De oudste vermelding van de Stedemaagd dateert uit 1549. In dat jaar werd Filips van Spanje als graaf van Holland te Dordrecht gehuldigd en zijn hoveling Juan Cristobal Calvete de Estrella schreef hierover een in 1552 te Antwerpen uitgegeven verslag. In vertaling luidde zijn verslag: ‘Op de stadspoort was een maagd geschilderd, temidden van een groen rietveld; haar borst was ontbloot en in haar rechterhand hield zij een palmtak en in de andere een schild … en zij was omringd door vijftien wapenschilden … Aan de voet van het schilderij stonden twee versregels Me Mosa en Walis, cum Linga, Merva cingunt Aeternam Batavae Virginis ecce fidem.
In de Dordtse archieven komt de Stedemaagd voor het eerst voor in de jaarrekening van de Thesaurier der Reparatiën (Openbare Werken) over 1554 als het schilderij op de Groothoofdspoort vernieuwd wordt. In 1596 kreeg Gerrit Gerritsz. Cuyp van het stadsbestuur de opdracht tot het vervaardigen van het nog bestaande raam voor de St. Janskerk te Gouda en hij nam hierbij het schilderij op de Groothoofdspoort als uitgangspunt. In 1617 hakte beeldhouwer Gillis Huppe de Stedemaagd in haar tuin in de Groothoofdspoort met ditmaal in haar linker hand een palmtak als symbool voor vrede en vrijheid en in haar rechter het wapen van Dordrecht. Tot 1618 wordt de Dordtse Maagd overigens Hollandse Maagd genoemd.
Volgens Wim Veerman stond de Stedemaagd symbool voor de onneembaarheid van Dordrecht, sinds de Sint-Elisabethsvloed van 1421 op een eiland gelegen en daardoor goed verdedigbaar. Tevens was ze het teken van de suprematie van Hollands oudste stad, hoofdstad van het baljuwschap Zuid-Holland en daarom in de Hollandse Tuin gezeten. Ook de omringende wapens van de 15 Hollandse steden wijzen daar op. Ze geven ongeveer de grens aan van Holland met Utrecht, Gelre, Brabant en Zeeland tijdens de Republiek.
In de 17e eeuw was de Maagd van Dordrecht een soort stedelijk handelsmerk geworden. Zo vindt men haar als drukkersmerk, rederijkersblazoen, watermerk in papier, etiket, gildeteken en zelfs als naam van een zeilschip. Ook als uithangteken voor herberg of logement kwam ze voor, zelf bij een gaarkeuken op het Rokin in Amsterdam hing ze uit.
J. Alleblas
Literatuur
De “Maagd van Dordrecht” staat er weer gekleurd op / W. Veerman. In: Kwartaal en teken van Dordrecht, ISSN 0929-001X: (1975), afl. 4, pag. 10-14: