?,? – Maastricht, 13 maart 1579
Secretaris in de Geheime Raad onder Karel V en secretaris in de Raad van State onder Filips II
Biografie
Decennia lang was Baptiste Berty zeer actief als secretaris in de centrale instellingen te Brussel, met uitzondering van de periode 1544-1555, toen hij werkzaam was als griffier en eerste secretaris in de Raad van Gelderland te Arnhem. Op 30 juni 1555 haalde Karel V hem terug door hem te benoemen in de Geheime Raad. Na het vertrek van Filips II naar Engeland, werd hij door deze benoemd in de Raad van State. Hij diende onder de elkaar opvolgende landvoogden van Alva tot en met Don Juan, voor wie hij de correspondentie redigeerde. Menig regeringsstuk draagt dientengevolge zijn handtekening. Uit deze periode liet hij bovendien notulen na betreffende de vergaderingen van de Raad van State, die thans een voortreffelijke bron zijn voor de geschiedenis van die jaren, de nu zogeheten “Berty-notulen”. Gachard liet deze papieren ordenen en bundelen: zij beginnen op 7 februari 1559 (1560 nieuwe stijl) en lopen tot 30 april 1577. Hoewel zijn aantekeningen summier zijn, beschreef hij de gebeurtenissen uitgebreider naarmate de situatie gevaarlijker werd en gaf hij ook de meningen weer van de aanwezigen. Sinds 19 juni 1574 was hij de officiële opvolger van Jan van der Aa als eerste secretaris in de Raad van State. Met de meeste andere leden van de Raad werd hij bij de staatsgreep van 4 september 1576 gearresteerd en opgesloten in het Brusselse Broodhuis. Op 15 september lieten de opstandelingen hem al weer vrij. Een jaar later koos hij de zijde van Don Juan en voegde hij zich bij deze in Namen. Ook zijn beide zonen bekleedden hoge functies: Jan Berty was sedert 6 juli 1574 raadsheer in de Raad van Luxemburg; Theodoor Berty volgt hierna.
Anton van der Lem
Literatuur
Biographie Nationale de Belgique 2 (Bruxelles, 1868) 343-346
L.P. Gachard, Correspondance de Guillaume le Taciturne, prince d’Orange (Bruxelles, 1857) VI, xi-xiv;
Baelde, Collaterale raden , 234.