Spaans jurist en politicus
Madrid, 1517 – Spanje, 1575-1580
Biografie
Juan de Vargas was de jongste zoon van een hoogadelijke Castiliaanse familie. Zijn vader Francisco bekleedde hoge functies onder Karel V. De bezittingen van de familie vielen toe aan de oudere broers van Juan de Vargas en hij was kennelijk aangewezen op zijn eigen talenten. Hij studeerde rechten in Salamanca, huwde zijn nichtje (dochter van zijn broer) en begon zijn loopbaan als auditeur van de kanselarij in Valladolid. Een tegen hem ingesteld onderzoek (visita) bracht corruptie aan het licht, waarna hij van zijn taak en titels werd ontheven. De invloedrijke kardinaal Diego de Espinosa viste hem op uit de goot. Vargas kreeg de (ere)functie ‘regent van Napels’ en hoewel hij beschuldigd was van malversaties en verwikkeld was in drie processen, legde hij op 16 mei 1567 de eed af. Onmiddellijk verliet hij het land, veilig uit handen van justitie en in het krijt bij de kardinaal. In augustus 1567 kwam hij met de hertog van Alva in de Nederlanden aan. Die zag in Vargas een geschikt werktuig voor de Raad van Beroerten en nam hem al op 6 september in dienst, dat wil zeggen toen de Raad nog niet eens officieel was opgericht.
Vargas belastte zich onmiddellijk met de belangrijkste dossiers uit de Raad: onder andere die tegen Oranje en diens broer Hendrik van Nassau, Bakkerzeele en Antoon van Stralen. Maar hij manifesteerde zich vooral in de processen tegen Egmond en Hornes. Met Del Rio ondervroeg hij de graaf van Hornes op 10 en 11 november en Egmond op 12 en 13 november in het Gravensteen te Gent. Binnen de Raad van Beroerten waren het drie Spanjaarden die – in strikt hierarchische volgorde – de dienst uitmaakten: Luis del Rio , Juan de Vargas en Jerónimo de Roda . Terwijl Roda op de achtergrond bleef, genoot Del Rio de voorrang, mogelijk om zijn kennis van juridische zaken en omdat hij het Frans machtig was. Vargas had echter in de praktijk de zaken onder zich: hij parafeerde de stukken die Alva ter tekening voorgelegd kreeg, correspondeerde met de zaakgelastigden van de Raad in de gewesten, stelde de waarde van de geconfisqueerde goederen vast, en bepaalde de agenda van de Raad. Hij werd ook het best betaald voor zijn werkzaamheden en kreeg vier schilden daggeld, waar de andere leden er slechts twee of drie ontvingen. Het is tekenend voor de reputatie van Vargas dat brieven aan de Raad van Beroerten aan ‘president’ Vargas waren gericht en dat de Raad in de omgeving van Alva als de ‘Chambre de Vargas’, de ‘Kamer van Vargas’ bekend stond.
Vargas’ reputatie was bij zijn komst in de Nederlanden al dubieus: men zei dat hij Spanje was uitgevlucht omdat hij een weesmeisje (het dochtertje van zijn broer?) had verkracht. Hij had een opvliegend en heftig karakter, sprak uitsluitend Spaans of Latijn, minachtte de Nederlanders: ‘je ne fais cas de ceux de par-deça’ (de mensen hier laten mij onverschillig) en had kennelijk de bedoeling zichzelf hier financieel schadeloos te stellen voor alles wat hem in Spanje onthouden bleef. Men noemde hem ‘retors’ (geslepen), ‘moralement taré’ (geestelijk verdorven), ‘ongeleert en bloetgierig’, de grootste van alle wreedaards, ‘Pilate sans scrupules’ (Pilatus zonder scrupules). Het meest onthutsend blijven zijn eigen uitspraken: ‘ego habeo plus experientia quam totum consilium’ (ik heb meer ervaring dan de hele Raad), ‘misericordia in caelo, justitia in terram’ (genade in de hemel, gerechtigheid op aarde) en bekendst van al: ‘non curamos vestros privilegios’ (wij geven niets om uw privileges). Onderdanig was hij echter tegenover Alva, die hem rijkelijk bedacht met inkomsten en (vergeefs) een einde probeerde te maken aan de processen die in Spanje tegen Vargas liepen.
Verontrust door deze rechtszaken en mogelijk ook omdat hij het in de Nederlanden zat was, vroeg Vargas in 1570 om toestemming naar Spanje terug te keren. Het werd hem geweigerd en in 1572 opnieuw. Pas toen Alva eind 1573 naar Spanje terugkeerde, was het Vargas vergund om mee te komen. Maar op de grens van Madrid werd hij gearresteerd en in Alcalá de Henares vastgezet. Verzoeken aan Alva om ondersteuning hielpen niet omdat deze zelf in ongenade was gevallen. Smeekbeden aan de koning bleven zonder antwoord. Uiteindelijk trok hij naar de Extramadura, waar zijn spoor zich verliest, onbekend waar en wanneer.
Julie Versele
Dit is een ingekorte Nederlandse bewerking van de biografie van Julie Versele in de Nouvelle Biographie Nationale .
Literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden : niet opgenomen
Biographie Nationale de Belgique : niet opgenomen
Nationaal Biografisch Woordenboek : niet opgenomen
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek : niet opgenomen
Nouvelle Biographie Nationale 7 (Bruxelles, 2003) 375-377 (Julie Versele)
Le conseil des troubles / par Alphonse L. E. Verheyden. – Flavion-Florennes : Ed. Le Phare [etc.], 1981. – 356 p. : ill. ; 20 cm. – (Histoire du protestantisme en Belgique et au Congo Belge ; t. 11). Lit.opg. – Indices.