Nederlands edelman en militair, medestrijder van Willem van Oranje
Hoogstraten, ca. 1533 – Sissan (ten zuiden van Laon), 11 december 1568
Biografie
In 1555 volgde Antoon van Lalaing zijn vader op als graaf van Hoogstraten. Op 3 augustus 1559 werd hij opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies en kort daarop kreeg hij het bevel over een ordonnantiebende, een functie die slechts aan hoge edelen werd toebedeeld. In 1560 trouwde hij te Weert met Eleonora van Montmorency, waardoor hij verzwagerd raakte aan Hornes , Montigny en Mansfeld en dus in de hoogste adelijke kringen verkeerde. Hij was een typisch edelman die het liefst op zijn kasteel te Hoogstraten verbleef, plezier had in kerkelijke en wereldlijke feesten als processies en schietfestijnen, en hield van een stevige dronk en een volle tafel. Zijn culturele belangstelling weerspiegelde zich in zijn bibliotheek en in de hoven van het huis Lalaing in Brussel , Mechelen , Lier en Rijkevorsel. Zijn goederen in Brabant grensden aan die van Oranje en Bergen , zodat hij regelmatig met de hoge edelen overleg voerde en deelnam aan hun oppositie tegen Granvelle en tegen de straffe regeringspolitiek op het gebied van de godsdienst. Daarbij bleef hij altijd een overtuigd katholiek, maar hij deelde de eisen van de oppositie op politiek terrein: hij was een voorstander van het respecteren van de privileges, de adviescolleges van staat en de Staten-Generaal. Zo vond er op 13 maart 1566 in zijn kasteel een overleg plaats waarbij mogelijk tot het aanbieden van het Smeekschrift is besloten, al heeft Hoogstraten dit altijd ontkend. Na het aanbieden van het Smeekschrift was Hoogstraten degene die als afgevaardige van de landvoogdes haar antwoordbrief aan de edelen moest voorleggen en bespreken. In augustus 1566, na de Beeldenstorm, verzocht het stadsbestuur van Mechelen om de aanstelling van Hoogstraten als gouverneur. Hij was een tegenstander van de religievrede, maar liet de calvinistische prediking buiten de stadswallen toe. Uit plichtsbesef, maar op zijn hoede voor de netelige aspecten van de zaak, liet hij zich overhalen om tijdelijk gouverneur van Antwerpen te worden, dit als plaatsvervanger van Willem van Oranje, die als stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht aldaar orde op zaken moest stellen. In Antwerpen was hij een behoeder van de status quo en voorkwam hij nieuwe uitbarstingen van beeldenstormerij of militaire activiteit. Dat de lutheranen en calvinisten hun kerkorganisatie steeds sterker uitbouwden kon hij niet voorkomen. Na de terugkeer van Oranje op 4 februari 1567 bleef hij de prins terzijde staan in Antwerpen, met als belangrijkste en meest benauwde ogenblik het stillen van het oproer tijdens en na de slag bij Oosterweel (13-15 maart 1567). Nadat Oranje de wijk had genomen naar Nassau , legde ook Hoogstraten zijn functie neer. Aanvankelijk trok hij zich op zijn kasteel in Hoogstraten terug, maar eind juli vertrok hij naar Keulen . In januari 1568 werd hij voor de Raad van Beroerten gedaagd, waarna hij overging tot het (laten) schrijven van een verdediging of Défense , die op 25 april 1568 te Keulen werd gedrukt. Op 18 juni van dat jaar kwam hij Lodewijk van Nassau vergeefs te hulp: bij Jemmingen leed hun leger een nederlaag, waaraan Hoogstraten ternauwernood wist te ontsnappen. In oktober 1568 voerde hij het bevel over de achterhoede van het leger van Oranje dat Brabant binnenviel, maar dat door geldgebrek en Alva’s tactische bekwaamheden verliep. Op 20 oktober raakte Hoogstraten in de voet gewond doordat zijn eigen pistool afging; door veronachtzaming tijdens de terugtocht raakte de wond ontstoken en de graaf overleed aan de gevolgen ervan
Anton van der Lem
Literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden XI (Haarlem, 1865) 43-44
Allgemeine Deutsche Biographie XIII (Leipzig, 1861) 97-98 (K.Th. Wenzelburger) (s.v. Hoogstraten)
Biographie Nationale de Belgique XI (Bruxelles, 1890-1891) 85-91 (Alphonse Wauters)
Nationaal Biografisch Woordenboek VI (Brussel, 1974) 521-530 (Robert van Roosbroeck)
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII (Leiden, 1930) 995-997 (J.C.E. Bartelds)
P.W.J. Beltjes, Antonis van Lalaing, Graaf van Hoogstraten en de glasschilderkunst, in: Liber amicorum Jozef Lauwerys. – Hoogstraten : Haseldonckx , 1976, p. 51-62.
[Studie over H.] J.L. Jonckheer, in: HOK : jaarboek van Koninklijke Hoogstraten’s Oudheidkundige Kring. – 1 (1933) – …. – Hoogstraten : Koninklijke Hoogstraten’s Oudheidkundige Kring, 1965 (niet gezien, red.)
La Défense de Messire Antoine de Lalaing, comte de Hocstrate, … contre les fausses et appostées accusations des cas contenus ès Lettres patentes d’adjournement personnel … / publiée par la Société des bibliophiles de Mons, d’après l’edition originale de 1568 ; augmentée de la Correspondance inédite du comte de Hoochstraeten avec Marguérite de Parme, lors de sa mission à Anvers ; et d’une notice historique ÿ& biographique sur ce Seigneur. – Mons : Hoyois-Derely, 1838. – xxxi, 138 p. ; 24 cm. – (Publications / Société des bibliophiles de Mons ; No. 6). Tiré à 100 exemplaires destinés au commerce.
Plaatsingscode UB Leiden: 398 E 7