int lant
1568
Op de eerste veldtocht van Oranje
De prins van Orangiën is te velde gecomen
Het Wilhelmus
Wilhelmus vanNassauwen, ben ick van Duytse bloet
1572
Spanjaard Pacheco te Vlissingen opgehangen
Hoort toe, ghy mannen ende wyven
Opwekking de prins van Oranje bij te staan Ras, seventien provincen! Stelt u nu op de voet
Mechelen geplunderd door het Spaanse leger
Wat baggert aen myn hert, wat doet my so ontstellen?
Och! ’tis om dat ick ‘t volck sie so vervaerlyck quellen
Mechelen geplunderd door het Spaanse leger
t’Geween, ‘tgehuyl, ‘tgekryt, op dees tyt, gaet nu (Heer!)
even seer, weder aen
Amsterdams trouw
Wie wil hooren een nieu liet,
Wat int jaer twee en seventigh is gheschiedt
1573
Klaaglied der Spaanse soldaten
Eylaes, wy moghen wel claghen
1574
‘s Lands gesteldheid
Hollant, Zeelant, ghy edel prieel
Opte Duyfkens de blijde tijdinge brengende vant Leytsche ontset
Terwijl den zwarten Peen, het Palladijnsche Leyden
1575
- Klaaglied op de inname van Buren en Oudewater door de Spanjaarden
- Och! my jammert met wee
De moort van Buren de steê,
Hierges strooptocht in Noord-Holland Een nieu liet soo wil ick singhen,
Wter harten alsoo fraey,
De Spanjaarden steken de Zijpe over en houden huis op Schouwen
Och God, wilt doch vertroosten / De benauwde gemeente seer
Een lied op de martelaren van Gorcum (1575), vermoedelijk van Rutger Estius
Duer guesen predicanten
syn sy geëxamineert
1576
Op de dood van Requesens, 5 maart 1576
Requiem mogen wy zingen, / Over de ziele seer devoot
Boerenklacht
Waer sullen wy nu doch blijven, / Wy boeren, cleyn en groot!
Lofdicht op de Pacificatie van Gent
Verblijt U Neerlant met jolijt,
En dancket God den Heer altijt
Schimpdicht op de Pacificatie van Gent
Wy hebben een land zonder Heere,
Elk rooft en steelt er even zeere
Drie teksten uit het Geuzenliedboek 1576/1577
Het Geuzenliedboek van 1576/1577
algemene inleiding
Een ander nieu liedeken van Leyden
Van die afwijkinghe van Alckmaer
Refereyn
In voorbereiding
1577
Les adieu aux Epaignolz lorsquilz se partirent hors du pays au mois d’Avril l’an 1577
Adieu chetifz de tous maux,
Adieu ennemis capitaulz
1578
Lucas de Heere
Twee brieuen van wijlen don Jan van Oostenrijck
Op de komst van aartshertog Matthias van Oostenrijk
O Heere God almachtich, eeuwich ghebenedijt
De geestelijkheid Maastricht uitgezet
Heruit, Papou! Een spel op je mouw
A la mort de Don Juan d’Autriche
Dieu voulant chastier la province Belgique
Luy envoya Duc d’Albe, Antioche en rigueur
1579
Oproep tot eendrachtigheid
De sterkste muur of wal, daar God door wil bewaren
Katholiek spotgedicht op Oranje en zijn godsdienstvrede
Ic zoude wel zot werden in mijn aude daghen
1580
Het orgel van den tijdsellenden, verweten aan Oranje
O zeventien landauwen, hoe zidy verzeert
Twistgesprek tussen de koning en de Nederlanden, na de vogelvrijverklaring van Oranje
O ghy Nederlanden seer fel, Waerom valt ghy my dus rebel
1581
Steenwijk ontzet
Verheugt u boven maten, / Gy mannen ende vrouwen
La Belge souspire
Quinze ans sont écoulez, que la Belge souspire
Miserable viuant dessou l’afflication
1582
De aanslag van Jaureguy op Oranje mislukt
O prinselycke Heere vroet
Grafschrift op Charlotte de Bourbon
O fataal termijn, duchtige memorie, Sober glorie!
1583
Retraite du duc d’Anjou
Si j’avois la faconde De s�avoir raconter,
Et dire à tout le monde La grand nécessité
1584
Treurdicht op de dood van Oranje
Nero moordadich, Zijt ghy noch int leven?
Judas verradich, Wat hebdy nu bedreven?
Lofdicht op Balthasar Gerards
Lof! Baltazar Geerarts, die, door Gods providentie,
sConincks sententie hebt gheexecuteert
Acrostichon: WILHELM VAN NASSAVWEN
spreekt de Nederlanden toe
Wat ween en zucht ghy, o Nederlandtsche landouwen
‘Ander Liet’
Welc een tirannie isser opgheresen,
Deur den Prince mispresen al van Orange fel!
1585
Op de komst van Leicester
O Heer, die daer des hemels tente spreyt
Het schuymig woedig meyr kond maken stille
Hoe de Prince van Parma een brug over ‘t Scheld maecte,
om Antwerpen te dwingen
Geluckig zijn de steden, / Daer de Heer wort ghevreest
1587
Lofdicht op de graaf van Leicester
O edele en vrome prince, in duechden verheven
Een schraal en een voordelig jaar
Als men screef duysent vijf hondert seven en tachtentich jaer
1641
Joost van den Vondel
Op den koperen duim van ‘t beelt des hartogen van Alba
Wel eer in ‘t kasteel vna Antwerpen opgerecht: welke duim
daer na in handen des Heeren Drossaerts
P.C. Hooft is geraekt
Joost van den Vondel
De Hymen van Oranje en Britanje
Zie, ay zie het Westen blozen
Zie het mengen wit met root.
1642
Joost van den Vondel
Spore aen den heer Hooft, tot voltrekking sijner aengevange
Nederlantsche Historie Als ‘t Roomsche nonnevier, zoo blaek uw heilige yver.
Vaer onverdrietigh voort, gewijde Storischrijver
1645
Joost van den Vondel Danckoffer aen Jakob, Aertsbisschop van Mechele;
Toen het zyn Doorluchtigheit beliefde myne Altaergeheimenissen te erkennen Zoo wyt d’Aertsbisschoplycke staet
Het keizerdom te boven gaet
1648
Joost van den Vondel
Op de Vrede
Onder de glazen in de Oude Kerk
1649
Joost van den Vondel
Op de Nederlantsche Oorlogen
van den doorluchtigen Romain, Famiaen Strada
Wat zijn vele Nederlanders
1774
Johannes le Francq van Berkheij
Het verheerlyckt Leiden
Manhaftigheid treedt voort, door ‘t slibber der moerassen
1955
Joost
Ter naegedachtenis aen den edelgestrenghen Heere
Fernando Alvarez de Toledo Hertogh van Alva
Groene Mackers, laet ons Heden
Onbezorghd den Weg betreden
1965
Clinge Doorenbos
Leidens Ontzet herdacht
Leiden hield, trouw aan traditie
‘t Jaarlijkse herdenkingsfeest