Glajon, Filips van Stavele, heer van

Zuidnederlands militair en politicus

Ca. 1520 – Estaires (?), 26 december 1563

Biografie

Over de geboorte en jeugd van Glajon is weinig bekend. Hij maakte als militair bevelhebber carrière in het leger van Karel V, met name in de strijd tegen Frankrijk, zonder dat zijn loopbaan bijzondere kenmerken vertoont. Op 16 mei 1550 zag hij zich benoemd tot grootmeester van de artillerie in de Nederlanden, een lucratieve post bovendien. Op 17 november 1555 nam Filips II hem op in de Brusselse Raad van State. Bij de zitting van het Gulden Vlies in januari 1556 in Antwerpen werd hij in deze prestigieuse orde opgenomen. Toen Filips II naar Spanje vertrok kreeg ook Glajon een gratificatie, ter hoogte van 15.000 écus. Hij genoot kennelijk het vertrouwen van de vorst en ook van Granvelle , die hem in 1558 aanbeval als stadhouder voor Artesië. In maart 1560 heeft Margaretha van Parma , op verzoek van de koning, Glajon belast met een missie naar Engeland, waar hij koningin Elisabeth moest overhalen tot een vergelijk met Frankrijk te komen en moest bewegen om geen onderdak meer te geven aan de hugenoten. Mogelijk heeft zijn interventie bijgedragen aan het akkoord dat de Engelse en Franse kroon op 6 juli 1560 bereikten.
Kort na zijn terugkeer in de Nederlanden, eind juni, begin juli 1560, deelde Glajon de oppositie van de hoge edelen. Hij kwam in conflict met Granvelle, vermoedelijk zowel om persoonlijke redenen als uit weerzin tegen de politiek van de kardinaal. Pirenne kent hem een grote invloed toe op Willem van Oranje en Lamoraal van Egmond ; Margaretha van Parma beschouwde hem nota bene als de kwade genius van dezen. Maar toen op 23 juli 1561 Oranje en Egmond een protestbrief aan de koning schreven, weigerde Glajon deze mede te ondertekenen. Hierdoor verslechterden zijn verhoudingen met de beide hoge edelen. Toch al geen geregeld bezoeker van de Raad van State, bleef hij er voortaan helemaal weg.
Omdat hij financieel aan de grond zat, probeerde hij zich kennelijk enigszins schadeloos te stellen in zijn ambt als hoofd van de artillerie: hij weigerde een controle van de financiën en wilde eveneens geen einde maken aan vele, maar nutteloze officieren die op de betaalrol stonden. In de toenemende spanningen vroeg Glajon in september 1563 om toestemming zich te mogen terugtrekken op zijn bezittingen in Frankrijk. Verongelijkt nam hij afscheid van de landvoogdes, grommend dat hij in dertig jaar trouwe dienst slechts één keer een gratificatie had gekregen. Na zijn dood heeft zijn weduwe nog in 1575 een achterstallige betaling ontvangen van de gelden die Glajon als lid van de Raad van State toekwamen.
Pirenne, van wiens biografische schets dit slechts een ingekorte bewerking is, wijst op het curieuze verschijnsel dat deze uiteindelijk toch middelmatige figuur in de Raad van State naast mannen als Egmond en Oranje heeft gezeten.

Anton van der Lem

Literatuur

A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden : niet opgenomen

Biographie Nationale de Belgique XXIII (Bruxelles, 1921-1924) 707-710 (Henri Pirenne) (s.v. Stavele)

Nationaal Biografisch Woordenboek : niet opgenomen.

Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek : niet opgenomen

Nouvelle Biographie Nationale : niet opgenomen

Michel Baelde, Collaterale Raden , ..