Antwerpen, 1521 – Vilvoorde, 24 september 1568
Burgemeester en schepen van Antwerpen, commissaris van de Staten-Generaal
Biografie
Antoon van Stralen was de zoon van Gosewijn van Stralen, ridder, en Anna Draeck, afkomstig uit een van de oudste patricische geslachten van Antwerpen. In 1549, op 28-jarige leeftijd, werd hij voor het eerst schepen van de stad. Van 1552 tot 1567 maakte hij deel uit van het Antwerpse stadsbestuur: in de jaren 1555-1557, 1561 en 1565 als burgemeester, in de andere jaren als schepen. Vooral door zijn financieel talent trok hij de aandacht, waardoor hij in 1564 benoemd was tot thesaurier. Zijn gaven op dit terrein brachten hem in de landelijke politiek, eerst die van Brabant, daarna die van alle gewesten. In 1557 stelde hij voor dat Brabant een superintendant voor de financiën zou aanstellen, ter controle van de te ontvangen en te betalen gelden. Dit voorbeeld werd weldra door de andere gewesten nagevolgd. In 1558 stemden de Staten-Generaal in met de negenjarige bede, op voorwaarde dat zij zelf het toezicht op de inning en besteding zouden uitoefenen. De toenmalige landvoogd, Emanuel-Filibert van Savoye, drong toen aan op de aanstelling van een commissaris-generaal van de financiën. Gezien zijn ervaring op dit terrein werd Antoon van Stralen met deze taak belast. Op 12 mei 1558 werd zijn instructie opgesteld en op 14 mei legde hij de eed af. Uit hoofde van deze functie verbleef Van Stralen dikwijls bij het front in de oorlog tegen Frankrijk, om juist in de oorlogvoering vat te houden op de besteding van de middelen. Een jaar later kon hij de Staten-Generaal een begroting voorleggen van 2.400.000 ponden. De gewisheid dat de gelden nu beter geïnd en besteed werden, had een voortdurend overleg tussen de gewestelijke Staten tot gevolg, zeer tot ongenoegen van Filips II en Granvelle. De gecoördineerde samenwerking had tot gevolg dat het krediet van de Staten steeg, terwijl dat van de koning navenant daalde. Toen Filips II naar Spanje wilde terugkeren, was zijn financiële positie zo slecht, dat hij zich gedwongen zag bij Van Stralen een lening te sluiten van 400.000 gulden. De particuliere rijkdom van Van Stralen leidde onvermijdelijk tot insinuerende opmerkingen dat hij zichzelf uit de algemene middelen zou hebben verrijkt, zoals Granvelle eens suggereerde aan de koning (10 maart 1566).
Toen in juli 1566 Oranje naar Antwerpen kwam om er op last van de landvoogdes de orde te bewaren, was Van Stralen als schepen van de stad de directe medewerker van de prins. Agenten van Granvelle gaven Antoon van Stralen als bijnaam de tiran van Antwerpen. Hoewel zelf katholiek was Van Stralen tolerant ten opzichte van andere godsdiensten. Na de beeldenstorm wilde hij met de prins van Oranje een toenadering tot stand brengen tussen de katholieken en lutheranen. Hij meende dat alleen een bijeenkomst van de Staten-Generaal een oplossing kon bieden in de religieuze problemen. Met Oranje was hij de opsteller van de godsdienstvrede zoals die te Antwerpen op 2 september 1566 was afgekondigd. Tijdens de crisis van 13 tot 15 maart 1567, naar aanleiding van de Slag bij Oosterweel, wist hij met Oranje de calvinisten onder de duim te houden. Het akkoord dat Oranje en Van Stralen toen met het consistorie van de calvinisten sloten om erger te voorkomen, vond echter geen genade in de ogen van de landvoogdes. Van Stralen zag zich dan ook genoodzaakt om een rechtvaardiging van zijn handelen bij haar in te dienen.
Hoewel Van Stralen nauw met Oranje had samengewerkt, zag hij er geen heil in het voorbeeld van de prins te volgen toen deze het land verliet. Van Stralen meende telkens in opdracht van het stadsbestuur en de prins van Oranje gehandeld te hebben. Hij zou de eerste arrestant van de hertog van Alva worden. Aanvankelijk liet Alva geen arrestaties verrichten, vooral om eerst de graaf van Horne naar Brussel te lokken. Toen deze eenmaal in Brussel was, werden op 9 september de graven van Egmond en Horne, Van Stralen en de secretarissen van Egmond en Horne gearresteerd. De graaf van Lodron diende zich eerst van Van Stralen in Antwerpen meester te maken, waarna in Brussel de arrestatie van de anderen zou plaatsvinden. Het nieuws van zijn arrestatie wekte grote beroering in de Scheldestad. Voor veel kooplieden en handwerkslieden was dit het signaal om de stad te verlaten. Een delegatie van het stadsbestuur vertrok onmiddellijk naar de hertog van Alva om op basis van de privileges van de stad de vrijheid van Van Stralen te verkrijgen. Vergeefs. Op 25 september werd Van Stralen overgebracht van Lier naar de Treurenberg te Brussel.
Alva belastte Vargas, Del Rio en Hessels met het verhoor van Van Stralen. Op 26 maart 1568 achtte Alva de antwoorden van Van Stralen onvoldoende en gelastte hij dat er zwaardere middelen gehanteerd moesten worden: geen water meer geven, aan een touw ophangen, en dergelijke meer. Tegelijkertijd liet hij Antwerpen weten dat de stad zich niet diende te bemoeien met de confiscatie van de goederen van Van Stralen. Eind juni 1568 werd hij naar Vilvoorde overgebracht. Daar werd Van Stralen het slachtoffer van de wreedheden van Del Rio en met name Vargas. Deze laatste liet speciale martelwerktuigen maken, zodat zelfs Del Rio het niet langer kon aanzien en zich wenend afwendde. Op 11 augustus volgde het vonnis van de Raad van Beroerten, in feite van Vargas en Del Rio: de doodstraf en verbeurdverklaring van zijn bezittingen. Op 22 september nam Alva dit oordeel over en veroordeelde hij Van Stralen tot onthoofding met het zwaard. Het werd te Vilvoorde op 24 september 1568 voltrokken.
Anton van der Lem
Literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden XVII, tweede stuk (Haarlem, 1874) 1054 (hier ten onrechte burgemeester van Arnhem genoemd)
Biographie Nationale de Belgique XXIV (Bruxelles, 1926-1929) 131-143 (H. Vander Linden)
Nationaal Biografisch Woordenboek 2 (Brussel, 1966) 834-835 (M. van Durme)
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek : niet opgenomen
A. Cosemans, Antoon van Stralen, burgemeester van Antwerpen; commissaris der Staten-Generaal bij den aanvang der regeering van Philips II, 1521-1568. In: Verslagen en mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde (augustus) 1933, pp. 599-663
Plaatsingscode UB Leiden: S.NED.
Van Stralen, commissaire des États-généraux, et l’Union des provinces belges au début du règne de Philippe II / H. Vander Linden. – Bruxelles, 1925. – Dans: Bulletin de la classe des lettres et des sciences morales et politiques, 5me série, tome 10, 1924, nos.10/12, pp. 305-325.
Plaatsingscode UB Leiden: Open Magazijn
Artikelen van P. Génard in het Antwerpsch Archievenblad, dl. II, VIII, XIV. Hierin o.a. de aanklacht tegen Van Stralen: VIII, p. 197.
Anthonis van Stralen, in: Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlanden / door Johannes Pieter van Cappelle. – Haarlem : Vincent Loosjes, 1827, pp. 205-250