Helpt nu u self, so helpt u God

Jacob Presser gaf het vierde hoofdstuk van zijn De Tachtigjarige Oorlog (Amsterdam, 1941) de titel: “Helpt nu u self, so helpt u God”. In dit hoofdstuk beschreef hij het tijdvak van na 1588, het jaar waarin de graaf van Leicester Holland verliet, de Republiek de soevereiniteit aan zichzelf trok en niet meer aan vreemde vorsten aanbood. De uitdrukking was ontleend aan het anonieme geuzenlied met dezelfde beginregel. In de moeilijke en ongelijke strijd tegen de Spaanse koning was deze regel een aansporing voor de Nederlanders om op eigen krachten te vertrouwen en niet te versagen.

Aan de spreuk ligt geen bijbelse uitdrukking ten grondslag. De indruk dat het hier zou gaan om een typisch protestantse, zestiende-eeuwse spreuk is onjuist. De woorden zijn algemeen christelijk. De Spaanse schrijver Lope de Vega legde in zijn El Aldeguëla de woorden in de mond van de hertog van Alva. Hij laat deze zeggen tegen diens natuurlijke zoon, don Fernando: `y por remate os diré, lo que a todos dice Dios: ayudaos, Fernando, vos, y luego os ayudaré’ (en verder zal ik tegen u zeggen, wat God tegen iedereen zegt: help uzelf, Fernando, en dan zal ik u helpen; Aldeguëla – Bibliotheca de Autores españoles , 224, Madrid 1969, 162). In het Frans is de uitdrukking courant als: “aide toi et le ciel t’aidera”. In het Nederlands komt de uitdrukking ook in niet-protestantse kringen voor, bijvoorbeeld in de titel van een boek van de katholieke Vlaming K. Beyaert, Helpt u zelve, zoo helpt u God. Wat de werkman voor het heropbeuren van zijnen toestand zelve doen moet (Brugge, 1901).

Anton van der Lem

Literatuurverwijzing

Alba : general and servant to the crown / editors Maurits Ebben, Margriet Lacy-Bruijn, Rolof van Hövell tot Westerflier ; advisory committee: Jaap R. Bruijn, Alastair Duke, Simon Groenveld. – Rotterdam : Karwansaray Publishers, 2013, p. 334.