Marnix, heer van Toulouse, Jan van

Nederlands calvinistisch edelman en strijder

Brussel, tussen 14 februari 1537 en 14 februari 1538 – Oosterweel, 13 maart 1567

Biografie

Jan van Marnix, heer van Toulouse, was de oudere broer van Filips van Marnix , heer van Sint-Aldegonde. Beide broers hadden in Genève bij Calvijn gestudeerd. In de eerste helft van de jaren zestig zijn er vrijwel geen berichten over Toulouse, genoemd naar de heerlijkheid Toulouse-le-Château ten zuiden van Dole in de Vrijgraafschap Bourgondië. Hij overlegde in juli en augustus 1565 met Lodewijk van Nassau (broer van Willem van Oranje), Gilles le Clercq en Nicolaas de Hames over de oprichting van een verbond van edelen. Hij stelde de basistekst op van het Compromis der Edelen, dat echter door anderen verbeterd is. Bovendien was hij actief in het verzamelen van handschriften van ondertekenaars, eerst in Gelderland, daarna in Henegouwen. Hij bedacht ook de tekst van het Smeekschrift, al werd het concept opnieuw doorgenomen, nu door Lodewiijk van Nassau. Toulouse was ook aanwezig bij de aanbieding van het Smeekschrift op 5 april 1566. Jan van Marnix was bovendien een voorstander van militaire actie tegen de op godsdienstig gebied repressieve politiek van de Brusselse regering. Begin maart 1567 – vijf jaar voor de Watergeuzen in Vlissingen werden binnengelaten – probeerde hij zich meester te maken van de stad door eerst toegang te krijgen tot het fort Rammekens. De weifelende commandant liet hem echter niet toe omdat Toulouse en de zijnen niet over een machtiging van Oranje of van de autoriteiten in Brussel beschikten. Onverrichterzake moest hij aftrekken in de richting van Antwerpen. Even ten noorden van de stad bij het dorpje Oosterweel, stuitte hij op het regeringsleger onder leiding van Arenberg en Beauvoir , waarvoor zijn ongeregelde troepen geen partij waren. Jan van Toulouse wilde zich nog overgeven en bood een groot losgeld, maar omdat hij en de zijnen als rebellen werden beschouwd, werden ze zonder pardon afgemaakt. Hun sympathisanten in Antwerpen moesten vanaf de stadsmuren machteloos toezien omdat de prins van Oranje de stadspoorten gesloten hield om groter bloedvergieten te voorkomen. Deze Slag bij Oosterweel (in de prenten van Frans Hogenberg ook Austruweel geheten) op 13 maart 1567 was het eerste militaire treffen tussen de opstandelingen en het regeringsleger. Tussen de toeschouwers op de muren bevond zich ook de echtgenote van Jan van Toulouse, Catharina van Goor. Zij week uit naar Keulen, waar zij het leven schonk aan hun enige kind, Ursula van Marnix, die van de aartshertogen Albert en Isabella later de heerlijkheid Toulouse terugkreeg.

Anton van der Lem

Brief

Er is één brief van Jan van Marnix bewaard gebleven, in afschrift:

Brief van Jean de Marnix heer van Toulouse (ca. 1537-1567) aan Jean Matal (1520-1597), in het Frans, gedateerd: 8 september [1566]. Afschrift in UB Leiden, VULC. 104.

Deze brief is integraal uitgegeven door W.A.F. Bannier, Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap 26 (1905) 273-281; Borgnet-Van Vloten, p. 281.

Literatuur

A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden XII (eerste stuk) (Haarlem, 1869) 262-263

Biographie Nationale de Belgique XIII (Bruxelles, 1894-1895) 778-800 (D. Jacobs)

Nationaal Biografisch Woordenboek : niet opgenomen.

Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek III (Leiden, 1914) 821-823 (A. Elkan)

Ronald de Graaf, Oorlog mijn arme schapen (Franeker, 2004) zie register.

Johann und Philipp von Marnix während des Vorspiels des niederländischen Aufstandes 1565-1567 / Albert Elkan. – Leipzig : Emil Herrmann, [1913]. – 54 p. ; in-8. Habilitationsschrift Jena.

Philipp Marnix von St. Aldegonde / von Albert Elkan. – Leipzig : Dyksche Buchhandlung, 1910. – 143 p. ; 24 cm. Niet verder verschenen. I: Die Jugend Johanns und Philipps von Marnix. Mit 2 Stammtaf.

Edmond Poullet ed., Correspondance du cardinal de Granvelle, 1565-1586 (12 dln., Bruxelles, 1877-1896) II, p. 313, n. 1.

Deze tekst is gebruikt in Renaat Vanheusden, ‘Jan en Filips van Marnix’, Het Verbond. Grensverleggend tijdschrift voor Vlaams-Nederlandse samenwerking 21, nr. 10 (2009), 13-31.