Den Briel, 1529 – Huis te Swieten, bij Leiden, 17 juli 1594
Biografie
Willem Blois van Treslong groeide in Brielle op. Hij was gehuwd met Adriana van Egmond, dochter van Otto van Egmond van Kenenburg. In maart 1572, toen onder druk van Alva koningin Elizabeth van Engeland de watergeuzen had gelast Engelse havens te verlaten, voer Blois van Treslong met een vloot van zesentwintig schepen onder leiding van Willem van der Mark, heer van Lummen (Lumey) op de Noordzee rond. Op 1 april verschenen ze voor Den Briel op het eiland Voorne aan de monding van de Maas en eisten ze het op in naam van de prins van Oranje. Blois van Treslong gaf de zegelring van zijn vader, die baljuw van Voorne was geweest, mee als teken van vertrouwen. De burgemeester weigerde niettemin de poorten te openen. Aangezien het Spaanse garnizoen was vertrokken en een deel van de bevolking was gevlucht namen de geuzen Brielle met gemak in. Anders dan anders bleef het niet bij een landgang, maar behielden de geuzen het stadje. Zo verloor op 1 april Alva zijn bril. ‘No es nada’, het is niets, zou Alva gezegd hebben, maar het bleek aanleiding voor de Zeeuwse steden om verdere inname van Spaanse garnizoenen te weigeren. Terwijl Lumey naar Holland trok, benoemde hij Blois van Treslong tot gouverneur van de stad. Deze voer op 20 april met drie schepen naar Vlissingen en droeg daarmee bij aan de aansluiting van Vlissingen als tweede stad na Brielle bij de Opstand. Blois van Treslong was aanvankelijk ook betrokken bij het beleg van Middelburg. Achteraf bleek 1 april een keerpunt in de strijd omdat de meeste Hollandse en Zeeuwse steden zich na de inname van Brielle, al dan niet gedwongen, bij de Opstand aansloten. Willem van Oranje was er teleurgesteld over dat Lumey te vroeg en zonder hem in te lichten tot actie was overgegaan. Hoogstwaarschijnlijk is het Blois van Treslong geweest die, eindelijk weer thuis, zijn stad niet meer wilde verlaten.
Willem Blois van Treslong was heer van Oudenhoorn op Voorne, Grijsoord en het Vlaamse Petegem, waardoor hij nog steeds onterecht wel als Zuid-Nederlandse edelman bekend staat. Hij was in 1566 betrokken bij de beeldenstorm in Brielle en was lid van het Eedverbond of Compromis van Edelen dat zich keerde tegen de ketterplakkaten en de geloofsvervolging. In 1567 vluchtte hij naar Emden om te ontsnappen aan de Inquisitie. Zijn adellijke status strekte Willem Blois van Treslong tot voordeel als geuzenkapitein. De adel had een natuurlijk overwicht bij ondergeschikte officieren en bemanningsleden, dat was ook aan boord van de geuzenschepen zo. In 1571 was hij actief in het Eemsgebied, het Vlie en op de Zuiderzee. In september van dat jaar kaapten geuzen van de vloot van Lancelot van Brederode en Willem Blois van Treslong zeven neutrale Hamburgse schepen die onderweg waren van Amsterdam terug naar huis. Zij moordden het merendeel van de bemanning uit. Het leidde tot internationale verontwaardiging en deed de zaak van de opstandelingen geen goed.
