Op 7 oktober 1568 stak Willem van Oranje met zijn leger onverwacht de Maas over bij het plaatsje Stokkum (zie: De Opstand – het verhaal, Hoofdstuk 3. De trouw beproefd , 3 De veldtochten van Willem van Oranje). Alva, die langs de rivier patrouilleerde om de prins in de gaten te houden, was over die actie zo verbaasd, dat hij vroeg of het leger van de prins soms een koppel ganzen was geworden. Andere geschiedschrijvers spreken van een vlucht vogels. Hieronder enkele voorbeelden.
Hooft , Neederlandsche histoorien
Alva zelf, (zoo men zeit) hoorende uit den Graave van Barlemondt de tyding, kon ze in t eerst naauwlyx aanneemen; en vraaghd hem, oft hy s vyands heir waande een schaar vogelen te weezen, om zoo oover de Maaze te vlieghen. (editie 1677) I, 197
Groen van Prinsterer, Handboek der geschiedenis van het vaderland
7 Oct. Overtogt van de Maas; proefstuk van beleid en stoutheid; ongelooflijk zelfs voor Alva, die bij het eerste berigt uitriep: “meent gij dat ze vogels zijn om over de Maas te vliegen?” (editie Amsterdam, 1895, zesde druk) nr. 159, p. 8
Louwerse/Moerman, Geïllustreerde vaderlandse geschiedenis
Maar toch lukte het, en dit tot verbazing van Alva, die op het vernemen van de overtocht uitgeroepen moet hebben: “Zijn dan de prins en zijn leger een troep ganzen geworden en zijn zij de Maas overgevlogen?”
(Amsterdam, z.j.10) 92