Als in 1572 de Geuzen zich meester maken van een aantal steden in Holland en Zeeland, voeren zij voor het eerst een rood-wit-blauwe of oranje-wit-blauwe vlag. Dit waren de kleuren van het prinsdom Oranje, dat in een gouden schild een jachthoorn voerde in de kleuren rood, wit en blauw. Als soeverein vorst over dit prinsdom had Willem van Oranje aan de Watergeuzen zogeheten kaperbrieven verleend, om hun optreden te rechtvaardigen. Ook de livrei, de ceremoniële kleding van zijn bedienden, was in de kleuren oranje, wit en blauw gemaakt. Zo werden de kleuren rood-wit-blauw of oranje-wit-blauw de kleuren van de partij van de Opstand. Bij de inname van Gouda riepen de mannen van Adriaan van Swieten, partijganger van de prins: “met luyder stemme: Vive le prince d’Orangien, vertoonende vendelen, orangien, wit ende blauw” (Fruin, Tien Jaren , 1924, p. 335). De kleuren hadden als voordeel dat ze niet samenhingen met die van één enkele provincie, waardoor zich andere provincies te kort gedaan konden voelen. Vóór 1572 zijn er tot nu toe geen rood-wit-blauwe vlaggen geregistreerd. Als Oranje die aan zijn Watergeuzen heeft gegeven op het moment dat hij hen kaperbrieven gaf, moet er op zee toch menige rood-wit-blauwe vlag hebben gevaren vóor de vlag op de wal geplant kon worden. In 1568 had de prins nog gestreden onder de spreuk Pro lege, rege et grege .
In later jaren ging de herkomst van het oranje-wit-blauw of rood-wit-blauw verloren. Zo meende men in de zeventiende eeuw een tegenstelling te zien tussen het rood-wit-blauw, dat men als vlag van de Statenpartij interpreteerde, en de vlag van enkel oranje, als vlag van de Prinsenpartij. Pas in de negentiende eeuw herontdekte de toenmalige rijksarchivaris J.C. de Jonge de herkomst van de kleuren.
Veel moeilijker wordt het om de eerste afbeelding van het oranje-wit-blauw te traceren. In de atlas van Kittensteyn is een afbeelding te zien van gevechten tussen Geuzen en Spanjaarden in Delfshaven in 1572. Daarop is duidelijk een rood-wit-blauwe vlag afgebeeld.
Felix Rachfahl vermeldt in zijn grote Oranje-biografie over de inval van 1568: “Es wurde hier gesagt, es sollten im ganzen 10.000 Pferde und 70 Kompanien aufgestellt werden, alle mit denselben Farben, blau-weiss-orange”, zonder bron te citeren (III, 467). Ronald de Graaf nam dit over in zijn Oorlog mijn arme schapen , 151-152.
Het verbinden van de Nederlandse vlag aan het jaar 1572 werd officieel bevestigd door de uitgave van een herdenkingspostzegel in 1972.
Literatuur
Vlaggen, vaandels & standaarden van het Rijksmuseum : een geïllustreerde catalogus / door Marijke van den Brandhof ; [voorw. door S. Levie]. – Amsterdam : Rijksmuseum, 1977. – 99 p. : foto’s, ill. ; 30 cm.
Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog / door R. Fruin. – 9e druk. – ‘s-Gravenhage, 1924, p. 335.
`De Nederlandsche vlag’, in: Verspreide geschriften : met aanteekeningen, toevoegsels en verbeteringen uit des schrijvers nalatenschap / uitg. door P.J.Blok, P.L.Muller en S.Muller Fz.. – ‘s-Gravenhage : Nijhoff, 1900-1905. – 11 dl. ; dl. 8, pp. 429-445.
Over den oorsprong der Nederlandsche vlag / door J.C. de Jonge. – ‘s-Gravenhage [etc.] : Van Cleef, 1831. – [IV], 78 p. ; 24 cm