Kort na de verovering van Holland werden de watergeuzen al aan de kant geschoven. Op de eerste ‘vrije’ Statenvergadering werden alle kaperbrieven ingetrokken. Voor de edelen onder de voormalige geuzen werden de deuren geopend naar eervolle en lucratieve ambten. Op 24 maart 1573 benoemde Willem van Oranje, zelf behalve stadhouder ook admiraal-generaal, Willem Blois van Treslong tot luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland, een functie die hij op 4 maart 1574, dus in minder dan een jaar, weer kwijtraakte, aan de Brusselse edelman Lodewijk van Boisot. In januari 1574 nam hij met een eskader deel aan de zeeslag bij Reimerswaal. Op 15 juni 1576 werd Blois van Treslong luitenant-admiraal van Zeeland. Willem van Oranje zond hem in 1578 met twee schepen naar Duinkerke om er een admiraliteit op te richten voor Vlaanderen. Zo moest worden voorkomen dat het naburige Grevelingen waar ‘malcontenten’ zich verzamelden, tot kapernest zou uitgroeien. Treslong stelde de Zeeuwen gerust door te beloven de Vlaamse admiraliteit naar Zeeuws voorbeeld in te richten. Uiteindelijk werd hij op 7 maart 1585 ontslagen en ‘door den invloed der Staten van Zeeland in hechtenis gezet; op grond van blijkbare onwaarheden en verfoeijlijke lasteringen in gevaar het leven te verliezen’, in de woorden van Groen van Prinsterer. Een knallende ruzie in de Zeeuwse admiraliteit tussen Blois van Treslong en twee leden van die instelling tijdens het beleg van Antwerpen kan een rol hebben gespeeld. Hoe dan ook, afgezien van zijn optreden als geuzenkapitein was zijn adellijke status een voorwaarde geweest voor benoeming in de beide functies van luitenant-admiraal.
In 1591 werd hij gerehabiliteerd. In zijn laatste levensjaren was hij luitenant-groot-houtvester van prins Maurits (1592-1594) en groot-valkenier van Holland (1593-1594). Vandaag de dag is in de Michaëlskerk in Oosterland zijn zwaard nog steeds te bewonderen. Tussen 1982 en 2003 had de koninklijke marine een naar hem vernoemd fregat in de vaart, Hr Ms Bloys van Treslong.
Louis Sicking
24 juli 2020
Literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden II (Haarlem, 1854) 637-640
Biographie Nationale de Belgique II (Bruxelles, 1868) 495-498 (Ch. Rahlenbeck)
Nationaal Biografisch Woordenboek: niet opgenomen
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VI (Leiden, 1924) 121-123 (F. Vogels)
Nouvelle Biographie Nationale: niet opgenomen
Luc Eekhout, Het admiralenboek. De vlagofficieren van de Nederlandse marine, 1382-1991 (Amsterdam 1992)
R. de Graaf, Oorlog, mijn arme schapen. Een andere kijk op de Tachtigjarige Oorlog, 1565-1648 (Franeker 2004)
J.C.A. de Meij, De watergeuzen en de Nederlanden, 1568-1572 (Amsterdam en Londen 1972)
O. van Nimwegen, R. Prud’homme van Reine, L. Sicking, A. van Vliet, De tachtigjarige oorlog. Van opstand naar geregelde oorlog, 1568-1648 (Amsterdam 2013)
T. Oosterhuis, Lumey, de vossestaart. Admiraal van de Geuzen (Amsterdam 1996)
Louis Sicking, La naissance d’une thalassocratie. Les Pays-Bas et la mer à l’aube du Siècle d’or (Parijs 2015)
J.P. Sigmond, Zeemacht in Holland en Zeeland in de zestiende eeuw (Hilversum 2013)
zie ook nog:
Alexandre Farnèse, prince de Parme, gouverneur général des Pays-Bas, (1545-1592) / Léon van der Essen ; avec une préf. par Henri Pirenne. – Bruxelles : Librairie nationale d’art et d’histoire, 1933-1937. – 5 dl. : ill. ; 29 cm. – (Bibliothèque du 16ième siècle)T. 1: 1545-1578. – 1933. T. 2: 1578-1582. – 1934. T. 3: 1582-1584. – 1934. T. 4: Le siège d’Anvers. 1584-1585. – 1935. T. 5: 1585-1592. Avec une étude inconographique par Francis Kelly. – Deel IV, 51, 52.
Friedrich Schiller, Geschichte des Abfalls der vereinigten Niederlande von der spanischen Regierung (oorspronkelijke uitgave: Leipzig, 1788) in: Schillers Werke : Nationalausgabe XVII: Historische Schriften : erster Teil. Karl-Heinz Hahn ed. (Weimar, 1970), S. 332,17-18